Nieuws

Bewogen bewegen

Gepubliceerd
9 november 2010

In mijn jeugd woonden wij naast onze dorpsschool. Telkens als er een klas uitging, stormden de kinderen naar buiten. Iedereen rende, duwde elkaar in de rug of helemaal om en, niet te vergeten, schreeuwde. Als bij de kalveren die in het voorjaar voor het eerst in de wei mogen, bewoog alles wat bewegen kán. Voor kinderen is uitbundig bewegen de eigenheid van hun wezen. De psychologie heeft voor bewegingsdrang een heel mooi (helaas Duits) woord: Funktionslust. Het loutere plezier van het bewegen zelf, van het je laten gaan in je bewegingen. Mijn vrouw keerde lang geleden met onze zoons van 3 en 1 terug na een nogal dramatisch verlopen vakantie en dito terugreis. Op Schiphol wachtte ik hen op. Ik zag het drietal, vóór ze mij zagen, als een hoopje ellende de gate uitkomen, na acht uren wachten en vliegen. Toen de jongste in de buggy zijn vader ontwaarde, begon alles aan hem te bewegen: zijn beentjes en armpjes gingen als molenwiekjes tekeer. Kortom: hij was in een staat van grote opwinding.

Bewegen of niet (kunnen) bewegen heeft een enorme impact op je welbevinden. Blijkens de vele acties om mensen ertoe aan te zetten is bewegen niet alleen gunstig voor je fysieke gezondheid, maar ook voor je gevoel van levenslust en tevredenheid. Wanneer functies beginnen uit te vallen, is het moeilijk om nog te genieten van wat nog wel functioneert. Een zeer oude mevrouw op de tv hield mij een duidelijke spiegel voor: ‘Ik werd wakker en dacht: van mij hoeft het niet meer. Toen werd ik boos op mezelf en zei: “Mien, kijk nou eens goed naar wat het nog wél doet.” En toen dacht ik: tja, mijn hoofd en mijn handen doen het eigenlijk nog prima. Nou, en daar houd ik me nu elke dag mee op de been!’ Hans van der Voort hvdvoort@knmg.nl

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen