Nieuws

Complex pijnsyndroom niet alleen tussen de oren

Gepubliceerd
20 mei 2005

Er blijkt een associatie te bestaan van het complexe regionale pijnsyndroom met het HLA-DQ1. Onderzoek in Maastricht bij 52 patiënten en 295 controlepersonen liet zien dat het HLA-DQ1 bij patiënten met het pijnsyndroom in 69% van de gevallen voorkwam en bij de controlepersonen in 42% (p=0,02). Ook bleek dat de patiënten vaker antistoffen tegen het parvovirus B19 hadden in vergelijking met de normale bevolking (77% versus 59%). We zouden onze schouders kunnen ophalen bij dergelijke bevindingen, ware het niet dat deze HLA-antigenen ook geassocieerd zijn met multiple sclerosis en narcolepsie. Mogelijk zijn deze antigenen gerelateerd aan factoren die van belang zijn bij het herstel van beschadigd neuraal weefsel. Verhoogde antistoftiters tegen bepaalde virussen passen ook in een hypothese dat beschadiging van neuraal weefsel aan dit pijnsyndroom ten grondslag ligt. Vooralsnog blijft de aandoening moeilijk vast te stellen. Uit hetzelfde proefschrift blijkt dat er weinig overeenkomst bestaat in de diagnose die specialisten op dit gebied stellen. In de differentiële diagnose noemde men vaak een idiopathische of somatoforme pijnstoornis. De door de patiënt geuite klachten konden slecht door lichamelijk onderzoek bevestigd worden. Kortom, het mag dan geen somatoforme stoornis zijn, de verwarring blijft. (RD)

Literatuur

  • 1.Van de Vusse AC. A CRPS Triptych, studies on diagnosis, pathogenesis and treatment of the complex regional pain syndrome [Proefschrift]. Maastricht: Universiteit Maastricht, 2005.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen