Autonomie, ook in de context van sterven, krijgt steeds meer aandacht.1 In het debat over regie rondom de dood speelt BSTED een bijzondere rol. Deze methode wordt beschouwd als zowel een autonome keuze als een medisch en juridisch geaccepteerde route om het levenseinde te bespoedigen.2,3De onlangs herziene en breed gedragen KNMG-handreiking ‘Zorg voor mensen die stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’ is wereldwijd uniek.4 Omdat huisartsen in toenemende mate met dit onderwerp te maken krijgen, schreven we deze nascholing.5
De kern
- Hoewel de beslissing om te starten met BSTED volledig autonoom gemaakt kan worden, zijn patiënten in de uitvoering afhankelijk van de hulp van naasten en zorgverleners.
- De KNMG-handreiking is een waardevol houvast bij het verlenen van zorg aan deze patiënten.
- Met goede voorbereiding en adequate zorg overlijden mensen meestal binnen 2 weken met beperkte lichamelijke klachten, maar de lange duur kan voor naasten emotioneel zwaar zijn.
Casus | Verslechterende gezondheid 93-jarige vrouw
Mevrouw Arends, 93 jaar oud, heeft 3 kinderen en 6 kleinkinderen. Haar gezondheid gaat langzaam achteruit door artrose en hartfalen. Daarnaast wordt haar uitgebreide sociale netwerk steeds kleiner. Mevrouw stond altijd bekend om haar verzorgde uiterlijk en haar liefde voor winkelen en make-up, maar dit is niet meer mogelijk door haar snel achteruitgaande visus. Ze voelt zich steeds minder verbonden met haar omgeving en ervaart haar leven als doelloos. Ze wil verdere achteruitgang niet meemaken. Omdat ze denkt dat euthanasie niet wordt geaccepteerd binnen haar geloofsgemeenschap, vertelt ze haar huisarts dat ze binnenkort wil stoppen met eten en drinken.
Achtergrond
BSTED is een bewuste keuze van een persoon met het doel om het levenseinde te bespoedigen. Dit onderscheidt zich van stoppen met eten en drinken in de terminale fase van een ziekte, omdat BSTED een actieve en weloverwogen beslissing is.4 In Nederland komt BSTED voor bij 0,5-1,7% van de overlijdens.6,7 Mensen die sterven door BSTED zijn doorgaans op leeftijd: driekwart is ouder dan 80 jaar. Van hen is 76% afhankelijk van hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en 66% lijdt aan een ernstige lichamelijke aandoening (in de huisartsenpopulatie). Een minderheid heeft beginnende dementie (12%), een psychiatrische aandoening (7%) of geen ernstige medische aandoening (24%).5,6
Iedere wilsbekwame persoon kan besluiten tot BSTED. Zorgverleners hebben een zorgplicht voor mensen die bewust stoppen met eten en drinken. Bij gewetensbezwaren kunnen zij de zorg overdragen aan een collega (zie de infographic onderaan dit artikel).2
Keuze voor BSTED
De wens om te sterven via BSTED komt vaak voort uit existentieel lijden, zoals (angst voor) verlies van regie, verlies van waardigheid en het gevoel van dat het leven zinloos is.5,7,8 Bij ouderen zonder ernstige lichamelijke of psychische aandoening kan de wens gericht zijn op het voorkomen van verdere achteruitgang.8 Daarnaast overwegen sommige, meestal jongere, mensen BSTED vanwege langdurig psychisch lijden, hoewel deze groep dit plan vaak niet succesvol uitvoert.8
In 19-45% van de gevallen gaat BSTED gepaard met een voorafgaand geweigerd euthanasieverzoek.5,7 Andere patiënten kiezen voor BSTED omdat ze hierbij volledige regie ervaren. Bij deze methode hoeven zij niemand om toestemming te vragen of te belasten met de uitvoering, zoals bij euthanasie. Daarnaast wordt BSTED soms verkozen omdat het wordt gezien als een natuurlijke dood, waarbij naasten kunnen worden betrokken zonder angst voor juridische vervolging.8
Beloop
Met goede verzorging en medische begeleiding zijn de klachten tijdens BSTED over het algemeen goed beheersbaar.5,9 Zodra iemand stopt met eten en drinken, ontstaan al snel klachten als dorst en een droge mond door dehydratie. Na enkele dagen treedt verzwakking op, wordt de persoon bedlegerig en slaapt deze steeds meer. Concentreren wordt vaak lastiger, en soms worden mensen verward. Later in het proces kunnen doorligplekken en/of kan (bij een minderheid) een delier ontstaan. Uiteindelijk vermindert het bewustzijn. De mediane tijd tot overlijden bij BSTED is 7 dagen. Bij ernstig zieke patiënten kan overlijden binnen enkele dagen plaatsvinden, terwijl patiënten in goede lichamelijke conditie of degenen die vocht blijven innemen 2 tot 3 weken nodig kunnen hebben.5
Rol van naasten bij BSTED
Naasten kunnen een belangrijke rol spelen in de verzorging en ondersteuning tijdens BSTED. Deze rol kan echter emotioneel en fysiek belastend zijn, vooral wanneer zij de keuze voor BSTED niet volledig begrijpen. Vaak voelen zij zich verantwoordelijk voor een soepel verloop met zo min mogelijk lijden, wat een zware last kan zijn. Soms betekent dit dat zij 24 uur per dag waken om te voorkomen dat de patiënt onbedoeld drinken aangeboden krijgt. Daarnaast kan er onenigheid ontstaan tussen naasten en zorgverleners, bijvoorbeeld wanneer naasten aandringen op palliatieve sedatie terwijl de arts dit nog niet geïndiceerd acht.10
Het is belangrijk om naasten er al tijdens de besluitvorming en voorbereiding bij te betrekken. Dit geeft hun de mogelijkheid om vragen te stellen, zich voor te bereiden en beter begrip te krijgen van het proces. Zowel de patiënt als de naasten hebben behoefte aan duidelijke informatie over het beloop van BSTED en de mogelijkheden en beperkingen van medische zorg.
Ethische dilemma’s
Zorgverleners en naasten ondersteunen de autonomie van de patiënt en verlichten diens lijden door hulp te bieden tijdens BSTED. Tegelijkertijd kan het niet mogen aanbieden van eten en drinken bij naasten en zorgverleners het gevoel oproepen dat zij niet goed voor de patiënt te zorgen. Bovendien kan de hulp tijdens BSTED worden ervaren als het faciliteren van een zelfgekozen dood.2 Zelfs als het lijden niet ondraaglijk en uitzichtloos is, of er nog alternatieven zijn om het lijden te verminderen, mag een patiënt besluiten tot BSTED en behoudt deze het recht op zorg. Wanneer een huisarts de beslissing niet kan ondersteunen, kan deze de zorg overdragen aan een collega. Tot die tijd, of als overdracht niet mogelijk is, blijft de huisarts gebonden aan de zorgplicht. Deze zorgplicht kan betekenen dat een huisarts, anders dan bij euthanasie, een traject naar de dood begeleidt, waar deze niet achter staat. In dergelijke situaties is het van groot belang dat de huisarts ondersteuning krijgt van collega’s.
Zorg tijdens BSTED
Zorgverleners kunnen bij de begeleiding van BSTED hun handelen baseren op de KNMG-handreiking uit januari 2024.2 Deze handreiking biedt duidelijke richtlijnen voor zowel de voorbereidende als de uitvoerende fase. In de (infographic) staat een overzicht van de belangrijkste adviezen en aandachtspunten voor optimale zorg tijdens BSTED.
Psychiatrie
Een kleine groep mensen kiest voor BSTED vanwege ernstige psychiatrische aandoeningen.5,8 Omdat deze groep vaak jonger is en in betere lichamelijke conditie verkeert, is de kans op een langer beloop en ernstigere klachten groter. BSTED kan bij hen alleen succesvol zijn met voldoende zorg en ondersteuning.4 Hospices en ggz-instellingen hebben echter moeite met het begeleiden van deze specifieke groep.12 Bij deze patiënten is het nog belangrijker om zorgvuldig te beoordelen of de doodswens voortkomt uit een behandelbare aandoening en of de persoon in staat is de verschillende opties zorgvuldig af te wegen.4,12 Bij twijfel over de wilsbekwaamheid wordt geadviseerd om een psychiater of andere deskundige te raadplegen. In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn om onvrijwillige zorg te overwegen.4
Wanneer een persoon met een ernstige psychiatrische aandoening een wens tot BSTED uit, adviseren wij een open gesprek te voeren waarin alternatieve oplossingen worden besproken. Het wordt sterk afgeraden BSTED te starten zonder grondige voorbereiding en adequate medische ondersteuning. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de doodswens en de mogelijkheid van ondersteunde BSTED bespreekbaar blijven. Voor deze personen kan BSTED namelijk aanvoelen als de enige beschikbare weg naar een niet-eenzame en geweldloze dood. Wanneer de doodswens niet bespreekbaar wordt gemaakt, bestaat het risico op eenzame pogingen tot BSTED of suïcide.
Casus (vervolg) | Verslechterende gezondheid 93-jarige vrouw
Mevrouw Arends besluit na overleg met haar arts en naasten te stoppen met eten en drinken. Vanaf dag 2 ervaart zij veel hinder van een droge mond en communiceren wordt steeds moeilijker door concentratieproblemen. Mondverzorging helpt redelijk. Haar vermoeidheid neemt toe. De situatie zorgt voor onrust bij haar naasten, die herhaaldelijk aandringen op het starten van continue palliatieve sedatie. De arts ziet echter op dat moment nog geen medische indicatie, wat leidt tot spanningen. Na enkele nachten met intermitterende sedatie wordt na 7 dagen vanwege dorst en vermoeidheid gestart met continue palliatieve sedatie. Mevrouw Arends overlijdt na 9 dagen.
Beschouwing
BSTED kan op een acceptabele manier verlopen als patiënt, naasten en zorgverleners gezamenlijk dit proces aangaan. Een goede voorbereiding is hierbij van essentieel belang. Het is cruciaal dat alle betrokkenen weten wat ze kunnen verwachten en welke rol zij hierin hebben. De huisarts speelt hierin doorgaans een centrale rol, zowel bij de voorbereiding als bij de begeleiding tijdens het proces.
Conclusie
BSTED leidt doorgaans binnen 2 weken tot overlijden. De meest voorkomende problemen tijdens het proces zijn dorst, een droge mond en overbelasting van naasten. Hoewel een wilsbekwame persoon autonoom kan beslissen tot BSTED, spelen naasten en zorgverleners een belangrijke rol in de voorbereiding en uitvoering. De belangrijkste aandachtspunten zijn begeleiding bij de besluitvorming, grondige voorbereiding, mondzorg en begeleiding van naasten. De KNMG-handreiking is een waardevolle bron van informatie voor zorgverleners. Daarnaast kunnen patiënten en naasten worden verwezen naar de publieksbrochures van de NVVE en de KNMG voor aanvullende informatie en ondersteuning.
Infographic | Zorg en begeleiding bij Bewust Stoppen met Eten en Drinken
Zorgplicht en zelfbeschikking
Er is discussie over of Bewust Stoppen met Eten en Drinken (BSTED) als zelfdoding moet worden gezien. Het is een bewuste beslissing om de dood te bespoedigen, maar zonder actieve handeling, en het stervensproces verloopt geleidelijk.4,14-16 De KNMG-Handreiking geeft aan dat het voor een zorgverlener niet noodzakelijk is de vraag te beantwoorden of BSTED zelfdoding is. Het bieden van zorg bij BSTED wordt namelijk niet gezien als hulp bij zelfdoding (wat strafbaar is), maar als palliatieve zorg.16
Het zelfbeschikkingsrecht geeft wilsbekwame personen het recht om voor BSTED te kiezen. Zorgverleners hebben de plicht om te handelen als een ‘goed hulpverlener’ en palliatieve zorg te bieden, ook wanneer zij het niet eens zijn met de beslissing van de persoon. Wanneer de zorgverlener gewetensbezwaren heeft, moet deze de zorg aan een andere zorgverlener overdragen.4
Zorg voor en tijdens BSTED
Voorbereiding
- Onderzoek, samen met de patiënt, of de patiënt de beslissing weloverwogen heeft gemaakt en of er behandelopties of alternatieven zijn.
- Informeer patiënt en naasten over het te verwachten beloop, mogelijke problemen en de voorwaarden voor palliatieve sedatie.
- Bespreek of de patiënt thuis of in een hospice wil zijn.
- BSTED thuis: regel thuiszorg en middelen zoals een hooglaagbed, postoel en mondverzorgingsproducten.
- BSTED in een hospice: neem contact op met hospices over hun beleid bij BSTED; niet alle hospices werken hieraan mee.
- Bespreek wat te doen bij een verzoek om drinken (zie ‘Wat te doen bij een verzoek om drinken?’) en overweeg de patiënt op papier te laten zetten dat deze in geval van een delier geen eten en drinken aangereikt wil krijgen.
- Bepaal wie gemachtigde wordt.
- Stop voor de start van BSTED met alcohol in geval van problematisch alcoholgebruik.
- Stop orale medicatie en pas doseringen aan andere toedieningsvormen aan.
- Zorg dat alle afspraken bekend zijn bij de betrokkenen en vraag de patiënt te wachten met BSTED tot alles geregeld is.
Zorg tijdens BSTED4
- Zorg voor goede mondverzorging tegen dorst en ongemak, bijvoorbeeld mondspray, versplinterde ijsblokjes en speekselvervangers.
- Beperk de vochtinname tot maximaal 50 cc per dag.
- Behandel pijn met paracetamol rectaal en oxycodon subcutaan of fentanyl mucosaal. Gebruik morfine alleen zo nodig en niet als onderhoudsbehandeling. Door dehydratie verslechtert de nierfunctie en is er meer kans op bijwerkingen, aangezien morfine voornamelijk door de nieren wordt afgebroken.
- Wees alert op een delier en behandel dit met antipsychotica of benzodiazepines indien nodig.
- Palliatieve sedatie kan geïndiceerd zijn bij BSTED, bijvoorbeeld wanneer sprake is van ondraaglijke dorst ondanks mondverzorging of bij een refractair delier.
- Overweeg continue palliatieve sedatie bij refractaire symptomen en als duidelijk is dat de patiënt BSTED doorzet. Intermitterende sedatie kan vanaf het begin worden overwogen.
Wat te doen bij een verzoek om drinken?4
Verzoek om drinken bij wilsbekwame patiënt
- Bespreek de motieven en consequenties van het weer gaan eten en drinken.
- Bied alternatieven zoals mondzorg of afleiding.
- Overweeg een time-out met midazolam bij aanhoudend verlangen naar drinken.
- Breek BSTED af bij een persisterende wens om weer te gaan drinken.
Verzoek om drinken bij wilsonbekwame patiënt, bijvoorbeeld door delier
- Behandel het delier en overweeg palliatieve sedatie (intermitterend of continu).
- Overleg met de vertegenwoordiger van de patiënt en refereer aan de hierover gemaakte afspraken voor de start van BSTED.
Literatuur
- 1.Van der Heide A, Legemaate J, Onwuteaka-Philisen BD, Bosma F, van Delden H, Mevis P, et al. Vierde evaluatie Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Den Haag: ZonMW, mei 2023.
- 2.Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. KNMG-standpunt Beslissingen rond het levenseinde. Utrecht: KNMG, 2021.
- 3.John R, Marlet M, Verhoef S, De Wit H. Het vergeten alternatief voor euthanasie. Medisch Contact 6 maart 2019.
- 4.Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Handreiking Zorg voor mensen die stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen. Utrecht: KNMG, 2024.
- 5.Bolt EE, Hagens M, Willems D, Onwuteaka-Philipsen BD. Primary care patients hastening death by voluntarily stopping eating and drinkinghttps://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26371262/. Ann Fam Med 2015;13(5):421-8.
- 6.Hagens M, Pasman HR, Van der Heide A, Onwuteaka-Philipsen BD. Intentionally ending one's own life in the presence or absence of a medical condition: a nationwide mortality follow-back study. SSM Popul Health 2021;15:100871.
- 7.Chabot BE, Goedhart A. A survey of self-directed dying attended by proxies in the Dutch population. Soc Sci Med 2009;68(10):1745-51.
- 8.Bolt EE, Pasman HR, Onwuteaka-Philipsen BD. Patients who seek to hasten death by voluntarily stopping eating and drinking: a qualitative study. Ann Fam Med 2023;21(6):534-44.
- 9.Ganzini L, Harvath TA, Jackson A, Goy ER, Miller LL, Delorit MA. Experiences of Oregon nurses and social workers with hospice patients who requested assistance with suicide. N Engl J Med 2002;347(8):582-8.
- 10.EppelMeichlinger J, Stängle S, Mayer H, Fringer A. Family caregivers' advocacy in voluntary stopping of eating and drinking: A holistic multiple case study. Nurs Open 2022;9(1):624-36.
- 11.Geurts S. Artsen: levenseinde door stoppen met eten en drinken ook voor 60-minners. NOS/Nieuwsuur 23 januari 2024.
- 12.Koopmans RT, Dekkers WJ. Versterven bij een psychiatrische patiënt: hindernissen voor patiënt, familie en behandelteam. Tijdschr Geront Geriatr 2012;43:98-102.
- 13.McGee A, Miller FG. Advice and care for patients who die by voluntarily stopping eating and drinking is not assisted suicide. BMC Med 2017;15:1-4.
- 14.Den Hartogh G. What kind of death: the ethics of determining one’s own death. Verenigd Koninkrijk: Routledge, 2022.
- 15.Jox RJ, Black I, Borasio GD, Anneser J. Voluntary stopping of eating and drinking: is medical support ethically justified? BMC Med 2017;15:1-5.
- 16.Wetboek van Strafrecht. Artikel 294, lid 2.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.