Nieuws

Hulp voor de huisarts?

Gepubliceerd
18 september 2009

Huisartsen werken van oudsher klachtgericht en doen dat goed. Bij de overgrote meerderheid van medische problemen zijn ze in staat om binnen tien minuten een oplossing aan te dragen, en informeren dan vaak en passant ook nog even naar het gezin, het werk of andere actuele zaken. Tussendoor gaat dan nog de telefoon. Ze vergeten dus wel eens iets en soms komt het gewoon niet uit. Uit onderzoek blijkt dan ook dat huisartsen (secundaire) preventieve activiteiten die in NHG-Standaarden worden geadviseerd niet altijd uitvoeren, ook als daarvoor wel een indicatie bestaat. Behalve gebrek aan tijd en er even niet aan denken veronderstelt men ook gebrek aan kennis en vaardigheden.

Betere zorg door interventies

Allerlei interventies zouden het klinisch handelen van huisartsen moeten verbeteren, variërend van nascholing tot het bieden van spiegelinformatie. Deze hebben een slechts gering effect. Expertsystemen die - via het Huisarts Informatie Systeem - de huisarts voorzien van relevante informatie zijn dan een goedkope en mogelijk effectievere methode. Een recente Cochrane-review liet echter zien dat met een dergelijk expertsysteem de zorg gemiddeld genomen verbeterde bij slechts zo’n 5% van de patiënten. Er bestaan echter veel verschillende vormen van computerondersteunende besluitvormingssystemen en de effecten van verschillende vormen van het ‘ toedienen’ van de directe informatie zijn onbekend. Ook de auteurs van de Cochrane-review waren niet in staat om verschillen in de wijze van het aanbieden van informatie te analyseren. Desondanks leek het er toch op dat systemen die een respons van de gebruiker eisten een groter effect hadden dan systemen die dat niet deden en dat het gebruik van automatische pop-up-schermen beter werkte dan systemen die opgeroepen moesten worden door de gebruiker. In deze H&W rapporteren Van Wijk en zijn coauteurs over het verschil in effect tussen een zogenaamd ‘push’- (de computer herinnert de gebruiker ongevraagd) en ‘pull’-systeem (de gebruiker bevraagt de computer actief). Zij onderzochten of huisartsen daadwerkelijk het cholesterol lieten bepalen bij patiënten die volgens de NHG-Standaard in aanmerking kwamen voor een cholesterolmeting. Het verschil bleek indrukwekkend: het ‘pull’-systeem had weinig effect, het ‘push’-systeem des te meer. Het aantal patiënten dat op indicatie werd gescreend en behandeld verdubbelde. Geen echt verrassende uitkomst als je bedenkt dat we mogelijk te weinig aan ongevraagde interventies denken omdat ons hoofd daar nu eenmaal niet zo naar staat. Gebrek aan kennis en vaardigheden speelt klaarblijkelijk minder een rol bij deze preventieve activiteit, aangezien het therapeutisch handelen nauwelijks verbeterde bij gebruik van het ‘pull-systeem’.

Wat te doen?

Een ‘push’-systeem met automatische herinnering is dus een duidelijk handvat om onze zorg te verbeteren, maar niet teveel tegelijk a.u.b. Ik moet er niet aan denken dat ik me tijdens het spreekuur door talloze schermen heen worstel, die mij attenderen op vaccinaties, het voorschrijven van ascal, het doen van preventief onderzoek, het vragen naar werkomstandigheden, mogelijke interacties van geneesmiddelen en nog meer van dat soort zaken. Hier ligt een mooie taak voor de beroepsgroep. Laten we zelf bepalen wat we belangrijk vinden en dat niet overlaten aan de softwaremakers. Mij lijkt de secundaire preventie bij cardiovasculaire aandoeningen een mooi begin. Daar valt nog veel te halen. Henk van Weert

Literatuur

  • 1.Shojania KG, Jennings A, Mayhew A, Ramsay CR, Eccles MP, Grimshaw J. The effects of on-screen, point of care computer reminders on processes and outcomes of care. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009, Issue 3. Art. No.: CD001096. DOI: 10.1002/14651858.CD001096.pub2.
  • 2.Van Wyk JT, Van Wijk MAM, Sturkenboom MCJM, Mosseveld M, Moorman PW, Van der Lei J. Het effect van elektronische herinneringen bij de behandeling van dislipidemie. Huisarts Wet 2009;52(10):490-6.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen