Praktijk

Infectiepreventie in de huisartsenpraktijk:
Een schone praktijk

Gepubliceerd
10 januari 2004

Begin 2003 heeft een werkgroep, waarin ook het NHG was vertegenwoordigd, zich gebogen over een nieuwe richtlijn voor infectiepreventie in de huisartsenpraktijk. Deze zal in een aantal opzichten afwijken van de adviezen uit de vroegere NHG-Bouwsteen Desinfectie en sterilisatie. In enkele artikelen wordt ingegaan op de belangrijkste punten uit de nieuwe richtlijn. Vorige maand was dat het reinigen van instrumentarium; ditmaal is de praktijk zelf aan de beurt.

Inrichting aanpassen

In een huisartsenpraktijk komen geregeld mensen met meer of minder besmettelijke aandoeningen. Dat geeft meestal geen problemen, maar het is goed om er bij de inrichting toch rekening mee te houden. De vloeren en de meubels moeten goed schoongemaakt kunnen worden (harde vloerbedekking zonder naden, afneembare bekleding van stoe-len). De onderzoek-/behandeltafel dient voor iedere patiënt zoveel mogelijk bedekt te zijn met een nieuwe disposable beschermlaag.

Dagelijks schoonmaken

De nieuwe richtlijn adviseert om de praktijk dagelijks schoon te maken, eventueel met uitzondering van de entree, gang en wachtkamer (minstens wekelijks). Reinig waar dat kan ‘droog’ (doek, stofzuiger). Vervuiling met organisch materiaal wordt zoveel mogelijk verwijderd met bijvoorbeeld een tissue vóór de verontreinigde plaats nat wordt gereinigd. Pedaalemmers en prullenbakken moeten dagelijks worden geleegd. Het sanitair wordt dagelijks schoongemaakt met een alkalisch schoonmaakmiddel. Voor preventie en verwijdering van kalkaanslag kan een zuur (ontkalkings)middel worden gebruikt. Voorwerpen als kinderspeelgoed in de wacht- en spreekkamer moeten kunnen worden gereinigd en gedesinfecteerd. Noot 1Reiniging kan in een warm sopje of in een vaatwasser. Na reiniging worden de voorwerpen goed gedroogd met een theedoek, die eenmalig wordt gebruikt en vervolgens machinaal gewassen op ten minste 60 graden Celsius. Zijn de voorwerpen bevuild met bloed, dan moeten ze na reiniging worden gedesinfecteerd. In normale omstandigheden hoeft de praktijk na reiniging niet te worden gedesinfecteerd, Noot 2met uitzondering van de laboratoriumtafel waar onder meer urineonderzoek wordt gedaan. Die moet aan het eind van elke werkdag na het schoonmaken worden gedesinfecteerd.

Desinfectie

Wanneer op oppervlakken, meubilair of voorwerpen bloed of ander lichaamsvocht is gemorst, dan kan dat het best direct worden gereinigd (afnemen met een tissue en daarna nat schoonmaken). Daarna moet worden gedesinfecteerd met alcohol 70% of met een chlooroplossing (1000 ppm). Bedenk daarbij dat 70% alcohol op grote oppervlakken brandgevaar met zich meebrengt. Het gebruik van een chlooroplossing als desinfectiemiddel is echter lastig omdat een dergelijke oplossing ‘vers’ moet worden aangemaakt. Bij blootstelling aan de lucht loopt de concentratie actief chloor snel terug. Het reinigen vóór desinfectie is nodig omdat organisch materiaal (bloed, eiwitten) desinfectantia deels onwerkzaam maken.

Onderhoud van schoonmaakmateriaal

Maak zoveel mogelijk gebruik van disposable materialen. Niet-disposable schoonmaakmateriaal moet na gebruik worden gereinigd en gedroogd. Herbruikbare sopdoeken worden in de wasmachine gewassen op ten minste 60 graden Celsius. Ook de stofzuiger, inclusief het borstelmondstuk, moet maandelijks worden gereinigd. Dr. Fred W. Dijkers, huisarts en verbonden aan de afdeling Huisarts-geneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde LUMC

Voetnoten

  • Noot 1.

    Merriman E, Corwin R, Ikram R. Toys are a potential source of cross-infection in general practioners’ waiting rooms. British Journal of General Practice 2002;52:138-40

  • Noot 2.

    Sengers IJM, Ouwerkerk YM, Terpstra S (Red.). Hygiëne en Infectiepreventie. Lochem: De Tijdstroom, 2000.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen