Nieuws

Geschiedenis van de westerse geneeskunde

Door
Gepubliceerd
1 april 2022
In het jaar dat zowel het NHG als Huisarts en Wetenschap het 65e levensjaar vieren is het wel toepasselijk om een boek over de historie van de geneeskunde te bespreken. In zijn nieuwste boek geeft Per Schuitemaker een overzicht van de opkomst van de geneeskunde in het Westen vanaf de klassieke Oudheid tot aan de drempel naar de 20e eeuw. Daardoor komt hij niet toe aan de geschiedenis van de huisartsgeneeskunde.
0 reacties

Schuitemaker behandelt zowel de sociale als de wetenschappelijke geschiedenis van de geneeskunde en schetst de chronologie van de belangrijkste ontwikkelingen en gebeurtenissen. Ook gaat hij in op de vragen, ontdekkingen en controverses die de medische vooruitgang hebben gekenmerkt. Zijn verhaal legt een verband tussen ziekte, dokters, eerstelijnszorg, chirurgie, de opkomst van ziekenhuizen, behandeling met medicijnen en farmacologie. Voor de moderne huisarts in een goed geoutilleerde praktijk staat dit verhaal wel wat ver af van de dagelijkse gang van zaken.

In deze tijd is het interessant om te lezen over de door dieren overgebrachte infectieziekten. De ‘onzichtbare deeltjes’ die ziekten kunnen veroorzaken, hadden in de klassieke oudheid (Varro) en in de middeleeuwen (Avicenna) ook al een groot deel van de wereld in hun greep. Het advies om afstand te houden werd al tijdens de pestepidemie (1347-1351) gegeven. En natuurlijk kwamen met het werk van Jenner en Pasteur de vaccins beschikbaar die een immuunrespons in het lichaam opwekten.

De lezer maakt kennis met de cruciale ontwikkelingen van de laatste 150 jaar, maar verneemt ook meer over de klassieke, middeleeuwse, islamitische en Oost-Aziatische geneeskunde, bijvoorbeeld via historische figuren als Asklepios, Hippocrates en Avicenna.

Het boek is toegankelijk geschreven en bevat veel aardige details over de context waarin de geneeskunde werd beoefend. Het is uitermate geschikt voor iedereen die behoefte heeft aan een levendige en informatieve inleiding tot de medische geschiedenis. De auteur komt niet toe aan het bespreken van de huisartsgeneeskunde – het boek eindigt met een beschrijving van het werk van Conrad Wilhelm Röntgen. Overigens kunnen we de geneeskunde van Hippocrates en zijn adagium primum non nocere wel als typisch huisartsgeneeskundig zien.

De focus van het boek ligt vooral op de relatie tussen (basale) wetenschap en geneeskunde. In feite bespreekt Schuitemaker de toenmalige visie: geneeskunde als natuurwetenschap. Na het lezen van dit boek kijk ik uit naar een werk waarin de meer moderne uitwerkingen van de gedachten van Hippokrates aan bod komen, zoals geneeskunde als levens-wetenschap en zeker als menswetenschap. Daarin zal de huisarts van vandaag de dag de huidige kernwaarden van het vak nog beter herkennen.

WAARDERING: ●●●○○

Per Schuitemaker | Geschiedenis van de Westerse Geneeskunde van de Oudheid tot de twintigste eeuw | Hoorn: uitgave in eigen beheer (schuitemaker.p@telfort.nl), 2021 | 411 pagina’s | € 20,- | ISBN 978 90 81 76 96 55

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen