Praktijk

Ecg-casus: Duizelig bij bukken - Antwoord

Gepubliceerd
26 juli 2016

Antwoorden

 

Systematische ECG-beschrijving, conclusie, beleid volgens ECG-10+

  1. Frequentie en regelmaat | De frequentie is te snel (tachycardie): 120 slagen/min. Het ritme is dus irregulair.
  2. As | Afleiding I en avF zijn beide positief. De as is normaal.
  3. P-top | Er zijn geen duidelijke P-toppen te zien. In aVF is af en toe wel een deflectie te zien die op een P-top lijkt, maar dit is niet in een herkenbaar patroon en houdt geen verband met de QRS-complexen.
  4. PQ-tijd | Niet van toepassing.
  5. Q | Normaal. Geen pathologische Q’s.
  6. QRS | Normaal. Normale R-progressie, normale hoogte en breedte.
  7. ST-segment | Normaal. Geen elevaties of depressies.
  8. T-top | Normaal. Normale hoogte. Niet spits, geïnverteerd of bifasisch.
  9. QT-tijd | Normaal. < 10 mm (< 0,4 sec). Bij een tachycardie is het RR-interval zo kort dat ook een korte QT-tijd meer dan de helft van de cyclusduur mag beslaan.
  10. Ritme | Er is sprake van een snel en onregelmatig ritme. P-toppen zijn afwezig en er zijn smalle QRS-complexen. Er is sprake van een onregelmatige supraventriculaire (of smal complex) tachycardie. 

+. Conclusie | Pathologisch ECG. Een volstrekt onregelmatige smal complex tachycardie past bij AF, de enige volledig irregulaire tachycardie. De andere smal complex tachycardieën zijn regelmatig en hebben daarnaast andere kenmerkende afwijkingen die hier niet te zien zijn.

Beleid

Het beleid is erop gericht sinusritme te bereiken bij een deel van de (jongere) AF-patiënten (ritmecontrole). Wanneer dat niet lukt (vaak bij oudere patiënten), ligt het accent op verlaging van de frequentie (frequentiecontrole). Ritmecontrole kan elektrisch (met cardioversie) of chemisch (medicamenteus) worden bereikt. Bij veel klachten en frequente recidieven kan een ablatie worden overwogen. Wanneer ritmecontrole niet (meer) nagestreefd wordt, volstaat het om de frequentie te limiteren tot maximaal 110/min, meestal met bètablokker. Daarnaast is het in alle gevallen van AF essentieel om aandacht te hebben voor preventie van trombo-embolische complicaties (CVA, longembolie). Bij aanwezigheid van aanvullende risicofactoren – en dat is meestal het geval, zeker als de patiënt > 65 jaar is – is er dan ook een indicatie voor orale antistolling.   

Reacties (1)

Carlijn (niet gecontroleerd) 8 augustus 2016

Leuke, bruikbare en herkenbare casus.

Verder lezen