Nieuws

Kinderkwalen

Gepubliceerd
10 december 2004

Dit boekje is geschreven op de voor de serie vertrouwde wijze met casuïstiek als inleiding en daaraan gekoppeld een beschrijving van het betreffende ziektebeeld of aandoening. Het lijkt alsof de auteur tamelijk willekeurig heeft gekozen voor uiteenlopende onderwerpen uit de kindergeneeskunde; de nadruk ligt echter op onderwerpen uit de kinderpsychiatrie. Hoofs bespreekt ADHD, kindermishandeling, excessief huilende zuigelingen, constitutioneel eczeem, taal- en spraakontwikkelingsstoornissen, pervasieve ontwikkelingsstoornis of autisme, platvoeten en o- en x-benen, heupaandoeningen, slaapstoornissen en enuresis nocturna. Hij volgt voorzover beschikbaar de betreffende NHG-Standaard. Het gebruik van casuï¯stiek leidt in het algemeen tot prettig leesbaar proza waarbij de huisarts zich herkent in de beschreven praktijksituaties. Al is in dit boekje de casuïstiek soms wat oubollig beschreven, zoals: ‘U knikt nog eens met uw hoofd en kijkt pa bevestigend aan’. Bovendien gebruikt de auteur ‘u’ en ‘de dokter’ inconsequent, en hoewel dit een bijzaak is, leidde het mij af. In sommige hoofdstukken vervalt hij in herhalingen. Het hoofdstuk over ADHD geeft een goed leesbaar overzicht van de diagnostiek en behandeling. Hoewel aanvankelijk de indruk wordt gewekt dat de huisarts een belangrijke rol heeft, blijkt dit uiteindelijk niet zo te zijn. Als medicamenteuze behandeling geïndiceerd is, komt uitsluitend Ritalin ® in aanmerking en dient de behandeling te worden geïnitieerd door een kinderarts of psychiater. In het hoofdstuk over huilbaby's is de wanhoop van de ouders (en ook van de dokter) voelbaar. In de casus wordt niet duidelijk of het huilen is gestopt door de voedingsinterventie, de aanpak van oma of door het verstrijken van de tijd. Dit komt mooi overeen met de wetenschappelijke inzichten. Het hoofdstuk over kindermishandeling geeft een praktische handleiding. Het vergt echter naar mijn mening meer deskundigheid en vaardigheid om met kleine kinderen en ouders daadwerkelijk over mishandeling praten, dan uit een boek te halen valt. In de casus over constitutioneel eczeem wordt nogal snel besloten een eliminatie-provocatietest met koemelkeiwit te doen, terwijl het eczeem in de casus goed reageerde op hydrocortison. Volgens de standaard is aanvullend onderzoek alleen geïndiceerd bij ernstig therapieresistent eczeem. Constitutioneel eczeem kan bij wat oudere kinderen leiden tot psychische problemen. Dit wordt duidelijk benadrukt. Nogal uitgebreid gaat Hoofs in op de behandeling van eczeem met teerpreparaten. Deze worden echter vrijwel niet meer toegepast vanwege de vervelende eigenschappen (onaangename geur en vlekken) en mogelijke carcinogeniciteit voor de bereiders. In het Farmacotherapeutisch Kompas komen ze in het geheel niet meer voor. Het is goed dat het boekje aandacht besteedt aan pervasieve stoornissen en autisme. Vooral de lekenpers schrijft regelmatig over aandoeningen als PDD-NOS. De collega's die het boek Kinderorthopedie: pluis of niet pluis van J.D. Visser kennen, zullen in de hoofdstukjes over de o- en x-benen en heupaandoeningen weinig nieuws tegenkomen. Ondanks de bovenstaande beperkingen is het een nuttig boekje voor huisartsen en haio's. Het heeft een goed overzicht van adressen en websites waar nog een hoop extra informatie te vinden is. Alle genoemde sites zijn (nog) online. Tot slot is er een uitgebreid register. Het boekje is ook goed als naslagwerk te gebruiken. Vooral de onderwerpen uit de kinderpsychiatrie lenen zich hiervoor. Eén laatste opmerking: ik vind het prettig als in een boek enige aanvullende informatie over de auteur te vinden is.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.