Stortenbeker et al. onderzochten het effect van communicatie bij patiënten met SOLK. Zij analyseerden consulten van huisartsen achteraf op taalgebruik tijdens het lichamelijk onderzoek, de diagnose en het beleid. Hiertoe vergeleken zij 43 consulten van huisartsen uit de omgeving van Nijmegen bij SOLK-patiënten met 43 consulten van dezelfde huisarts bij patiënten met medisch verklaarbare klachten (MVK). De huisarts bepaalde zelf of het consult om MVK of SOLK ging. De patiënten werd gevraagd na het consult een enquête in te vullen over angstklachten.
Tijdens deze consulten brachten de huisartsen in totaal bijna 2600 boodschappen over (gemiddeld 32 per consult), iets meer positieve dan negatieve boodschappen (43,2 tegenover 39,3). De huisartsen presenteerden het overgrote deel van de boodschappen op een directe manier (74,8 tegen 24,2 indirecte boodschappen).
Het overbrengen van positieve boodschappen op een directe of indirecte manier bleek geen effect te hebben op de angst bij patiënten. Bij het overbrengen van negatieve boodschappen nam de angst bij patiënten met SOLK toe als dit op een directe manier gebeurde (bèta = 0,67; 95%-BI 0,07 tot 1,27).
De onderzoekers stellen voor om bij een negatieve boodschap op een indirecte manier te communiceren, bijvoorbeeld: ‘de behandeling zal geen positieve uitkomsten hebben’ in plaats van ‘de behandeling zal negatieve effecten hebben’. Of: ‘uw klachten worden niet minder’ in plaats van ‘uw klachten blijven hetzelfde’. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of de boodschap net zo goed overkomt met deze indirecte communicatie.
Literatuur
- Stortenbeker IA, et al. Quantifying positive communication.doctor's language and patient anxiety in primary care consultations. Patient Educ Couns 2018;101:1577-84. Doi: 10.1016/j.pec.2018.05.002.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.