Nieuws

Fluorchinolonen en risico op perifere neuropathie

Gepubliceerd
22 oktober 2019
Fluorchinolonen (bijvoorbeeld ciprofloxacine en ofloxacine) worden vaak voorgeschreven bij infecties zoals pelvic inflammatory disease (PID), epididymitis en urineweginfecties. Uit dit patiëntcontroleonderzoek, uitgevoerd in een grote Britse huisartsendatabase, blijkt dat het risico op perifere neuropathie is verhoogd bij het gebruik van fluorochinolonen. Het risico hierop is echter in absolute zin zeer klein, zoals ook het Farmacotherapeutisch Kompas aangeeft.
3 reacties

Uit het totale cohort van 1.338.900 volwassen patiënten selecteerden de onderzoekers 5357 patiënten met perifere neuropathie en vergeleken hen met 17.285 controlepatiënten zonder perifere neuropathie. Geen van de patiënten in het onderzoek had de diagnose diabetes. In totaal kregen 231 patiënten (4,3%) met perifere neuropathie en 524 patiënten (3%) zonder perifere neuropathie fluorochinolonen voorgeschreven, voor een mediane duur van 10 dagen.

Bij patiënten die fluorochinolonen gebruikten, was de incidentie van perifere neuropathie 1,5 keer groter dan bij patiënten die geen fluorochinolonen gebruikten (95%-BI 1,1 tot 1,9). Voor elke extra dag gebruik van fluorochinolonen nam het risico op perifere neuropathie ongeveer 3% toe. Perifere neuropathie als bijwerking van fluorochinolonen blijft echter zeldzaam: het gebruik van fluorochinolonen was geassocieerd met 2,4 (95%-BI 1,8 tot 3,1) extra perifere neuropathieën per 10.000 patiënten per jaar fluorochinolonengebruik. Er moeten 54.315 patiënten worden behandeld met een 10-daagse kuur om bij één patiënt een perifere neuropathie te veroorzaken (number needed to harm).

Dit onderzoek laat zien dat er een verband is tussen het gebruik van fluorochinolonen en perifere neuropathie. De bijwerking treedt echter zeer zelden op, zoals ook het Farmacotherapeutisch Kompas vermeldt. Fluorochinolonen zijn de antibiotica van tweede keuze in de meeste standaarden (Het soa-consult, Pelvic inflammatory disease, Urineweginfecties en bij tekenen van weefselinvasie). Het is daarom belangrijk dat huisartsen als veelvuldig voorschrijver van deze medicatie op de hoogte zijn van deze bijwerking.

Literatuur

  • Morales D, et al. Association between peripheral neuropathy and exposure to oral fluoroquinolone or amoxicillin-clavulanate therapy. JAMA Neurology 2019;76:827-33.

Reacties (3)

Anne Dekker 12 november 2019

Beste Othon Eijsbouts, dank voor uw reactie op bovenstaande journaal. Het risico op ablatio retinae wordt in het beschreven artikel niet genoemd. Ook in het farmacotherapeutisch kompas en op pubmed zijn er geen studies terug te vinden over een mogelijk verhoogd risico op ablatio retinae. Mocht er een verhoogd risico bestaan, dan is dit effect zéér summier tot niet beschreven. Ik ben benieuwd naar de Duitstalige literatuur die u aanhaalt. 

Daan Backes, huisarts in opleiding, huisartsenpraktijk Arkel.

Othon Eijsbouts 20 mei 2020

hallo Daan, 

Sorry voor mijn late reactie maar ik wilde er nog een keer voor gaan zitten om het uit te zoeken. Ik ben zelf zeer sterk myoop en loop dus meer risico op een ablatio. Daarom heb ik in de loop van mijn huisartsenleven de literatuur die voorbijkwam op dit punt altijd gevolgd. Daaruit heb ik toen gehaald dat er bij gebruik van quinolonen meer kans was op een ablatio retinae. Ik maakte er zelfs een notitie van in mijn eigen EPD. Maar kan het in de literatuur nu nergens meer terugvinden. Noch in de literatuur die ik in de jaren 80/90 /00 af en toe bewaarde , noch op het internet. Ik kan eigenlijk niet meer anders concluderen dan dat ik me in het verleden toch ooit vergist moet hebben. Ik heb me wel nog afgevraagd of het pathologische mechanisme achter een peesruptuur ook in het oog zou kunnen werken maar dan zou de relatie met ablatio toch wel zijn  opgevallen. Succes met je loopbaan en bedankt voor alle informatie,

Othon Eijsbouts, huisarts , Son en Breugel

Othon Eijsbouts 29 oktober 2019

ik heb in het verleden ooit begrepen dat fluorchinolonen ook het risico op een ablatio retinae vergroten ; dat vind ik in het farmacotherapeutisch kompas nu niet terug ; wel op internet in Duitstalige literatuur ; welliswaar een andere bijwerking dan waar het artikel over gaat maar mogelijk kunnen  de schrijvers hier iets over zeggen ,

Othon Eijsbouts, huisarts,  Son en Breugel

Verder lezen