Nieuws

Cultuurspecifieke astmavoorlichting

Gepubliceerd
10 juni 2009

Achtergrond Patiënten uit minderheidsgroepen hebben een slechtere astma-instelling en -regulatie dan andere patiënten en zij bezoeken vaker de afdelingen spoedeisende hulp (SEH) van ziekenhuizen. Daarom zijn er specifieke instructieprogramma’s ontwikkeld om deze patiënten en hun familie beter toe te rusten voor zelfmanagement bij astma. De vraag is of deze speciaal voor de doelgroep ontwikkelde interventies, die rekening houden met cultuurspecifieke aspecten, effectiever zijn dan standaard instructieprogramma’s of gewone zorg. Ook de kosteneffectiviteit van deze programma’s wordt daarbij meegewogen. Doel Onderzoek naar de effectiviteit van cultuurspecifieke instructieprogramma’s voor astma-exacerbaties, -klachten en zorgvragen bij kinderen en volwassenen uit migrantengroepen. De effecten op kennis over astma en ervaren kwaliteit van leven zijn eveneens onderzocht. Zoekstrategie en insluiting De auteurs zochten in het Cochrane Register of Controlled Trials, het Cochrane Airways Group Specialised Register, MEDLINE en EMBASE. Zij includeerden gerandomiseerde onderzoeken die standaardinstructie of normale zorg vergeleken met cultuurspecifieke astma-instructie voor migranten (volwassenen en kinderen). Twee onderzoekers doorzochten de literatuur en extraheerden de data. Bij verschil van mening volgde een consensusbespreking. Zo nodig verzochten zij de auteurs om nadere informatie. Resultaten Van de 228 potentieel relevante onderzoeken bleven er na bestudering van de abstracts 29 over. Na selectie bleven er 4 onderzoeken over, met een totaalaantal van 617 patiënten in de leeftijd van 5 tot 59 jaar. Cultuurspecifieke astmavoorlichting scoorde significant hoger op de verbetering van ervaren kwaliteit van leven bij volwassenen (95%-BI 0,09-0,41) en op de verbetering van kennis over astma bij kinderen (95%-BI 1,07-5,53). In één onderzoek werd een afname van astma-exacerbaties bij kinderen (5-12) gevonden ten gunste van de interventiegroep: relatieve risicoreductie voor opname 0,32 (95%-BI 0,15-0,70) en 0,63 (95%-BI 0,42-0,95) voor SEH-bezoek voor exacerbaties. Hoewel in andere onderzoeken geen significante veranderingen werden gevonden, wezen deze wel in dezelfde richting ten gunste van de cultuurspecifieke instructie. Conclusie van de auteurs Gezien het beperkte aantal onderzoeken is het bewijs wat dun en de resultaten wisselen. Toch lijkt de conclusie verdedigbaar dat cultuurspecifieke astma-instructieprogramma’s effectief zijn, maar meer onderzoek (ook bij etnische groepen in het thuisland) is aanbevolen om die effectiviteit goed te beoordelen. Commentaar De kwaliteit van het systematisch literatuuronderzoek lijkt adequaat, zoals van een Cochrane mag worden verwacht. Het aantal onderzoeken, en daarmee het aantal geïncludeerde patiënten, is echter ronduit teleurstellend. Verder waren de interventies in de vier onderzoeken soms moeilijk vergelijkbaar en mogelijk zelfs niet allemaal echt cultuurspecifiek. Het is de vraag wat de zeggingskracht van het onderzoek is. De wat magere conclusie lijkt dan ook een open deur, zeker als je bedenkt dat er geen programma’s zijn vergeleken met voorlichtingsprogramma’s in de landen van herkomst, zoals ook de auteurs terecht opmerken. Waarschijnlijk ontbreken daarover simpelweg onderzoek en publicaties in de landen van herkomst. Het lijkt er dus op dat etnisch-specifieke voorlichting weinig is geëvalueerd en misschien ook wel weinig wordt gepraktiseerd. Ondertussen hebben bijna alle etnische groepen een lagere ervaren gezondheid, en vaak ook een daadwerkelijk slechtere gezondheid, en dat zegt iets over onze ‘care’. Er was binnen de Nederlandse gezondheidszorgsetting helemaal geen literatuur geselecteerd, terwijl het aantal allochtonen toeneemt. Natuurlijk verloopt voorlichting aan etnische groepen vaak moeizaam (veel uitval, minder affiniteit met zelfzorg), maar dat zou juist een reden moeten zijn om te zoeken naar effectieve voorlichting en instructie. Het lijkt erop dat dit echter weinig prioriteit heeft. Dat er ondanks het beperkte aantal geïncludeerde onderzoeken toch ėėn onderzoek met interessante positieve resultaten werd gevonden (ervaren kwaliteit van leven bij volwassenen, minder SEH-bezoek en opname van kinderen, en toegenomen kennis over astma bij kinderen) smaakt volgens mij naar meer. In de grote steden overtreft het aantal allochtone kinderen het aantal autochtone kinderen. Goede etnisch-specifieke voorlichting hielp volgens dit onderzoek. Uit het oogpunt van goede, efficiënte en eerlijke gezondheidszorg kunnen we deze groepen niet vergeten, te meer daar onder etnische minderheden zelfmanagement van ziekten vaak moeizaam is en er dus veel winst lijkt te behalen. Het opzetten van etnisch-specifieke voorlichting aan en begeleiding van chronisch zieken is daarom een noodzaak. Tegelijkertijd is onderzoek naar de effectiviteit van dergelijke interventies uiterst gewenst. Deze conclusie mag mager lijken, maar dat maakt haar niet minder waar of minder schrijnend. Misschien kunnen we ons als beroepsgroep eens bezinnen wat daar aan te doen is! Hans Harmsen

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen