Nieuws

Toekomstige zorg voor patiënten met kanker

Gepubliceerd
8 juni 2011

Inleiding

In 2004 voorspelde de Signaleringscommissie Kanker (SCK) van het Koningin Wilhelmina Fonds (KWF Kankerbestrijding) dat het aantal mensen met kanker tussen 2000 en 2015 ongeveer zou verdubbelen. Deze patiënten worden nu nog vooral in de tweede lijn behandeld en begeleid maar de toename van dit type patiënten zal onvermijdelijk leiden tot een grotere betrokkenheid van de huisarts bij de zorg. Daarop vooruitlopend hebben we een inschatting gemaakt van de gevolgen voor de huisartsenpraktijk. Het accent ligt daarbij op de ontwikkeling die tussen 2010 en 2020 mag worden verwacht.

Twee scenario’s

We hebben twee scenario’s doorgerekend: een ‘care as usual’-scenario en een ‘substitutie’-scenario. In het eerste scenario nemen we aan dat mensen met kanker hetzelfde beroep op de huisartsenzorg blijven doen als nu. Op basis van de verwachting dat een deel van de nazorg die nu in de tweede lijn plaatsvindt in de toekomst in de eerste lijn zal plaatsvinden, hebben we ook een ‘substitutie’-scenario uitgewerkt. Daarin nemen we aan dat er per patiënt twee extra consulten per jaar in de huisartsenpraktijk zullen plaatsvinden. Voor het scenario-onderzoek hebben we diverse gegevensbronnen gebruikt, waaronder gegevens van de SCK, van het CBS en van het NIVEL. We zijn daarbij uitgegaan van de chronische fase van de ziekte (arbitrair gedefinieerd als de periode tussen zes maanden na het stellen van de diagnose tot drie maanden voor het overlijden). Als er substitutie van de zorg van de tweede lijn naar de huisartsenpraktijk plaatsvindt, zal dat waarschijnlijk juist de chronische fase betreffen. In de scenario’s zijn niet alleen de patiëntcontacten met de huisartsenpraktijk vanwege kanker betrokken, maar ook de contacten in verband met andere klachten en aandoeningen. Huisartsen in Nederland hadden in 2010 ongeveer 3,6 miljoen patiënten met kanker in de chronische fase. In totaal hebben huisartsen 60 miljoen contacten.

‘Care as usual’-scenario

Op basis van demografische en epidemiologische ontwikkelingen verwachten we dat in 2020 het aantal contacten in de huisartsenpraktijk met mensen met kanker in de chronische fase zal zijn opgelopen tot ongeveer 6 miljoen. Dat is een groei van 67% ten opzichte van 2010. Het totaal aantal contacten met de huisartsenpraktijk zal met 7% stijgen tot 64,2 miljoen.

‘Substitutie’-scenario

Als mensen met kanker in de chronische fase in 2020 twee extra contacten met de huisarts hebben, dan stijgt het totaal aantal contacten in de huisartsenpraktijk met deze groep tot 7,6 miljoen. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2010. Het totaal aantal contacten zal dan stijgen tot 65,8 miljoen en dat is een stijging van 10% ten opzichte van 2010.

Conclusie

Naast de te verwachten demografische en epidemiologische ontwikkelingen zal de toename van het aantal patiënten met kanker een extra toename van het aantal contacten in de huisartsenpraktijk opleveren. Indien er ook substitutie van de zorg voor patiënten met kanker in de chronische fase plaatsvindt, zal dit een beperkte extra toename van het aantal contacten veroorzaken.

De beschreven resultaten zijn gebaseerd op een onderzoek van het NIVEL, met gegevens van de SCK, het CBS en het NIVEL. Het onderzoek werd gefinancierd door KWF Kankerbestrijding. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op www.nivel.nl.

Reacties (1)

A redactie (niet gecontroleerd) 27 juni 2011

Een lezer heeft ons attent gemaakt op een storende fout in ons artikel.

De een na laatste zin van de paragraaf met de kop ‘Twee scenario's’ luidt: Huisartsen in Nederland hadden in 2010 ongeveer 3,6 miljoen patiënten met kanker in de chronische fase.
Dit had moeten zijn: Huisartsen in Nederland hadden in 2010 ongeveer 3,6 miljoen contacten met patiënten met kanker in de chronische fase.

Met excuses voor de verwarring.

Lud van der Velden & François Schellevis

Verder lezen