Praktijk

Casus ‘Kan een hoor­toestel bij presbyacusis wachten?’ [Antwoord]

Gepubliceerd
28 juni 2022
Presbyacusis
Veel ouderen horen niet goed meer, vooral niet in een rumoerige omgeving.
© Shutterstock

Antwoorden bij de casus van meneer Aalbers

 

1. Beschrijf het audiogram

In het audiogram is in de hoge tonen een symmetrisch verlies te zien tot 80 dB. Het beengeleidingsaudiogram (groen) is vrijwel gelijk aan het luchtgeleidingsaudiogram (rood voor rechts en blauw voor links), wat wijst op puur perceptief gehoorverlies. In het spraakaudiogram zijn de curves ongeveer 20 dB naar rechts verschoven. Dat wil zeggen dat de woorden 20 dB harder moeten worden aangeboden om hetzelfde resultaat te halen als de norm (een goed horend jong persoon). Als de woorden hard genoeg worden aangeboden, haalt meneer Aalbers 100% spraakverstaan, wat wil zeggen dat hij nog niet aan discriminatievermogen heeft ingeleverd. Voor hoge tonen is 80 dB nodig om het geluid te horen. Dat is vergelijkbaar met vioolspel.

2. Wat is uw beleid?

Hoewel meneer Aalbers zelf nog weinig hinder ervaart in het sociale verkeer is het toch verstandig om hem te verwijzen naar een kno-arts voor nader onderzoek en een eventuele indicatie voor gehoorverbetering.

3. Is er een verwijsindicatie?

Omdat meneer Aalbers jonger is dan 67 jaar moet hij worden verwezen naar een kno-arts of audiologisch centrum. Met deze gegevens heeft de kno-arts geen reden voor beeldvorming of operatief ingrijpen. Als meneer ouder was geweest, zou de audicien zelf de hoortoestellen hebben mogen verstrekken. Om voor vergoeding in aanmerking te komen, moet het gehoorverlies op 1, 2 en 4 kHz aan beide oren gemiddeld minstens 35 dB zijn. Meneer Aalbers voldoet daaraan.

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen