Praktijk

De huilbaby

Gepubliceerd
10 december 2008

Probleem

Ouders die bij de dokter komen omdat hun baby zo huilt, zijn vaak ten einde raad. Het huilen roept bij hen heftige emotionele reacties op: ze zijn bezorgd over het lichamelijk welzijn van het kind, ze voelen zich tekortschieten, en zijn uitgeput door de verstoring van het dagelijkse ritme. Een gewoon consult is te kort om het probleem goed aan te pakken. Er is tijd nodig om het verhaal van de ouders goed op tafel te krijgen en voor een effectieve behandeling. Een brede benadering met aandacht voor lichamelijke, emotionele, cognitieve en gedragsmatige aspecten is essentieel.

Wat moet ik weten?

Is er sprake van excessief huilen? Elke normale zuigeling huilt, de duur hangt af van de leeftijd. Vlak na de geboorte huilt een kind een tot anderhalf uur per dag; rond de zesde week piekt het huilen met twee tot tweeënhalf uur; daarna neemt de huilduur af tot ongeveer een uur per dag. Om onderscheid te maken tussen normaal en excessief huilen gebruikt men de ‘regel van drie’: excessief huilen is langer dan drie uur per dag, op drie of meer dagen per week, gedurende minimaal drie weken. Voorwaarde voor de diagnose ‘huilbaby’ is dat de baby verder goed groeit en gezond is. Meestal gaan die twee zaken samen. Er is onvoldoende bewijs dat het effectief is om gewone flesvoeding te vervangen door hypoallergene voeding, soja- of laaglactosevoedingen. Huilbaby’s met een positieve gezinsanamnese voor atopie (minimaal 1 gezinslid met een atopische aandoening) hebben mogelijk wel baat bij hypoallergene voeding. Bij deze kinderen is het huilen een symptoom van koemelkallergie. Waarschijnlijk geldt deze uitzondering voor ongeveer 1 op elke 10 huilbaby’s. Op soja gebaseerde voeding is niet aan te raden, omdat de baby dan een soja-allergie kan ontwikkelen, wat vervelender is dan koemelkallergie. Ook van de volgende adviezen is de effectiviteit niet bewezen: stimuli verminderen, babymassage, specifieke adviezen voor babyverzorging, inbakeren of manipulatie van de cervicale wervelkolom. Het helpt ook niet om te stoppen met borstvoeding. Het meer wiegen en dragen van de baby helpt evenmin en verhoogt mogelijk alleen maar de onrust. Het is waarschijnlijk – maar niet bewezen – dat rust en regelmaat goede uitgangspunten zijn bij het behandelen van een huilbaby.

Wat moet ik doen?

Het allerbelangrijkste is dat de huisarts de tijd neemt voor een goed gesprek. In dat gesprek moet het probleem in zijn gehele omvang op tafel komen. Het gaat hierbij om een goede afbakening van de klacht: op welke leeftijd is het huilen begonnen, hoe lang huilt het kind en wanneer? Vervolgens besteedt de huisarts aandacht aan de voeding: borst- of flesvoeding, hoeveelheid voeding, relatie tussen tijdstip van voeden en huilen, regelmaat van voedingstijden. Daarna informeert de huisarts naar het ritme van het kind: is er sprake van regelmaat, hoe slaapt het kind? De huisarts peilt ongerustheid en de redenen daarvoor. Hij informeert naar gedachten en fantasieën van ouders rond het huilen. De huisarts moet inventariseren wat de ouders al gedaan hebben. Als dit al niet door de consultatiebureauarts is gedaan, kan de huisarts een specifieke anamnese afnemen en eventueel een lichamelijk onderzoek doen. Zoals gezegd, moet hierbij aandacht zijn voor atopie bij gezinsleden. De huisarts spreekt expliciet een herhalingsconsult af na een week om te evalueren welke effecten de adviezen gehad hebben en welke adviezen slecht uitvoerbaar waren.

Wat moet ik uitleggen?

Het is belangrijk aan de ouders te vertellen dat het huilen niet wordt veroorzaakt door ziekte en dat het in de meeste gevallen overgaat als het kind vier tot vijf maanden oud is. Veel ouders denken dat het kind iets moet mankeren, omdat ze huilen als een signaal beschouwen. Besteed hier expliciet aandacht aan en controleer of de ouders werkelijk gerustgesteld zijn. Kenmerkend voor het probleem is dat ouders zeer veel adviezen krijgen van veel verschillende hulpverleners en ook van leken. Vaak zijn deze adviezen strijdig met elkaar en hebben ouders elke paar dagen een andere aanpak geprobeerd. Het is goed mogelijk dat door de steeds wisselende aanpak een vicieuze cirkel is ontstaan, waarbij de onzekerheid van de ouders het huilen bevordert en omgekeerd. Geef de ouders dan ook het advies zich te richten op één hulpverlener en niet steeds iets nieuws te proberen. Adviseer rust en regelmaat (in voedings- en slaaptijden) en maak duidelijk dat het steeds bezig zijn met het kind de onrust alleen maar vergroot. Het ritme wordt bovendien vaak verstoord door interventies van de ouders zelf: kind uit bed nemen, steeds met het kind rondlopen of extra voeding aanbieden. Leg uit dat het beter is de baby in bed te laten liggen dan hem steeds op te pakken. Vertel erbij dat ouders hierdoor vaak het gevoel krijgen slechte ouders te zijn, maar dat ze dat niet zijn. Benadruk dat ze consequent moeten zijn: het doorvoeren van deze lijn kan in het begin het huilen doen toenemen, maar leidt in veel gevallen na enkele dagen tot een rustiger kind. Vertel de ouders aan wie u een proef met hypoallergene voeding adviseert dat ze het effect binnen enkele dagen kunnen verwachten en dat ze, indien de voeding helpt, hiermee enkele maanden moeten doorgaan.

Literatuur

  • 1.Lucassen P. Infantile colic. BMJ Clin Evid 2007;7:309-17.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen