Nieuws

Definitief gedopte boontjes?

Gepubliceerd
10 augustus 2008

Persoonlijk gewin

‘Uw positionering van geneesmiddelen met de SOJA-methode druist in tegen algemeen aanvaarde richtlijnen en standaarden’, zo schrijft Van der Linde aan de farmaceutisch adviseur van CZ. Hij schuwt daarbij enkele boude uitspraken niet: ‘Al jarenlang stelt u uw persoonlijke opvattingen tegenover en boven die van deskundige commissies van de medische professie. Uw persoonlijk belang en gewin zijn daarmee nauw verweven. […] De Nederlandse samenleving gooit alleen al aan Lipitor voor 100 miljoen euro meerkosten over de balk. Het aandeel van CZ daarin is onevenredig groot, omdat u met name de huisarts-medewerkers van deze zorgverzekeraar in Limburg en Noord-Brabant sterk heeft beïnvloed.’ Van dit schrijven stuurt Van der Linde kopie aan onder meer de directie van CZ-Zorgverzekeringen.

Toetsing van integriteit

Een reactie blijft natuurlijk niet uit. CZ neemt de ‘constateringen betreffende de integriteit’ aan het adres van hun farmaceutisch adviseur zeer serieus. Zij zeggen toe diens integriteit te zullen toetsen en de SOJA-methode te evalueren. Ruim drie maanden later is de toets kennelijk afgerond, overigens na levering door Van der Linde van de voorschrijfcijfers in Limburg. CZ bericht: ‘Na zorgvuldig onderzoek hebben wij geconcludeerd dat de integriteit van de heer J niet in het geding is.’ Er zouden geen bewijzen zijn dat de farmaceutische industrie de activiteiten van J of de ranking binnen de SOJA-matrix beïnvloedt. Voor CZ is hiermee de discussie over belangenverstrengeling afgesloten. Ze sluiten het volledige rapport van het integriteitsonderzoek bij. Over de SOJA-methode blijft CZ zeer tevreden. Deze ‘past in onze filosofie van het ondersteunen van onze voorschrijvers in acht nemend hun eigen verantwoordelijkheid.’ De inhoudelijke kritiek op de SOJA-methode deelt CZ niet. Ze nodigen Van der Linde uit om een bijeenkomst over de SOJA-methode bij te wonen en besluiten met twee gevaarlijke zinnetjes: ‘Wij gaan ervan uit dat u vanaf heden geen uitlatingen meer zult doen die de integriteit van de heer J in twijfel trekken en die u niet kunt onderbouwen met harde feiten. Indien dit toch voor mocht komen behouden wij ons het recht voor om gerechtelijke stappen te ondernemen.’

De messen geslepen…

Van der Linde komt nu pas echt op stoom. Hij gaat niet in op de uitnodiging voor de bijeenkomst over de SOJA-methode, want ‘ik vervul geen adviserende functie bij CZ.’ En wat betreft de kwestie over de farmaceutisch adviseur van CZ: ‘Het feit dat u een integriteitsonderzoek rond de persoon van J heeft gelast, maakt duidelijk dat u het probleem bij J legt. Daar ligt het probleem echter niet. J bedrijft met zijn consultancybedrijf een door de industrie betaalde marketing. Daar komt hij rond voor uit. Het probleem ligt bij CZ, die als gevolg daarvan tientallen miljoenen guldens meer kwijt is geraakt aan gepatenteerde geneesmiddelen. Dat is het gevolg van slecht beleid of van een persoonlijke betrokkenheid van de Raad van Bestuur […].’ Echt geestig wordt Van der Linde als het gaat over het dreigement met gerechtelijke stappen. ‘Kan ik daar echt van op aan? Er is geen betere methode om wantoestanden aan de kaak te stellen dan de publiciteit rond gerechtelijke stappen.’ Hij dreigt om in een tijdschriftartikel het functioneren van CZ en Menzis met elkaar te vergelijken. ‘De ene zorgverzekeraar baseert zich op de NHG-Standaarden, de ander […] op de persoonlijke voorkeur van een door de industrie betaalde ziekenhuisapotheker.’

Gemeenschappelijk doel?

CZ lijkt wat water bij de wijn te doen, omdat ‘uw en onze doelen grotendeels parallel lopen; te weten het motiveren van huisartsen om een voorschrijfbeleid te hanteren dat conform de standaarden van de huisartsen, vastgelegd in de NHG-richtlijnen, de beste garanties geeft voor kwalitatief goede en doelmatige zorgverlening.’ Daarom willen ze ook de SOJA-methode evalueren. Maar de uitlatingen van Van der Linde over de farmaceutisch adviseur en de Raad van Bestuur van CZ vallen natuurlijk in minder goede aarde. En enig sarcasme is zichtbaar als ze hun belangstelling uiten voor het tijdschriftartikel waarmee Van der Linde dreigde: ‘Indien u alle relevante feiten en omstandigheden noemt […] dan zien wij met vertrouwen dit artikel tegemoet.’

Het pleit beslecht

Uiteindelijk komen de kemphanen tot een vergelijk. Van der Linde doet alsnog een voorstel om eens met de voorzitter van de Raad van Bestuur van CZ te overleggen, want: ‘Mijn drijfveer is niet het beschadigen van CZ, maar het elimineren van de marketing met de SOJA-methode, die mij en vele anderen al jaren een doorn in het oog is.’ CZ gaat op de uitnodiging in. Van der Linde stuurt nogmaals de voorschrijfcijfers in Limburg, met als conclusie: ‘Op alle benchmarks waarbij het gaat om de keuze van een geneesmiddel scoort Limburg slecht en de totaalscore voor Limburg is de slechtste van Nederland.’

NHG-onderzoek naar SOJA

Het NHG heeft al in 2003 de SOJA-methode (System of Objectified Judgment Analysis) laten onderzoeken. Monique Verduijn, apotheker en wetenschappelijk medewerker NHG, bracht hierover rapport uit, waarbij de conclusie was dat de SOJA-methode niet deugde. Enkele citaten uit haar rapport:

  • ‘Van de leden van het expertpanel is geen “conflict of interests-statement” opgenomen. Onduidelijk is dus welke relatie zij met de farmaceutische industrie hebben.’
  • ‘Het is niet duidelijk waarom bepaalde keuzecriteria gekozen zijn. Daarbij zijn maar weinig “harde” eindpunten gebruikt.’
  • ‘Opvallend is dat ook de keuzecriteria “contra-indicaties” en “breedte van toepasbaarheid” ontbreken.’
  • ‘Er wordt van verschillende niet met literatuur onderbouwde aannames uitgegaan. Er worden diverse onderzoeken die verschillen in patiëntenpopulatie, onderzoeksopzet, eindpunten, toegepaste doseringen en behandelingsduur met elkaar vergeleken. De onderzoeksduur is vaak te kort en de patiëntenpopulatie te klein om wetenschappelijk goed onderbouwde uitspraken te kunnen doen.’
  • ‘Nergens in het rapport of op de site is een redactiestatuut te vinden of een notitie waaruit blijkt door wie de publicaties en verspreiding betaald worden.’
  • ‘De betekenis die men aan de uitkomst moet toekennen blijft echter onduidelijk doordat een aantal essentiële vragen onbeantwoord blijft en er geen mogelijkheid tot statistische toetsing bestaat. Het blijft onduidelijk hoe de literatuur wordt geselecteerd en beoordeeld en hoe de onderzoeksresultaten worden vertaald in een score. Verder wordt de selectie van de keuzecriteria en de weging van de criteria niet gemotiveerd.’
  • ‘Hieruit volgt dat dit beslismodel niet geschikt is om als formulariumbeslismodel te gebruiken: wanneer de uitkomst gemakkelijk kan veranderen door manipulatie aan de relatieve weging, zorgt gebruik van dit model voor een schijnzekerheid: scores worden gemakkelijk als absolute harde getallen beoordeeld, terwijl deze getallen geen harde parameters vertegenwoordigen.’
Het zal dan ook niemand verbazen dat het NHG geen gebruikmaakt van de SOJA-methode bij de plaatsbepaling van geneesmiddelen in de standaarden en het NHG-Formularium.

Literatuur

  • 1.Zie ‘Mollen en marketing’ in het verslag van het NHG-Congres 2007. Huisarts Wet 2008; 51(1): nhg-6.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen