Praktijk

De hulpvraag bestaat niet

Gepubliceerd
3 juni 2015
Sinds ongeveer drie decennia leren huisartsen de hulpvraag van de patiënt te verhelderen. Dokters moeten eerst het probleem achter de klacht begrijpen en vervolgens de hulpvraag achterhalen om daarna te bepalen of zij die vraag kunnen en willen beantwoorden. Omdat die hulpvraag lang niet altijd een zuiver medische vraag is, is het ‘medisch model’ (klacht > diagnose > therapie) met name in de huisartsenpraktijk een ineffectieve methode om patiënten te helpen.
Dit verhelderen van de hulpvraag lijkt gebaseerd op de gedachte dat een patiënt met een al dan niet bewuste hulpvraag de spreekkamer binnenkomt en dat de huisarts die met de juiste gesprekstechnieken kan achterhalen. Heel vaak klopt dat niet. Veel patiënten weten niet wat ze willen. Zo kan het gebeuren dat ‘de’ hulpvraag van de patiënt ontstaat in de spreekkamer: daarmee is de hulpvraag niet iets van de patiënt, maar iets van het consult, iets van de patiënt en de dokter samen dus.
De dokter zal er daarbij naar streven een hulpvraag te definiëren waarop hij wil antwoorden en hem onwelgevallige hulpvragen willen vermijden. Soms door nauwelijks bewuste manipulatie, soms in regelrechte onderhandeling. Zo krijgt een huisarts niet alleen de patiënten die bij hem horen, maar ook de hulpvragen die bij hem horen.
Ferdinand Schreuder

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen