Nieuws

Behandeling van een chalazion

Gepubliceerd
1 november 2012
CATS, critically appraised topics, proberen een evidence-based antwoord op een praktijkvraag te krijgen. De coördinatie van deze rubriek is in handen van dr. A. Knuistingh Neven en dr. J.A.H. Eekhof, LUMC Leiden. Correspondentie: A.Knuistingh_Neven@lumc.nl
Vraagstelling Een chalazion is een omschreven, pijnloze, noduleuze zwelling van het boven- of onderooglid door een chronische ontsteking van een klier van Meibom. Gemiddeld ziet een huisarts per jaar één nieuw chalazion per 1000 ingeschreven patiënten. Ongeveer 25-50% van de chalazia geneest spontaan. Naar aanleiding van een casus uit de praktijk formuleerde ik de volgende vraagstelling: is het behandelen van een chalazion bij volwassenen met een corticosteroïdeninjectie even effectief als het behandelen met incisie en curettage?
Zoekstructuur Via PubMed heb ik gezocht naar RCT’s met de volgende termen: ‘Chalazion’[Mesh] AND ‘Glucocorticoid’[Mesh]. Vervolgens heb ik de volgende limits geactiveerd: ‘Language: English, Dutch’, en ‘Publication Date from 1990/01/01 to 2011/11/01’.
Resultaten Dit leverde een selectie van 18 artikelen op, waarvan twee artikelen aansloten bij mijn vraagstelling.
Bespreking Ben Simon includeerde alle patiënten (na informed consent) die in een periode van twee jaar (2006-2008) de oogkliniek (single-centred) bezochten met een chronisch (> 1 maand) unilateraal chalazion zonder reactie op conservatieve behandeling.1 Overige in- en exclusiecriteria worden niet beschreven. De behandeling werd bepaald door de dag waarop de patiënt werd gezien: op zondag werd een injectie uitgevoerd, op dinsdag incisie en curettage. Deze pseudorandomisatie zou een bias met zich mee kunnen brengen. Met uitzondering van leeftijd en follow-upduur zijn de beide behandelgroepen wel vergelijkbaar. Alle behandelingen werden door één arts uitgevoerd. Analyse vond plaats op basis van de chikwadraattoets.
Na twee weken was er bij 42 van de 52 patiënten (81%) sprake van remissie na behandeling met 4 mg triamcinolon. Bij 33 van de 42 patiënten (79%) was er na incisie en curettage sprake van remissie. Het verschil tussen beide behandelingen is niet significant (p = 0,8).
Goawalla (2007) beschrijft duidelijk de in- en exclusiecriteria. Randomisatie vond plaats door block randomization, single centred. De vergelijkbaarheid van beide groepen is niet terug te vinden. Daarnaast is het onduidelijk hoe lang de chalazia aanwezig waren voor behandeling. De uitkomsten zijn telefonisch verkregen, patiënten hebben dus zelf beoordeeld of de chalazia wel of niet waren verdwenen. Analyse vond plaats op basis van de chikwadraattoets.
Drie weken na de behandeling was er er bij 47 van de 56 patiënten (84%) die een triamcinoloninjectie kregen sprake van remissie, tegenover 39 van de 45 patiënten (87%) die de chirurgische behandeling kregen. Het verschil tussen beide behandelingen is niet significant (p = 1,0).2
Een belangrijk verschil tussen bovenstaande onderzoeken is de dosering van de corticosteroïdeninjectie: 4 mg (0,1 ml triamcinolon 40 mg/ml)1versus 2 mg (0,2 ml triamcinolon 10mg/ml).2
Conclusies Op basis van de twee gevonden onderzoeken is het antwoord op mijn vraagstelling duidelijk: corticosteroïdeninjectie en incisie en curettage laten een vergelijkbaar resultaat van behandeling van een chalazion zien.
Betekenis Een corticosteroïdeninjectie is een kleinere ingreep, goedkoper dan incisie en curettage en kan eenvoudig in de huisartsenpraktijk worden uitgevoerd. Daarnaast vinden patiënten een injectie vaak minder vervelend dan een chirurgische ingreep, ook omdat ze zonder oogverband de spreekkamer kunnen verlaten.
Op basis van dit literatuuroverzicht is bij patiënten met een chalazion dat er langer dan een maand zit, waarbij er absoluut geen twijfel over de diagnose is, een injectie met 2 mg (0,2 ml triamcinolon 10mg/ml) een eenvoudige en effectieve behandeling.

Literatuur

  • 1.Ben Simon GJ, Rosen N, Rosner M, Spierer A. Intralesional triamcionolone acetonide injection versus incision and curettage for primary chalazia: a prospective, randomized study. Am J Ophthalmol 2011;151:714-18.
  • 2.Goawalla A, Lee V. A prospective randomized treatment study comparing three treatment options for chalazia: triamcinolone acetonide injections, incision and curettage and treatment with hot compress. Clin Experiment Ophthalmol 2007;35:706-12.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen