Nieuws

Acetylsalicylzuur bij atriumfibrilleren kan ook

Gepubliceerd
10 juni 2003

Met vier simpele klinische gegevens kan de huisarts een onderscheid maken tussen patiënten met atriumfibrilleren die bij behandeling met acetylsalicylzuur geen hoger risico op een TIA of CVA hebben dan bij hun leeftijd past. Die hoeven dan dus geen antistolling te gebruiken. Dit concluderen onderzoekers van zes grote trials naar aanleiding van een secundaire analyse van hun samengevoegde gegevens. In hun trials kregen 2501 patiënten acetylsalicylzuur (4689 persoonsjaren). Het doel was om een aantal kenmerken van patiënten te vinden die samen een laag risico op TIA of CVA zouden voorspellen. Men koos daarvoor het leeftijds- en geslachtsspecifieke risico uit het Framingham-onderzoek. Patiënten met atriumfibrilleren zonder CVA, angina pectoris, hartinfact of TIA in de voorgeschiedenis, met een goed behandelde hypertensie of systolische bloeddruk ¡Ü140 mmHg en zonder diabetes hebben geen hoger risico op een CVA of TIA dan hun leeftijdsgenoten. De onderzoekers testten de beslisregel uit in andere onderzoeken en met een ander referentiemodel (Copenhagen City Heart Study en de Rotterdam Study). De simpele beslisregel bleef keurig overeind en blijkt dus valide. Toepassing van de regel betekent volgens de onderzoekers dat 24% van de patiënten met atriumfibrilleren geen antistolling, maar alleen acetylsalicylzuur nodig heeft. Eind van het jaar verschijnt de NHGStandaard Atriumfibrilleren in een apart nummer over hart- en vaatziekten. Tot en na die tijd lijkt me dit een prima houvast voor de beslissing wel of geen antistolling voor te schrijven. (JZ)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen