Nieuws

MDR Polyfarmacie bij ouderen

Gepubliceerd
2 oktober 2013
Graag wil ik reageren op het artikel van Verduijn et al. over de multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen.1
Dit artikel is gepubliceerd in de rubriek nascholing en bevat een prima samenvatting van deze richtlijn en een voorstel voor de implementatie hiervan. De richtlijn Polyfarmacie heeft de potentie het medicatiegebruik sterk te verbeteren. Echter, de implementatiemethode die Verduijn et al. beschrijven is in niet veel praktijken haalbaar en levert dan ook niet het met de richtlijn beoogde resultaat op.
Mijn ervaring is dat collega’s die deze richtlijn willen invoeren algauw vastlopen in de door de auteurs beschreven methode en het project vervolgens gefrustreerd in de ijskast zetten. En dat terwijl een goede samenwerking tussen huisarts en deskundig apotheker ontzettend leuke gesprekken oplevert waarmee je je als huisarts gesteund voelt in de zorg voor een moeilijke patiënt en als apotheker de rol als medebehandelaar kunt invullen.
Als kaderhuisarts Beleid & Beheer weet ik dat het invoeren van de richtlijn om veranderingen vraagt op verschillende gebieden tegelijk, zoals dossiervoering, overlegstructuur, deskundigheid en instemming van de patiënt. Dat zijn veel veranderingen in een klein bedrijf als een huisartsenpraktijk. De beschreven implementatiemethode houdt daar mijn inziens geen rekening mee. Toch is er over het veranderen van processen in kleine bedrijven best het een en ander bekend. Kenmerken daarvan zijn een goede probleemanalyse en een stappenplan dat hierop aansluit.
In de regel is het motiverender te starten met patiënten bij wie de huisarts nu problemen ervaart dan met een systematische benadering. Tegelijkertijd kan een beeld worden gevormd over de omvang van de taak en kan de huisarts kiezen voor de methode van implementatie (enkele patiënten goed of veel patiënten minder goed).
De gemiddelde huisartsenpraktijk zal tussen de 100 en 150 polyfarmaciepatiënten hebben. We hebben domweg niet genoeg huisartsen en apothekers om die erbij te doen met de door de collega’s beschreven methodiek. Wel kunnen we met een aangepaste methodiek starten: een beperkte controle op een geselecteerde populatie kan ook al veel opleveren.
Eddy Reynders

Antwoord

Collega Reynders vraagt aandacht voor de implementatie van de richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Implementatie van medicatiebeoordeling zoals de richtlijn aanbeveelt vraagt inderdaad om ingrijpende veranderingen op verschillende gebieden tegelijk. Wij bevestigen dat dit kan zorgen voor de nodige frustratie. We hebben niet de indruk willen wekken dat starten met medicatiebeoordeling alleen zou kunnen volgens de systematische benadering uit de richtlijn, waarbij alle kwetsbare patiënten uit de hele huisartsenpraktijk in één keer volgens de beschreven methode beoordeeld zouden moeten worden. Wij sluiten ons van harte aan bij de aanbeveling van Reynders om te starten met de patiënten die de huisarts als kwetsbaar aanmerkt. Starten met het beoordelen van patiënten in de geboortemaand kan de werkbelasting ook spreiden. Door klein te beginnen en te leren van de ervaringen, kunnen de knelpunten in de praktijk geleidelijk worden aangepakt. Een beperkte selectie, en een eerste controle, kan inderdaad al veel opleveren. Door te starten met patiënten die de huisarts alleen zelf behandelt, behaalt men in de regel sneller succes en dat motiveert. Wij zijn verheugd over de ervaring van deze kaderhuisarts die zich gesteund voelt door de apotheker in de zorg voor een kwetsbare patiënt en overtuigd is van de meerwaarde van een goede samenwerking tussen huisarts en apotheker. Hopelijk dragen deze positieve ervaringen bij aan de verbetering van de randvoorwaarden en oplossing van de knelpunten.
Monique Verduijn, mede namens de auteurs,
Nederlands Huisartsen Genootschap

Literatuur

  • 1.Verduijn MM, Leendertse Aj, Moeselaar A, De Wit NJ. Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Huisarts Wet 2013;56:414-9.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.