Nieuws

De effectiviteit van anti-depressiva bij depressieve, demente patiënten

Door
Gepubliceerd
10 april 2003

Achtergrond Hoewel de klinische effectiviteit van antidepressiva bij de behandeling van depressies bij patiënten met dementie niet aangetoond is, worden zij toch vaak voorgeschreven. Veel trials zijn te klein om goede schattingen te geven van de bescheiden effecten die reëel verwacht mogen worden. Het samenvoegen van de informatie uit de verschillende trials zou het te verwachten effect beter zichtbaar kunnen maken. Doel Vaststellen of antidepressiva klinisch effectief en acceptabel zijn voor de behandeling van patiënten met de diagnose depressie en dementie. Zoekstrategie en selectie Gezocht werd in het CDCIG Specialized Register, waarin gegevens zijn opgenomen van alle grote medische databestanden en veel trials. Er werd gebruikgemaakt van een uitgebreide lijst met zoekwoorden. Tevens werden de medische afdelingen van farmaceutische bedrijven gevraagd de gegevens van relevante trials te leveren. Waar nodig werden auteurs van trials benaderd met een verzoek om extra informatie. Alle relevante dubbelblinde, gerandomiseerde trials zonder confounding werden ingesloten waarin een antidepressivum vergeleken werd met placebo bij patiënten met depressie en dementie. Twee onafhankelijke reviewers beoordeelden de gegevens en verschillen werden besproken tot overeenkomst werd bereikt. Resultaten Er waren 6 onderzoeken (n=739) die aan de insluitingscriteria voldeden; 4 hiervan rapporteerden (n=234) de resultaten voldoende gedetailleerd. Eén onderzoek rapporteerde alleen bijwerkingen; de meta-analyse over effectiviteit kon daarom maar op 3 onderzoeken gebaseerd worden (n=107). Hiervan vergeleken 2 onderzoeken een tricyclisch antidepressivum met placebo en slechts één onderzoek een SSRI met placebo. Dit laatste onderzoek (n=22) liet op twee schalen significante verschillen zien in het voordeel van behandeling: de Cornellschaal voor depressie in dementie (bij 6-9 weken) (WMD -7,1; 95%-BI -13,05 – -1,15) en een beoordeling door de psychiater (OR 8,17 (1,58-42,09)). Op andere schalen (cognitie, ADL) werden geen significante verschillen gevonden. De meta-analyse gericht op het aantal patiënten met ten minste één bijwerking (bij 6-9 weken) liet een significant verschil zien in het voordeel van placebo. Conclusie De schaarse beschikbare gegevens laten zien dat antidepressiva bij patiënten met dementie en depressie matig effectief zijn. Het aantal geschikte onderzoeken is klein en de onderzochte patiëntengroep ook. Slechts in één onderzoek werd het effect van een SSRI ten opzichte van placebo onderzocht. Het bewijs voor de effectiviteit van antidepressiva bij depressie en dementie is gering bij gebrek aan gegevens. Omdat antidepressiva wel bijwerkingen geven, moeten ze bij deze groep patiënten niet lichtvaardig voorgeschreven worden.

Commentaar

Symptomen van dementie en depressie komen regelmatig gelijktijdig voor bij één patiënt. Ten eerste zijn er overlappende symptomen zoals apathie en interesseverlies. Daarnaast kan een depressie gepaard gaan met cognitief functieverlies (vergeetachtigheid, concentratieproblemen) en kan een dementie gepaard gaan met depressieve symptomen. Maar ook beide syndromen kunnen gelijktijdig voorkomen. Naar schatting komt bij 10-20% van de Alzheimerpatiënten een ernstige depressie voor. Het is daarom zinvol om te proberen meer inzicht te krijgen in het effect van behandeling met antidepressiva. De onderzoekers hebben een zorgvuldige procedure gevolgd en goede diagnostische criteria gebruikt voor zowel dementie als depressie. Een probleem bij het gebruik van meetinstrumenten is dat er nu eenmaal verschillende, onderling niet altijd goed vergelijkbare schalen in omloop zijn. Mede door de strenge selectie werden er maar weinig geschikte onderzoeken gevonden, met weinig patiënten. De kwaliteit van de review is daardoor goed te noemen, maar de zeggingskracht beperkt. Toch is er enig bewijs voor een positief effect van SSRI's bij de behandeling van depressieve, demente patiënten. Er is een gering effect op de stemming; op de cognitie en op het dagelijks functioneren is er geen effect. Gezien de bekende bijwerkingen van SSRI's en de gevoeligheid van ouderen voor medicatie is terughoudendheid bij het voorschrijven wel op zijn plaats. Als een demente patiënt depressief wordt, vormt dit een nog grotere belasting voor de patiënt en diens verzorgers dan bij dementie alleen, en cognitieve therapie is bij deze patiëntengroep niet aangewezen. Hoewel het in theorie wel mogelijk is dat belevingsgerichte therapie effect heeft op de depressieve symptomen, is dit vooralsnog niet aangetoond. De NHG-Standaard Dementie adviseert een proefbehandeling met antidepressiva indien de huisarts twijfelt tussen de diagnose depressie en dementie. Behandeling van een depressie bij een demente patiënt wordt niet expliciet genoemd. In de Richtlijn Probleemgedrag van de verpleeghuisartsen1 wordt behandeling met antidepressiva wel geadviseerd indien andere interventies niet mogelijk of niet effectief zijn. Altijd dienen risico's meegewogen te worden en effect en bijwerkingen zorgvuldig beoordeeld. Er is enig bewijs dat antidepressiva voor de behandeling van een depressie bij demente patiënten een (gering) effect hebben. Een terughoudend voorschrijfbeleid, waarbij het effect en het optreden van bijwerkingen zorgvuldig worden beoordeeld, is op zijn plaats.

Literatuur

  • 1.NVVA-Richtlijn probleemgedrag. Tijdschrift Verpleeghuisgeneeskunde 2002;26:5-31.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen