Praktijk

Hé, de premies stijgen…!?

Gepubliceerd
10 november 2007

Dit stukje schrijf ik in het holst van de nacht in een erg warm land. De slapeloosheid van thuis reisde natuurlijk gewoon mee in de koffer. Lekker tussen de stapeltjes kleren die ik altijd weer inpak en die ik na afloop van de vakantie niet gebruikt maar wel gekreukeld in de kast terugleg. Nou vind ik slapeloosheid thuis geen, maar in den vreemde wel een probleem. Dat ik - nu eenmaal toch wakker - met een koel glaasje wijn op het terras naar de uilen wil luisteren, blijkt inmiddels een miljard muggen te weten. De tv braakt alleen onverstaanbare of, erger nog, Duitse programma’s uit. Het boek over de vreselijke situatie van vrouwen in Afghanistan is weliswaar prachtig, maar geen optie voor zo’n nacht alleen. En de dingen die je nu mooi even zou kunnen afmaken, heb je nou net weer níet ingepakt. Blijft alleen de laptop over. Omdat ik de avond ervoor het geluid niet heb gedempt, schalt de onvermijdelijke Windows-tune tot onvrede van de slapende geliefde door de vakantiewoning. Maar daarna ligt de wereld en vooral het nieuws uit Nederland aan mijn voeten.

De miljoenennota is net gepresenteerd. Te links volgens rechts en te rechts volgens links. Dan lijkt het me in het midden comfortabel toeven. De zorgpremies gaan met zeker € 150,- omhoog. Dat blijkt politici te verbazen en dat verbaast mij nou weer. Zodra de zorg vraaggestuurd wordt, wordt natuurlijk ook de vraag met zorg gestuurd. Je wilt marktwerking of je wilt het niet. Wat ik alleen niet begrijp, is dat die werving zo gemakkelijk aanslaat. Dat de romantiek van de medische wereld en de charme van vaak overbodige (kom jongens, laten we wel wezen) ingrepen en onderzoeken zó groot blijft, dat alle negatieve medische publiciteit de vraag maar niet tempert. Er zijn zeventienhonderd vermijdbare doden, operatiepatiënten vliegen op de tafel in brand of de hele afdeling gaat in vlammen op, in sommige ziekenhuizen ritselt het van het microscopisch ongedierte waartegen onze antibiotica (met dank aan de collega’s uit Zuid-Europa) niet meer zijn opgewassen, plastisch chirurgen maken van mooie jonge meisjes verlittekende maskers, assistenten in ziekenhuizen zijn te overbelast om hun werk goed te doen, en de verpleegkundigen kunnen voor de veiligheid in ziekenhuizen niet meer instaan. Je zou verwachten dat patiënten, als de huisarts hun een verwijsbrief wil geven, op hun eigen knieën vallen en die van de dokter omvatten met de smeekbede: ‘Dokter, alstublieft, doe met me wat u wilt, maar stuur mij NIET naar het ziekenhuis!’ Niks daarvan. Ze laten de verwijsbrief aan iedereen zien alsof ze de loterij hebben gewonnen.

De huisarts was altijd de (t)rots in de branding als het om terughoudendheid ging. En dat vaak tegen het eigen belang in. Maar in het nieuwe stelsel heeft de huisarts er alle baat bij om de patiënt bij zich te houden. Doe dat dan ook! Probeer de dingen desnoods in tien vervolgconsulten uit te leggen, verspreid artikelen over medische fouten opvallend in de wachtkamer, overdrijf de pijn van de onderzoeken en zeg dat u het zelf nóóit zou laten doen. En als u tóch een verwijsbrief schrijft, zucht dan heel diep en zeg: ‘U moet het zelf maar weten.’ Dat alles legt u geen windeieren, de patiënt wordt of blijft er beter van en ik krijg over enkele jaren veel meer dan € 150,- terug omdat de kosten zo zijn meegevallen. Dat is nou wat ze tegenwoordig een win/winsituatie noemen!

Hans van der Voort

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen