Nieuws

Zorgconsumptie op huisartsenposten

Gepubliceerd
5 maart 2014
Dossier
Sinds de oprichting van de huisartsenpost in het jaar 2000, is de totale gezamenlijke zorgconsumptie op de posten gegroeid naar ruim vier miljoen verrichtingen in 2012. Dat is gemiddeld 244 verrichtingen per 1000 inwoners, en daarin zit grote regionale variatie. De verrichtingen zijn onder te verdelen in telefonische consulten, consulten op de huisartsenpost en visites. We brachten de verrichtingen in kaart over de jaren 2005-2012. Verder onderzochten we de verschillen in zorgconsumptie tussen huisartsenposten. We maakten hierbij gebruik van de landelijke benchmarkgegevens van de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN).

Trends in type verrichting

Het aantal visites is in de periode 2005-2012 nagenoeg gelijk gebleven [figuur 1]. Het aantal consulten en telefonische consulten toont een stijgende lijn tot 2009. In 2009 is er een piek door de grieppandemie. Daarna zien we een afvlakking, met zelfs een lichte daling in 2012. Deze trend is opmerkelijk, want het aantal consulten in de huisartsenzorg overdag stijgt nog steeds. Bovendien zit de huisartsenpost in steeds meer regio’s vóór de spoedeisende hulp (SEH), met als doel dat de huisartsenpost meer zelfverwijzers van de SEH overneemt.
In 2005 was de percentuele verdeling telefonisch consult, consult en visite respectievelijk 37,3%, 49,9% en 12,4%. In 2012 was deze verdeling 40,7%, 49,6% en 9,7%. Er worden naar verhouding dus minder visites gereden en meer contacten telefonisch afgehandeld.

Verschillen tussen huisartsenposten

[Figuur 2] toont de zorgconsumptie van de Nederlandse huisartsendienstenstructuren (HDS’en), die bestaan uit één of meerdere huisartsenposten. De zorgconsumptie tussen HDS’en verschilt aanzienlijk. De HDS met de laagste zorgconsumptie per inwoner heeft bijzondere demografische omstandigheden. Als we deze buiten beschouwing laten, varieert de zorgconsumptie tussen de 170 en 303 contacten per 1000 inwoners. Dit betekent dat de inwoners in de ene regio bijna 80% vaker contact zoeken met een huisartsenpost dan in een ander deel van Nederland.
Uit verdiepend onderzoek bleek dat de zorgconsumptie op de huisartsenpost hoger is in regio’s met een lage sociaal-economische status (SES) van de patiëntenpopulatie. Ook bleek dat de zorgconsumptie hoger is bij colocatie van de huisartsenpost met een ziekenhuis. Verder is bij huisartsenposten met een hoge zorgconsumptie vaker een dienstapotheek gevestigd. Tot slot is (na correctie voor SES) de zorgconsumptie op de huisartsenpost in de Randstad lager dan in de rest van Nederland.

Conclusie

Het aantal contacten met de huisartsenpost is sinds 2005 sterk gegroeid, maar lijkt de laatste jaren te stabiliseren en zelfs licht af te nemen, ondanks de blijvende groei in de huisartsenzorg overdag.
Er zijn grote verschillen in zorgconsumptie tussen huisartsenposten, die niet alleen te maken hebben met verschillen in patiëntenpopulaties, maar ook met organisatieverschillen zoals colocatie met een ziekenhuis.
De resultaten zijn gebaseerd op de landelijke VHN-benchmark van 2012 (Benchmarkbulletin 2012). Hieraan namen 54 HDSen deel met gezamenlijk 124 huisartsenposten.
De verdiepende analyses zijn uitgevoerd met gegevens van de VHN-benchmark (2011), het CBS (2011) en SCP (2010).
Correspondentie: Radboudumc, IQ healthcare, Nijmegen: marleen.smits@radboudumc.nl.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen