Nieuws

De huisarts stelt weer indicaties; het CIZ verdwijnt?

Gepubliceerd
10 april 2006

De AWBZ wordt onbetaalbaar; in 2005 ging daar 17,4 miljard euro in om. Na de invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de komende invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) is de plaats van de AWBZ ook onduidelijk. Er zijn straks ‘twee knippen’ in een zorgcircuit. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) bedacht een oplossing. Half januari verscheen het advies Mensen met een beperking in Nederland. De AWBZ in perspectief.1 In 40 jaar tijd is de AWBZ een wonderlijk mengsel van voorzieningen geworden; sommige risico’s zijn onverzekerbaar, andere allang niet meer; we denken anders over wonen en zorg dan in 1967 en mede daardoor dreigt de AWBZ de sociale ongelijkheid eerder te bevorderen dan te verminderen. Alle reden dus om de hele financiering van de zorg op de schop te nemen. De ZVW zou ook de preventie en de langdurige zorg moeten verzekeren en de WMO het wonen en welzijn, aldus de RVZ. Die ontrafeling van zorg en welzijn zorgt wel voor de noodzaak van een goed eerste loket. ‘Wat men in de financiering scheidt, zal voor een aantal zorgvragers “op de werkvloer” moeten worden aangeboden.’ Dat eerste loket moet volgens de RVZ wijkgebonden in de eerste lijn staan. De Raad denkt deze centra te kunnen financieren door de indicatieorganen in de AWBZ op te heffen. De indicatiestelling voor zorg gebeurt dan weer door de behandelende professionals. Volgens Pieter Vos, de auteur van het advies, is de administratieve lastendruk in de AWBZ zo hoog dat daaruit de overhead van gezondheidscentra makkelijk betaald kan worden. De RVZ schatte de beheerskosten van de AWBZ in 2002 op 319 miljoen euro per jaar (3161 fte’s), waarvan 178 miljoen voor de toenmalige RIO’s. Waarschijnlijk zijn de totale kosten nog hoger (350 miljoen). ‘Wij willen inderdaad de indicatiestelling, ook voor de AWBZ-zorg, of hoe die in de toekomst ook zal heten, weer terugleggen bij de zorgprofessional/de eerste lijn/de huisarts (wellicht in consultatief overleg met verpleeghuisarts/arts voor verstandelijk gehandicapte/psychiater). Een versterkte eerstelijn is volgens de Raad overigens wel een randvoorwaarde over het opsplitsen van de AWBZ.’ Huisartsen zullen niet ongelukkig zijn met het opheffen van het CIZ. Meestal hebben ze daar een moeizame verhouding mee. Maar of het idee van wijkgezondheidscentra in alle wijken en dorpen van Nederland haalbaar is? In 1943 ontwikkelden de artsen Tuntler en Wassink een model voor de gezondheidszorg in de Zuiderzeepolders.2 De kern van dat plan was geïntegreerde zorg in alle woongebieden in de polder; preventie, medische zorg en thuiszorg in één pakket. Het duurde even voordat het plan uitgevoerd werd. In 1963 (!) werd er gestart in Dronten; in 1972 was het plan van tafel. Veranderingen in de zorg gaan in Nederland buitengewoon langzaam; beleid en werkelijkheid zijn dikke stroop. Ik ben benieuwd wanneer door de toverspreuken van dit advies het CIZ is veranderd in nieuwe eerstelijnscentra in alle delen van Nederland. Maar,... huisartsen en beroepsorganisaties, zo’n advies biedt wel mogelijkheden. Soms kun je een sprookje naar je hand zetten en daar moet je vroeg bij zijn. Er is in ieder geval een flinke pot geld verstopt. (JZ)

Literatuur

  • 1.Mensen met een beperking in Nederland; de AWBZ in perspectief. Zoetermeer: RVZ, 2005. www.rvz.net
  • 2.Royaards WJ. Van het Hoofdbestuur: Medische verzorging van de droogkomende Zuiderzeepolders. Med Contact 1957;12:244-5.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen