Nieuws

Bloedtesten op coeliakie zinnig?

Gepubliceerd
7 september 2010

Het bepalen van antilichamen tegen tissue transglutaminase (IgA-tTG) is eenvoudig. Het staat op de meeste probleemgestuurde aanvraagformulieren onder het kopje ‘coeliakie’. Het is snel aangekruist bij patiënten met langdurige, onbegrepen buikklachten. Meestal doen we de test om ziekte uit te sluiten, maar wat als deze onverhoopt positief is? Betekent dit dat die patiënt zeker coeliakie heeft? En wat is de waarde van een negatieve test; sluit die coeliakie uit? De onderzoekers vonden in totaal 16 onderzoeken die alle de dunnedarmbiopsie als gouden standaard hanteerden. Zeven onderzoeken keken naar het IgA-tTG. De testeigenschappen waren goed, de sensitiviteit bedroeg 0,89 (95%-BI 0,82-0,94), de specificiteit 0,98 (95%-BI 0,95-0,99). De positieve likelihoodratio (LR+) was 37,7; de LR- was 0,11. Dat betekent dat de kans op daadwerkelijke coeliakie bij een positieve test zeer sterk toeneemt, bij een negatieve test neemt die kans sterk af. Maar de testuitslag is niet bewijzend. Bij milde coeliakie kunnen er bijvoorbeeld nog niet veel antistoffen worden gevormd en ook foutpositieve uitslagen komen regelmatig voor. En dat legt de verantwoordelijkheid weer bij de dokter. Hoe selectiever hij test, hoe groter hij de a priori-kans op coeliakie maakt. En een grotere a priori-kans zal de voorspellende waarde van positieve tests doen toenemen. Vooral patiënten met langdurige buikklachten en met een positieve familieanamnese voor coeliakie komen in aanmerking voor bepaling van het IgA-tTG. (Henk Schers)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen