Praktijk

Binnen Europa flexibel, interactief en selectief state-of-the-art kennis ophalen en delen

Gepubliceerd
21 januari 2021
‘Het WONCA-congres is een prachtige manier om flexibel te kunnen deelnemen aan de Europese community van huisartsen, interactie op te zoeken en tegelijkertijd selectief kennis op te halen. Kijk maar opwww.woncaeurope2021.org.’ Dat vertelt Dorien Zwart die samen met Jako Burgers het komende congres organiseert. Zij zijn respectievelijk voorzitter van het organisatie- en het wetenschappelijk comité.
0 reacties
Dorien Zwart en Jako Burgers
Dorien Zwart en Jako Burgers
© Margot Scheerder

WONCA is een acroniem van de eerste 5 woorden van de World Organization of National Colleges, Academies and Academic Associations of General Practitioners/Family Physicians. ‘In het Verenigd Koninkrijk wordt gesproken van general practitioners en in de Verenigde Staten van family physicians’, legt Burgers uit’. ‘Dat verklaart waarom beide namen staan vermeld. De werkzaamheden van de huisarts verschillen per land.

WONCA biedt een wereldwijd netwerk en tegelijkertijd een platform waarop huisartsen wetenschappelijke resultaten kunnen presenteren en contacten met collega’s kunnen leggen en onderhouden. WONCA heeft ook allerlei subnetwerken op het gebied van onder andere kwaliteit van zorg, waarbij Zwart actief is betrokken, wetenschappelijk onderzoek en preventie. Daarnaast zijn er diverse special interest groups, die bijvoorbeeld zijn gericht op hart- en vaatziekten, luchtweginfecties of gastro-enterologie. Zwart en Burgers vinden beiden de internationale uitwisseling ontzettend leuk en inspirerend. Het helpt ook om het eigen onderzoek en onderwijs op een hoger plan te brengen.

Internationale uitwisseling

Naast de wereldorganisatie zijn er regionale organisaties, waaronder WONCA Europe dat inmiddels 25 jaar bestaat. ‘WONCA Europe is een eigen club, waarin Nederlanders altijd actief zijn geweest en we ook Nederlandse presidenten (zoals Job Metsemakers uit Maastricht, redactie) hebben gehad’, vertelt Burgers. ‘Dat komt onder andere omdat Nederland altijd een sterke eerstelijnszorg heeft gehad, waarin de huisartsen centraal staan. We worden hierin gezien als een voorloper.’

Zwart beaamt dat Nederlanders veel kennis naar dit platform toe brengen. ‘Wat Nederland bijzonder maakt, is dat we wetenschappelijke richtlijnen hebben die zijn gemaakt voor en door huisartsen, gebaseerd op eerstelijns wetenschappelijk onderzoek. Dat brengen wij ook naar andere landen. Tegelijkertijd kunnen Nederlandse huisartsen veel halen bij WONCA. We gaan namelijk steeds meer leven in een global world en daardoor krijgen we steeds meer te maken met diversiteit en wereldproblematiek. Op deze congressen kun je een goed beeld krijgen van wat er in andere landen speelt en welke beslissingen er in welke culturen worden genomen. Het is een belangrijke missie van WONCA om die informatie voor het voetlicht te krijgen, te delen en naar een hoger plan te tillen. Het kan heel vormend en bijdragend zijn voor de Nederlandse huisarts. Die wisselwerking is enorm belangrijk.’

Inspirerend en herkenbaar

In 1993 werd voor de eerste keer het WONCA-congres in Nederland georganiseerd, in Den Haag. ‘Destijds was het congres nog veel kleinschaliger dan tegenwoordig’, herinnert Burgers zich. ‘Het volgende congres in Nederland werd in 2004 in Amsterdam gehouden. Dat was een groot succes.’ ‘Tijdens mijn promotietijd ben ik veel naar WONCA-congressen geweest’, vertelt Zwart over haar eigen ervaringen met dit congres. ‘Dat heb ik altijd buitengewoon inspirerend gevonden. Het is een laagdrempelig platform, ook voor jonge onderzoekers, om hun onderzoek te delen. Daarnaast is het een heel vriendelijk congres. Dat past goed bij de werkwijze van huisartsen.’

‘Zeker vroeger werkten veel huisartsen solo of in kleine teams’, voegt Burgers toe. ‘Op zo’n congres kom je collega’s met vergelijkbare rollen, taken en belangstelling tegen. We hebben dezelfde problemen waar we tegenaan lopen, bijvoorbeeld medicalisering en vragen van patiënten die we lastig vinden, zoals verzoeken om checks en screening. Dat probleem kennen we al jaren, maar het is inspirerend als iemand uit een ander land, vanuit een andere context en een ander zorgsysteem, exact hetzelfde probleem benoemt.’

‘Het maakt je steviger als professional als je een soort gezamenlijkheid hebt in waarmee je bezig bent,’ vindt Zwart. ‘In die zin zitten we in hetzelfde schuitje. Ik heb ook inhoudelijke zaken opgehaald. Mijn onderzoek ging over kwaliteit en patiëntveiligheid en het melden van incidenten. Dat was in de eerste lijn een nieuwe manier om om te gaan met risico’s en fouten. Ik heb internationale contacten opgedaan die ik nog steeds heb.’

Inhoudelijke en meta-onderwerpen verbonden

De afgelopen jaren vonden veel WONCA-congressen plaats in Oost-Europese landen en het aantal deelnemers is gestegen tot 2000 à 3000. Er komen altijd veel collega’s uit Spanje en Portugal, voornamelijk jonge huisartsen.

Na 16 jaar werd het weer tijd om het congres in Nederland te organiseren. Het centrale thema is persoonsgerichte zorg. Zwart vertelt over de keuze voor het programma: ‘Om te beginnen is er natuurlijk aandacht voor de gebruikelijke, inhoudelijke onderwerpen, waarmee iedere huisarts in Europa te maken heeft. Daarvan wil je state-of-the-art op de hoogte blijven. Deze buitengewoon belangrijke onderwerpen worden in het komende WONCA-congres verbonden met meer overstijgende onderwerpen die ook belangrijk zijn, zoals diversiteit, overbehandeling en shared decision making. De goeroe op dit laatste terrein, Glyn Elwyn, is de openingsspreker.’

Internationale uitwisseling is ontzettend leuk en inspirerend

Als actueel onderwerp is er ook aandacht voor COVID-19 en daaraan gekoppeld de toenemende interesse in e-health. ‘Dit is bij uitstek een periode om e-health in te voeren,’ laat Zwart weten. ‘Tijdens zo’n crisis krijg je opeens een enorme boost om zaken te veranderen. Nu is het zaak om te kijken wat de gunstige aspecten zijn die we kunnen meenemen en te voorkomen dat het kind met het badwater wordt weggegooid. We moeten continu met elkaar sparren en reflecteren wat e-health werkelijk brengt. Daar moet je wetenschappelijke evaluaties naar uitvoeren. Je moet ervaringen uitwisselen. Sommige landen zijn met bepaalde aspecten verder dan wij. Ik denk dat er heel relevante onderwerpen op het programma staan.’

Virtueel, maar wel interactief

‘Het NHG-bestuur heeft in overleg met WONCA Europe het besluit genomen om een virtueel congres te organiseren,’ laat Zwart weten. ‘De tijden zijn nog te onzeker om het risico van een bijeenkomst in een groot conferentiecentrum te nemen’, beargumenteert ze. ‘Het is mogelijk dat we te zijner tijd (6 tot 10 juli 2021, de geplande data voor het congres, redactie) nog steeds niet mogen reizen of dat hele landen niet mogen meedoen, omdat er reisbeperkingen zijn.’

Bij de voorbereiding kunnen lessen worden geleerd van het WONCA-congres dat stond gepland in Berlijn, maar dat in december 2020 noodgedwongen online plaatsvond. ‘Ze hadden een congres met een fysiek programma georganiseerd’, vertelt Zwart. ‘Dat hebben ze heel snel en fantastisch kunnen omzetten naar een virtueel programma. Wij hebben het voordeel dat we al starten met het idee dat het een virtueel congres gaat worden. We kunnen een online platform gebruiken dat volledig is gemaakt voor een groot internationaal congres.’

Bij het organiseren van het aanstaande WONCA-congres wordt geprobeerd om het te laten aansluiten bij de wereld van digitale deelnemers. ‘Eigenlijk willen die op de dag zelf nog kunnen beslissen of ze meedoen’, vindt Zwart. ‘Het moet laagdrempelig zijn en weinig kosten, want je neemt deel het vanuit huis. We hebben besloten om het live programma niet in hele dagen te doen, maar in blokken, iets meer verdeeld over de week, zodat de deelnemende huisartsen overdag andere dingen kunnen doen en niet helemaal de praktijk hoeven te blokken. We zorgen er wel voor dat de live blokken interactief zijn, zodat je state-of-the-art discussies kunt voeren en nascholingspunten kunt halen. Het nadeel is dat we de persoonlijke contacten en de social events moeten missen. Daarentegen is een groot voordeel van het virtuele platform dat deelname laagdrempelig is en dat het 3 maanden lang beschikbaar blijft, zodat je ook later, op een geschikt moment kennis kunt ophalen. Je kunt makkelijk en op een leuke, net iets andere manier nascholingspunten halen, niet alleen vanuit de Nederlandse maar ook vanuit een Europese context.’

Dorien Zwart is praktijkhoudend huisarts in De Bilt en hoofd van de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnszorg van het UMC Utrecht. Haar onderzoek is primair gericht op patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk.

Jako Burgers is praktijkhoudend huisarts in Gorinchem en bijzonder hoogleraar in Maastricht. Zijn oratie was getiteld ‘Persoonsgerichte zorg in richtlijnen: contradictie of paradox?’ Daarnaast is hij strategisch medisch adviseur van het NHG.

Meer weten? Kijk op woncaeurope2021.org.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen