Nieuws

Code of Practice Euthanasie nog weinig bekend

Gepubliceerd
1 december 2016
Dossier
Weet u als huisarts hoe uw handelen bij euthanasie wordt beoordeeld? De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE’s) publiceerden hierover in april 2015 een Code of Practice (zie [kader]). Aanleiding voor het opstellen van deze code was de aanbeveling in de Tweede Evaluatie van de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL) om de wijze waarop de RTE’s de wettelijke zorgvuldigheidseisen interpreteren en toepassen inzichtelijk te maken voor artsen en voor de samenleving als geheel. De ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie alsmede de KNMG onderschreven deze aanbeveling.
Een jaar na het verschijnen is gekeken naar bekendheid en gebruik van en mening over de Code of Practice. Tussen 8 februari en 8 maart 2016 is een korte enquête met zeven vragen opgestuurd door RTE’s naar uitvoerend artsen en SCEN-artsen die betrokken waren bij een euthanasie. De respons was hoog: 760 (68%) van de 1118 verzonden enquêtes. Opvallend is dat de meeste SCEN-consulenten (89%) de code kennen, terwijl de meeste uitvoerend artsen (79%) de code niet kennen. Dit verschil is mogelijk te verklaren doordat alle SCEN-artsen de code in hard copy of digitaal ontvangen hebben. Ook is er weinig publieke aandacht voor de code geweest en zijn SCEN-artsen frequenter betrokken bij een euthanasie dan uitvoerend artsen.
De code wordt vooral geraadpleegd als het gaat om de inhoudelijke vereisten van het lijden en het verzoek om euthanasie. Bij het vereiste van het lijden noemen artsen met name de volgende drie actuele thema’s: psychiatrische aandoening, dementie en ‘klaar met leven’. Ook thema’s die niet in de enquête stonden maar die wel door artsen werden genoemd, hebben een relatie met verzoek of lijden: wilsbekwaamheid, stapeling van ouderdomsklachten en de combinatie van somatische en psychiatrische aandoeningen.
Uit de enquête blijkt dat verschillende SCEN-artsen de code ter sprake brengen bij ingewikkelde casus. Zo geeft een SCEN-arts aan dat hij een uitvoerend arts met vragen over wilsbekwaamheid bij een patiënt met hersenmetastasen heeft gewezen op passages in de code, waarmee je beslissingen binnen de wettelijke kaders kunt plaatsen.

Steun en duidelijkheid bij beoordelen grensgevallen

Artsen geven aan dat zij in de Code of Practice over het algemeen een antwoord vinden op hun vragen. Daaruit blijkt dat de code zijn functie vervult. Een arts schrijft: ‘Omdat euthanasie niet zo vaak voorkomt in een gemiddelde praktijk, is zorgvuldigheid goed te bereiken met de Code of Practice als leidraad.’ Een andere arts meldt: ‘Gezien het multifactoriële lijden bij een niet-maligne aandoening, zou ik zeker aanraden hoofdstuk 3.3 te lezen.’
Vrijwel alle artsen die de Code kennen zijn er (zeer) tevreden over en 99% van hen zou de code aanraden aan andere artsen. Kwalificaties die artsen gebruiken zijn: ‘het zou voor iedere arts verplichte kost moeten worden’, ‘zou vaker aan de arts moeten worden gegeven bij nascholing’, ‘prima naslagwerk’, ‘handzaam’, ‘overzichtelijk’, ‘toegankelijk’, ‘vaak concreet’, ‘geweldige ondersteuning bij toelichting aan anderen’, ‘zeer verhelderend’, ‘geeft steun en duidelijkheid bij beoordelen van grensgevallen’. Enkele SCEN-artsen geven aan dat ze de code ook bij de SCEN-intervisie bespreken en gebruiken.
Uit de enquête blijkt dat er slechts enkele kritiekpunten zijn: ‘ik mis een stuk over wilsbekwaamheid’, ‘stuk over ondraaglijkheid had wel wat uitgebreider gemogen’, ‘verwijzingen naar specifieke oordelen RTE zou aanvullend zijn’. Deze en andere opmerkingen geven aanleiding om de Code de komende maanden te herzien. Ook zijn de RTE’s van oordeel dat meer gedaan moet worden aan de bekendheid van de code onder uitvoerend artsen. Daarover zal de voorzitter van de RTE’s contact zoeken met de KNMG. Aan- en opmerkingen over de Code zijn uiteraard zeer welkom. Zij kunnen worden gestuurd aan Nicole Visee, algemeen secretaris van de RTE’s: N.Visee@toetscie.nl.

Code of Practice

In de Code of Practice worden eerst kort het wettelijk kader en de werkwijze van de RTE’s uiteengezet. Daarna worden de wettelijke zorgvuldigheidseisen besproken en aansluitend komen enkele bijzondere onderwerpen aan bod, waaronder de schriftelijke wilsverklaring, patiënten met dementie, ‘klaar met leven’-problematiek en euthanasie bij verlaagd bewustzijn en coma. Daarmee geeft de Code of Practice een overzicht van de aspecten en overwegingen die relevant zijn met betrekking tot de wettelijke zorgvuldigheidseisen betreffende euthanasie.
De code is te downloaden via http://www.euthanasiecommissie.nl/uitspraken/brochures/brochures/code-of-practice/1/code-of-practice

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen