Praktijk

Kennistoets: antwoorden

Gepubliceerd
29 mei 2013
1. Juist / 2. Onjuist / 3. Juist
Het belangrijkste kenmerk van polycythaemia vera is een sterke absolute vermeerdering van de rode bloedcellen en hun voorlopers in het beenmerg. Meestal gaat hiermee een stijging van het aantal granulocyten en trombocyten gepaard. Kenmerkend voor polycythaemia vera is de aquagene pruritus: hevige jeuk die ontstaat na baden of douchen en bij temperatuurwisselingen. Andere symptomen zijn een blauwrood gelaat en opvallend rode slijmvliezen (met name van de conjunctivae en het gehemelte) door het openen van het capillaire systeem voor een betere doorbloeding van de weefsels bij het toegenomen bloedvolume. Verminderde vaatdoorstroming leidt tot hoofdpijn en duizeligheid, neus- en huidbloedingen en diffuse pijnen in extremiteiten en buik. Bij lichamelijk onderzoek is er vaak een splenomegalie en is de bloeddruk dikwijls verhoogd.
Stehouwer CDA, Koopmans RP, Van der Meer J, redactie. Interne geneeskunde. 14e herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2010.
De Jongh TOH, De Vries H, Grundmeijer HGLM, redactie. Diagnostiek van alledaagse klachten. 3e herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2010.
4. Juist / 5. Onjuist
Een verlaagde visus (minder dan 1,0) bij een patiënt van zes tot twintig jaar berust meestal op een zich ontwikkelende myopie. Indien de visus duidelijk verbetert (of normaal wordt) met het negatieve lensje is de diagnose zeker. Zes- tot twintigjarigen bij wie het visusonderzoek leidt tot de diagnose myopie worden verwezen naar de opticien of optometrist. Bij myopie of bijziendheid is de oogas te lang in verhouding tot de refractieve sterkte van het oog, door een lange achterste oogkamer of te sterk brekende media. Evenwijdig invallende lichtstralen vanuit een punt op oneindig vormen een scherp punt vóór de retina. Op de retina vormt zich een verstrooiingscirkel. De persoon ziet onscherp in de verte en scherp op korte afstand. Dit kan gecorrigeerd worden met sferisch-negatieve lenzen.
Cleveringa JP, Oltheten JMT, Blom GH, Baggen MEJM, Wiersma Tj. NHG-Standaard Refractieafwijkingen. www.nhg.org.
6. Onjuist / 7. Juist / 8. Onjuist
Fysiologisch vaginaal bloedverlies bij zuigelingen komt voor bij 3-10 % van de pasgeboren meisjes. Het is een onttrekkingsbloeding na het wegvallen van de moederlijke hormonen na de bevalling, wat aan ouders begrijpelijk is uit te leggen als ‘een soort menstruatie’. Het bloedverlies begint tussen de tweede en tiende dag postpartum en houdt maximaal een week aan. De hoeveelheid is meestal gering. Als op grond van anamnese en inspectie van de luier fysiologisch vaginaal bloedverlies waarschijnlijk is, kan verder onderzoek achterwege blijven.
Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W. Kleine kwalen bij kinderen. Tweede druk. Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg, 2009.
9. Onjuist / 10.Onjuist
Antipsychotica vormen de hoeksteen van de behandeling van de psychotische symptomen bij schizofrenie. Ze hebben met name effect op de positieve symptomen. Antipsychotische onderhoudsmedicatie is levenslang nodig om terugval te voorkomen. Vanwege de kans op bijwerkingen, waaronder tardieve dyskinesie, wordt een lage onderhoudsdosering voorgeschreven. Schizofrenie wordt daarnaast behandeld met psychosociale ondersteuning zoals psychotherapie, gezinstherapie, dagstructurering en sociale vaardigheidstraining; zonder antipsychotica geven deze behandelingen echter een te grote kans op terugval.
Hengeveld MW, Van Balkom AJLM, redactie. Leerboek psychiatrie. 2e geheel herziene druk.Utrecht: De Tijdstroom, 2009.
Farmacotherapeutisch Kompas. www.fk.cvz.
Van Balkom AJLM, Hengeveld MW, redactie. Probleemgeoriënteerd denken in de psychiatrie. Utrecht: De Tijdstroom, 2005.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen