Nieuws

Geef vaker een specifiek vangnetadvies

Gepubliceerd
25 maart 2022
Uit een Brits observationeel onderzoek van eerstelijnsconsulten bleek dat huisartsen bij de helft van de besproken problemen een vangnetadvies gaven. Daarbij noteerden ze slechts 45% van de adviezen ook in de status. Bovendien verstrekten zij zeer spaarzaam schriftelijke informatie. Dat kan beter!
0 reacties

Om te achterhalen wanneer en hoe huisartsen een vangnetadvies geven, analyseerden onderzoekers 318 consultopnames. Daarbij koppelden zij de ICPC-codes van de problemen aan ad verbatim uitgeschreven vangnetadviezen. De consulten werden verricht door 23 huisartsen in 12 praktijken (13 vrouwen, alle huisartsen wit). In 48% van de gevallen werden meerdere problemen besproken tijdens het consult. De meeste patiënten waren vrouw (64%) en wit (87%). 

Huisartsen gaven een vangnetadvies in 205 (65%) consulten. Omdat er tijdens de consulten vaak meerdere problemen werden besproken, ligt het aantal vangnetadviezen per probleem lager: slechts 46% (257 van de 555 problemen). Huisartsen gaven het vaakst vangnetadviezen bij neurologische, maagdarm- en oorklachten. Ze deden dit het minst bij urologische, zwangerschaps- of endocriengerelateerde problemen. Bij 67% van de problemen maakten zij (ook) een follow-upafspraak. De huisartsen gaven vaker een vangnetadvies bij acute problemen (OR 2,18; 95%-BI 1,30 tot 3,64) en bij eerste consulten voor een probleem (OR 2,94; 95%-BI 1,85 tot 4,68). Verder gaven huisartsen jonger dan 45 jaar vaker een vangnetadvies (OR 2,56; 95%-BI 1,45 tot 4,51). 

Bij bijna de helft van de vangnetadviezen (47%) werd er een specifiek advies gegeven, bijvoorbeeld het noemen van alarmsymptomen. Bij de andere helft betrof het een generiek advies, zoals ‘kom terug bij erger worden of aanhouden van klachten’. Dit laatste kwam vaker voor als er meerdere problemen in een consult werden besproken. Als suggesties voor specifiekere vangnetadviezen en betere verslaglegging noemen de auteurs bijvoorbeeld het gebruik van informatiefolders en geautomatiseerde registratie.  

We kunnen concluderen dat vangnetadviezen magertjes worden verstrekt en dat de inhoud daarvan vaak aspecifiek is. Er is duidelijk ruimte voor verbetering: geef vaker en meer specifieke adviezen, noteer deze in de status en zorg bij voorkeur ook voor schriftelijke informatie.  

Literatuur

  • Edwards PJ, et al. Safety netting in routine primary care consultations: an observational study using video-recorded UK consultations. Br J Gen Pract 2019;69:e878-e886.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen