Praktijk

Kennistoets: vragen

Gepubliceerd
1 september 2016
De kennistoets gaat over één artikel in dit nummer van H&W, namelijk: Nouwens E. Effecten van de NHG-Praktijkaccreditering. Huisarts Wet 2016;59(9):388-93. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van bronnen die daarbij aansluiten, zoals NHG-Standaarden, Farmacotherapeutisch Kompas en CBO-richtlijnen. De juiste antwoorden vindt u op pagina 424.
1. De NHG-Praktijkaccreditatie (NPA) toetst de kwaliteit van zorg in de huisartsenpraktijk. Nouwens doet in het artikel verslag van een onderzoek naar de effecten van de NPA. Wat is het doel van het onderzoek precies?
  • De effecten van audit en feedback evalueren.
  • De naleving van NHG-Standaarden evalueren.
  • De effectiviteit van een verbeterplan binnen de NPA evalueren.
  • De ervaringen van huisartsen na accreditatie peilen.

2. Deelname aan de NPA heeft positieve effecten op de huisartsenpraktijk. Zo rapporteren deelnemende praktijken een beter werkklimaat en meer gevoel van verantwoordelijkheid onder het personeel. Zij maken ook melding van een nadeel. Om welk nadeel gaat het?
  • Inzage in patiënt- en praktijkgegevens door derden.
  • Tijdsbelasting.
  • Verstoring van de reguliere patiëntenzorg.

3. Nouwens speculeert in het artikel over de vraag ‘waarom in de interventiegroep de harde uitkomstmaten (SBD en LDL) niet verbeterden maar verslechterden’. Wat noemt zij als mogelijke verklaring voor het negatieve resultaat?
  • De korte looptijd van het onderzoek.
  • De invloed van het natuurlijke beloop (verslechtering) van CVRM-risicofactoren.
  • Een vertekening van de uitkomsten doordat het beoogde aantal praktijken in de interventiegroep niet werd gehaald.
  • Een vertekening van de uitkomsten doordat het onderzoek niet dubbelblind werd uitgevoerd.

4. Het aantal personen met hypertensie dat in de jonge leeftijdsgroep (
  • Vanaf systolische bloeddrukken > 140 mmHg.
  • Pas vanaf systolische bloeddrukken > 160 mmHg.
  • Pas vanaf systolische bloeddrukken > 180 mmHg.

5. De NPA moedigt deelnemende praktijken aan tot een cyclische aanpak bij het verbeteren van hun kwaliteit. Wat is de correcte volgorde van het cyclische proces?
  • Controleren, bijstellen, ontwerpen, uitvoeren.
  • Ontwerpen, uitvoeren, controleren, bijstellen.
  • Uitvoeren, controleren, bijstellen, ontwerpen.

6. Het onderzoek van Nouwens maakt gebruik van ‘indicatoren’ om de onderzoeksvraagstelling, ‘wat is de kwaliteit van de geleverde CVRM-zorg?’, te kunnen beantwoorden. Wat maakt een indicator aan de onderzoeker duidelijk?
  • Het is een signaal om een toestand of toestandsverandering in beeld te brengen.
  • Het geef informatie over ‘hoe een individuele patiënt is ingesteld’.
  • Het geeft een directe verwijzing naar de kwaliteit van handelen van de arts.

7. Het artikel van Nouwens gaat over een onderzoek waarbij in de interventiegroep geen positieve onderzoeksresultaten gevonden werden. Vaak volgt op een onderzoek met negatieve resultaten geen publicatie. Wat is het gevolg als ‘negatief’ onderzoek niet gepubliceerd wordt?
  • Dit leidt ertoe dat deugdzame medicijnen en/of therapieën niet op de markt komen.
  • Dit leidt tot een vertekening van de effectiviteit van medicijnen en/of therapieën.
  • Dit leidt tot minder kosten omdat onwerkzame medicijnen en/of therapieën vroegtijdig worden gestopt.

8. De NPA hanteert de NHG-Standaarden ‘als maat en houvast’ bij de beoordeling van het medisch handelen in de huisartsenpraktijk. Toch kunnen huisartsen in een concrete situatie afwijken van de standaarden. Hoe luidt het standpunt van de NPA ten opzichte van afwijken van de NHG-Standaarden?
  • De NPA geeft aan dat alleen in het uiterste geval mag worden afgeweken.
  • De NPA geeft ruimte om af te wijken, maar wijst op het belang van openheid naar de patiënt.
  • De NPA geeft ruimte om af te wijken, maar wijst op vastlegging in het medisch dossier.
  • De NPA stelt geen voorwaarden aan afwijken.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen