NHG Forum

Een nieuwe visie op de huisarts:

Gepubliceerd
10 april 2001

Samenvatting

De huidige visie op de huisartsgeneeskunde is nog steeds gebaseerd op de conclusies van de Woudschoten-Conferentie uit 1958. Een groep prominente huisartsen formuleerde toen als uitgangspunt voor de huisartsgeneeskunde: ‘het aanvaarden van de verantwoordelijkheid voor een continue, integrale en persoonlijke zorg voor de gezondheid van de aan de huisarts toevertrouwde individuele mensen en gezinnen’. Tal van redenen maken het echter nodig de positie van de huisartsgeneeskunde binnen de gezondheidszorg te heroverwegen.

Maatschappelijke ontwikkelingen

Er zijn nogal wat ontwikkelingen gaande die een grote invloed hebben op het beroep als huisarts. De vergrijzing van de bevolking leidt bijvoorbeeld tot een toenemende zorg voor chronisch zieken en verschillende partijen eigenen zich een rol toe in de ‘ketenzorg’. De patiënten worden mondiger, gedragen zich als consument, vragen meer uitleg, raadplegen andere informatiebronnen, vragen een second opinion en willen zelf bepalen bij wie zij te rade gaan met hun gezondheidsprobleem. Zorgverzekeraars gaan zich steeds meer opstellen als ‘schadeverzekeraars’. De daarbij behorende opvattingen, bijvoorbeeld over ‘passende zorg’, staan nogal eens op gespannen voet met de ‘evidence based medicine’ en de daaraan inherente terughoudendheid waarop de werkwijze binnen de huisartsgeneeskunde is gebaseerd. De druk op de ziekenhuiszorg neemt toe, er zijn overvolle wachtlijsten, en er is een tendens binnen de tweede lijn om patiënten steeds sneller terug te verwijzen naar de huisarts. Anderzijds ondernemen moderne ziekenhuizen steeds meer outreaching activiteiten, waarbij de grenzen tussen eerste en tweede lijn vervagen. En een toenemend aantal zorgaanbieders toont zich bereid een deel van de taken van de huisarts over te nemen, zoals Arbodiensten, consultatiebureaus, diabetesdiensten, fysiotherapeuten, apothekers, en allerlei andere categorale instellingen en hulpverleners. ICT-ontwikkelingen hebben ook al consequenties voor het werk van de huisarts. Er zijn expertsystemen in ontwikkeling binnen de gezondheidszorg, zelfs via Internet, die naar verwachting een grote vlucht gaan nemen. En ongetwijfeld zal dit invloed hebben op het gedrag van patiënten binnen het zorgsysteem. Tot slot zijn de internationale ontwikkelingen van belang voor de positie van de huisarts. De eenwording binnen Europa zal waarschijnlijk doorzetten, ook op het terrein van de gezondheidszorg. En de rol en functie van de huisarts in de diverse Europese landen verschilt sterk.

Ontwikkelingen binnen de huisartgeneeskunde

Ook binnen de huisartsgeneeskunde zelf zijn grote veranderingen gaande. Een snel toenemend aantal huisartsen is vrouw en het overgrote deel van de jonge huisartsen (ook de mannen) wil parttime werken, waardoor de behoefte aan samenwerken toeneemt. Hoe zit het dan met de continuïteit van zorg? En staat die niet ook al onder druk door de ontwikkeling van de grootschalige dienstenstructuren? Wordt de spoedeisende geneeskunde wellicht een aparte voorziening? Het tekort aan huisartsen wordt mede ondervangen door de introductie van de praktijkondersteuners, maar hoe gaat de voorziening huisartsgeneeskunde er dan uitzien? Kunnen we nog wel spreken van een toekomstvisie op het beroep als huisarts of veeleer op de voorziening huisartsgeneeskunde? Daarbij is de kennis binnen de huisartsgeneeskunde de afgelopen jaren sterk toegenomen. Is het hele palet van huisartsgeneeskundige vaardigheden nog wel te behappen voor de (parttime) huisarts van de toekomst? Is differentiatie/specialisatie binnen praktijken hiervoor de oplossing? En zo ja, wat betekent dat dan voor de persoonlijke, continue en integrale zorg?

Ambitie

Meer vragen dan antwoorden, en veel onzekerheden. Daarom is het hoog tijd voor het formuleren van een nieuwe visie op de huisartsgeneeskunde waarmee de beroepsgroep weer zeker tien jaar vooruit kan. Essentieel is dat de huisarts hierin zelf keuzes maakt, uitgaande van de eigen kracht en wensen. Een intensieve betrokkenheid van met name de jongere collega's is al even belangrijk. Het visieproject zal moeten leiden tot een zelfgekozen functieprofiel, en tot een visie waar de gehele beroepsgroep zich achter kan scharen. Een visie die wat het NHG-bestuur betreft vanuit inhoudelijk perspectief veel ambitie mag uitstralen, zonder dat daarbij de realiteit uit het oog mag worden verloren. Het wordt een spannende maar uiterst interessante en belangrijke exercitie.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen