Nieuws

Kindermishandeling, een ondergeschoven kind?

De gemiddelde huisarts krijgt er elk jaar een mishandeld kind bij in de praktijk. Toch blijkt dat niet uit huisartsregistratiegegevens. Hoe komt dat?

Mishandeling gemeld

Bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) zijn in 2001 10.491 nieuwe gevallen van kindermishandeling gemeld. Dit komt neer op 297 kinderen per 100.000 kinderen tot 18 jaar. Volgens het AMK vormen de meldingen, die onder meer afkomstig zijn van de school en de buurt, nog maar het topje van de ijsberg. Nederland telt bijna 8000 huisartsen; dat betekent dat een huisarts per jaar gemiddeld minstens één nieuw geval van kindermishandeling in de praktijk heeft.

Mishandeling geregistreerd door de huisarts

Huisartsen zijn door hun rol als gezinsarts in een ideale positie om kindermishandeling te signaleren. De huisarts staat dicht bij de patiënt, kent vaak het hele gezin en is daarom bij uitstek degene die zicht heeft op situaties waarin kindermishandeling voorkomt. Maar is dat ook zo in de praktijk? De Tweede Nationale Studie (NS2) bevat gegevens over 45 kinderen (30 meisjes en 15 jongens), bij wie een panel van deskundigen op basis van de tekst in het medisch dossier geconcludeerd heeft dat het om een nieuw geval van kindermishandeling ging. Dit komt neer op 52 per 100.000 kinderen in de huisartsenpraktijk (tabel), ofwel een zesde van het aantal mishandelde kinderen dat in 2001 is gemeld bij het AMK.

TabelAantal nieuwe gevallen van kindermishandeling in 2001, naar leeftijd, absoluut aantal en per 100.000 kinderen


Verwaarlozing221016 7
Fysieke mishandeling0117110 12
Psychische/emotionele mishandeling001023 4
Seksueel misbruik0569323 27
Onduidelijk* 002013 4
Totaal281116845 52
* Onder deze categorie vallen kinderen bij wie niet is gespecificeerd om wat voor soort mishandeling het gaat.
Huisartsen zien in verhouding weinig jongens die het slachtoffer zijn van kindermishandeling; bij het AMK betreft het de helft van de kinderen, bij de huisartsen een derde. Het aantal kinderen dat seksueel misbruikt is, is in de huisartsenpraktijk ongeveer even groot als bij het AMK, respectievelijk 27 en 20 per 100.000. Huisartsen registreren dus vooral seksueel misbruik bij kinderen. Uit de literatuur is bekend dat fysieke mishandeling vooral bij jonge kinderen voorkomt; huisartsen registreren dit vooral bij de 10-15-jarigen.

Blinde vlek?

Huisartsen registreren niet vaak kindermishandeling of een vermoeden daarvan in het dossier. Dit speelt met name bij de heel jonge kinderen en bij jongens. Of deze kinderen in contact met de huisarts komen, of er sprake is van een blinde vlek of van een bewuste onderregistratie, is op grond van de hier gepresenteerde gegevens niet te concluderen. Soms zal de huisarts er bewust voor kiezen om bijvoorbeeld alleen de aard van de verwonding te registreren en niet de (mogelijke) oorzaak. Het inzagerecht van de patiënt kan hierbij een rol spelen. Doordat huisartsen tegenwoordig vaak parttime werken en centrale huisartsenposten buiten kantooruren de huisartsenzorg voor hun rekening nemen, zien patiënten steeds minder vaak dezelfde huisarts. Wanneer signalen die wijzen op kindermishandeling, zoals verdachte trauma’s, niet worden geregistreerd, blijven veel gevallen van kindermishandeling buiten beeld. Wanneer huisartsen hun vermoedens van kindermishandeling goed documenteren en alle feiten noteren waar zij hun vermoedens op baseren, kunnen zij een bijdrage leveren aan de tijdige signalering van kindermishandeling en daarmee aan het welzijn van het kind.

De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd op LINH-gegevens in het kader van de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk (www.nivel.nl/ns2). LINH is een project van NIVEL, WOK, LHV en NHG. In 2001 participeerden ruim 120 huisartsenpraktijken. Voor meer informatie over LINH en over de hier beschreven gegevens kunt u terecht op de website (www.linh.nl). Reacties naar S.S.L. Mol@umcutrecht.nl.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen