Nieuws

Minder spoedzorg, nog minder kosten

Gepubliceerd
3 november 2016
Dossier
Het artikel ‘Meer spoedzorg, minder kosten’ in het julinummer van H&W meldt een toename van het aantal zelfverwijzers/-melders door de vorming van een gezamenlijk loket van huisartsenpost (HAP) en spoedeisende eerste hulp (SEH) in Zwolle.1 Het aantal zelfmelders op de HAP steeg met 264%, mede door overname van SEH-bezoekers.
Goed nieuws voor de SEH en zorgverzekeraars, maar geen goed nieuws voor huisartsen. Ook de HAP is er voor het leveren van spoedzorg en niet voor het behandelen van klachten die beter en goedkoper tijdens kantooruren door de eigen huisarts behandeld hadden kunnen worden. De werklast van huisartsen is de laatste jaren al fors verzwaard door onder andere toename van het aantal taken, bureaucratisering, vergrijzing en bezuinigingen in ggz en verzorgingshuizen. Naast het werk in de eigen praktijk is er de toenemende werklast door toename in aantal en zwaarte van de diensten. De oorzaken hiervan zijn deels gelijk aan de oorzaken van de toenemende werkdruk overdag.
Daarnaast is er op de HAP echter een andere dynamiek. Zo wordt er verplicht gewerkt met het NTS. Dit triagesysteem is absoluut niet gevalideerd voor het gebruik in de eerstelijns spoedzorg, maar wordt door management en IGZ gebruikt als ‘gouden standaard’ bij beoordeling van de kwaliteit van de zorg op de huisartsenposten. Dit systeem maakt de telefonische triage tijdrovend en genereert een overvloed aan U1- en U2-beoordelingen, waardoor verschuiving optreedt van telefonische adviezen naar consulten en visites.
Deze defensieve geneeskunde zou veiliger moeten zijn voor de patiënt, maar is dat wel zo? Naar mijn weten is dit nog niet onderzocht. Mijn antwoord zou zijn: nee. Ik doe al jaren mijn diensten op Huisartsenpost Rotterdam-Zuid en ervaar een toenemende onvrede onder medewerkers en patiënten. De hoge werkdruk op de huisartsenpost zorgt voor gestreste en vermoeide assistentes en dokters. Voor feedback geven aan elkaar is er amper gelegenheid en ontbreekt ook de veilige omgeving. Patiënten moeten lang wachten aan de telefoon – alle NTS-vragen moeten worden gesteld – en in de wachtkamer.
Laten we als huisartsen eerst onze eigen spoedzorg op orde brengen, alvorens ten koste van onszelf een oplossing aan te dragen voor het probleem van spoedeisende hulpen en zorgverzekeraars! Dat betekent: herbezinning op de invulling van de 24-uurszorg en de triage buiten kantooruren.
Yolanda Janssen

Antwoord

Mevrouw Jansen snijdt enkele zeer relevante punten aan ten aanzien van de werklast en de werkomstandigheden van huisartsen op huisartsenposten. Zij noemt hierbij niet zozeer de toegenomen vraag naar spoedzorg buiten kantooruren, maar heeft vooral moeite met het NTS. Tot nu toe is er geen beter systeem dat dit triagesysteem, dat onder meer door het NHG is ontwikkeld, kan vervangen. Hier gaat ons onderzoek echter niet over en dit is ook geen reden om de zelfverwijzers op de SEH te houden. Het onderzoek laat zien dat het gaat om zorg die uitstekend op de HAP geleverd kan worden. De aantallen lijken hoog, maar in perspectief gezet valt dat mee. Op een totaal van 11.000 contacten is het aantal zelfmelders gestegen van 324 naar 855 patiënten, een toename van 531: dit in een periode van 121 dagen, in totaal 2181 uur. Dat betekent dat er, na de verhuizing van de HAP in Zwolle naar het terrein van Isala, elke vier uur één extra zelfmelder is op de HAP.
Patiënten hebben verschillende redenen om buiten kantooruren naar de HAP en SEH te gaan in plaats van tijdens kantooruren naar de eigen huisarts. De oplossing ligt niet bij het leveren van huisartsgeneeskundige zorg op de SEH. Een goede samenwerking tussen de HAP en SEH is echter van groot belang om de toenemende vraag naar spoedzorg buiten kantooruren in goede banen te leiden.
Annemiek Bosch

Literatuur

  • 1.Bosch-van Nuenen A, De Jong D, Bongers F, Mulder H, Meulman D, Verloop M, et al. Meer spoedzorg, minder kosten. Huisarts Wet 2016;59:292-6.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen