Praktijk

Ecg-casus ‘Bijzonder onregelmatig’

Gepubliceerd
8 november 2022

Casus

Patiënt: Een 73-jarige man meldt zich bij de huisarts omdat hij last heeft van hartkloppingen.

Voorgeschiedenis: Hypertensie, STEMI, waarvoor hij 5 jaar eerder een stent in de rechter kransslagader heeft gekregen, hartfalen met verminderde ejectiefractie (LVEF 36%), AAA, waarvoor 3 jaar eerder endovasculair een prothese is geplaatst, een nierfunctiestoornis (G3a A1, eGFR 47 ml/min/1,73 m2) en sinds 10 jaar paroxysmaal atriumfibrilleren.

Medicatie: Lisinopril 1 dd 10 mg, ascal 1 dd 100 mg, acenocoumarol via de trombosedienst, atorvastatine 1 dd 80 mg, lanoxin 1 dd 0,125 mg.

Anamnese: De patiënt heeft jaren geen atriumfibrilleren gehad, maar heeft nu het idee dat het terug is. Hij ervaart een vreemd gevoel op de borst en een onregelmatige hartslag. Verder heeft hij geen klachten. Hij leeft gezond, beweegt en heeft nooit gerookt.

Lichamelijk onderzoek: Bloeddruk 136/82 mmHg, pols 56/min, onregelmatig. Saturatie 98%. Temperatuur 37,1 °C. Hart: normale tonen, geen souffle. Longen: symmetrisch, vesiculair ademgeruis, zonder bijgeluiden. Enkels: geen oedeem.

 

Opgave

  1. Beschrijf het ecg systematisch volgens ECG-10+. 1 , 2
  2. Wat is uw verdere beleid?

Literatuur

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen