Praktijk

Het persoonlijk leerplan: Zo pak je dat aan

Gepubliceerd
10 september 2004

Al vaker heeft In de praktijk een lans gebroken voor het uit Denemarken afkomstige ‘persoonlijke leerplan’.1 De werkwijze komt erop neer dat je samen met een collega op zoek gaat naar de gebieden waarop écht nascholing nodig is en daarvoor een doortimmerd traject uitstippelt. Dan volg je dus niet langer cursussen over onderwerpen die je belangstelling hebben – en waarover dus vaak geen nascholing meer nodig is – maar over gebieden waarop je kennis en vaardigheden lacunes vertonen. Leuk én nuttig!

Een maatje bij het leren

Een persoonlijk leerplan wordt voor een periode van twee jaar gemaakt. Allereerst kiest u een collega uit, bijvoorbeeld uit uw hagro, met wie u samen uw beider leerplan wilt opstellen. Het kan goed zijn om een collega te kiezen die u niet heel goed kent, of van wie u weet dat u beiden verschillend denkt over een aantal onderwerpen. Het is echter wel zaak dat u zich ‘veilig’ voelt bij elkaar; anders is het lastig om lacunes bespreekbaar te maken. Vervolgens inventariseert u de gebieden waarop uw kennis of vaardigheden tekortschieten. Deze neemt u samen met uw collega door, waarbij de prioriteiten worden bepaald. U houdt dan de onderwerpen over waarmee u de komende twee jaar aan de slag wilt gaan. Om ervoor te zorgen dat dit geen vrijblijvende ideeën zijn, maakt u meteen ook een planning. Zo pakt u niet alles tegelijk aan, en evenmin wordt uitgesteld tot morgen wat u vandaag had willen doen. Spreek met uw collega evaluatiemomenten af, dan blijft de vaart erin of kunt u samen doornemen welke knelpunten u van de uitvoering van uw plannen hebben afgehouden.

Verzameling van leerpunten

  • Inventariseer wat u in de afgelopen twee jaar aan nascholing heeft gevolgd; deze onderwerpen hebben waarschijnlijk nu wat minder prioriteit.
  • Noteer gedurende enkele dagen tijdens het spreekuur op welke gebieden uw kennis en vaardigheden lacunes vertonen.
  • Houd ook in de gaten hoe dingen in de praktijk zijn georganiseerd rond spreekuur, huisbezoeken, herhalingsreceptuur, samenwerking met derden enzovoort.
  • Kies uit betrouwbare bronnen (NTvG, H&W, Geneesmiddelenbulletin, Lancet, British Medical Journal) enkele – maar niet te veel! – onderwerpen waarin u zich verder wilt verdiepen.

Casus: een lastig spuitje

De heer Verhulst geeft omzichtig een hand aan huisarts Duinveen. Hij moppert flink: twee weken geleden is hij bij de waarnemer geweest vanwege een erg pijnlijke rechterschouder. Daarvoor heeft hij NSAID's gekregen, maar vooruitgang is er niet of nauwelijks. Duinveen zucht en vindt wat ze vreest. Niet dat die tendinitis van de supraspinatus nou zo erg is, maar de volgende stap zou een injectie met steroïden kunnen zijn, en die heeft Duinveen nog nooit gegeven… Gauw verwijst ze de heer Verhulst naar een collega die de vaardigheid wél beheerst. Zodra Verhulst de spreekkamer heeft verlaten, noteert Duinveen het voorval in haar schriftje. Als ze de week daarop samen met een collega haar persoonlijk leerplan opstelt, is uit deze episode een duidelijk leerpunt te destilleren: ‘Bij een collega die de vaardigheid goed beheerst, leren hoe je steroïden moet injecteren, en dit de eerste keer onder diens toezicht uitvoeren.’ Duinveen heeft weer een onderdeel van haar persoonlijk leerplan gevonden.

Weet wat je niet weet

Stap 1 bij het inventariseren van de persoonlijke lacunes spreekt voor zich: die onderwerpen waarover u net bijscholing heeft gevolgd, hoeven meestal niet op korte termijn opnieuw te worden uitgediept. En stap 4 is ook tamelijk simpel; bij het inventariseren van interessante onderwerpen uit de goede vakbladen hoeft u er alleen maar voor te waken dat u niet te veel afgaat op wat u leuk en interessant vindt. Het gaat dan vooral ook om onderwerpen waarbij het nuttig of wenselijk zou zijn als u er wat meer van zou afweten. Stap 2 en 3 lijken simpel, maar hierbij schuilen meer addertjes onder het gras. Een van de basisprincipes van het persoonlijk leerplan is dat je momenten ‘dat je het even niet weet’, niet zo snel mogelijk naar een uithoek van je geheugen verbant, maar dat er een leerpunt uit wordt gedestilleerd. Juist omdat die leerpunten naar voren komen tijdens de consultvoering, zijn het duidelijk gebieden waarop de kennis en vaardigheden van de huisarts tekortschieten én nodig zijn in de dagelijkse praktijk. Maar vaak komen er diverse aspecten om de hoek kijken als het gaat om het determineren van de lacunes.

Gebruik van het schema

Onderstaand schema kan u en uw collega behulpzaam zijn bij het vinden van uw beider leerpunten. Aan de hand van de tijdens uw consulten gemaakte aantekeningen noteert u in de eerste kolommen bij wie u tijdens het consult bent gestuit op een lacune, en op welk (ICPC-)gebied zich dit voordeed. Samen met uw collega bekijkt u vervolgens wat het ‘probleemgebied’ is: preventie, diagnostiek, behandeling of nog anders? Is dat vastgesteld, dan kan worden bekeken aan wat voor soort vaardigheid het schort. Bij de keuze van de nascholingsmethode is het van groot belang dat u van uzelf weet welke manier van leren voor u het meest succesvol is. De een leert door lezen, de ander door zien, nummer drie door horen en nummer vier door doen. Voor iedereen geldt echter dat een combinatie van leermethoden het meest effectief is. Probeer waar mogelijk rekening te houden met uw persoonlijke favoriete leerwijze. Tot slot worden enkele leerdoelen geselecteerd en geprioriteerd. Zorg ervoor dat uw leerplan haalbaar is, maar stel uw eisen ook weer niet te laag. Sommige onderwerpen zijn met het lezen van een paar artikelen op peil te brengen, andere vergen zowel nascholing als oefening. Er is dan ook geen ‘ideaal aantal onderwerpen’ vast te stellen; u weet zelf wel wat u aankunt en hoeveel u wilt aanpakken.

Casus: tobben met pubers

Met de deurknop in haar hand draait mevrouw Rutgers zich nog even om. ‘Dokter, ik maak me eigenlijk zo'n zorgen om onze Tim. Ik weet wel dat ie midden in de puberteit zit, maar hij is echt volkomen losgeslagen de laatste tijd. Zou hij misschien drugs gebruiken? Als we ernaar vragen, ontkent ie het in alle toonaarden!’ Huisarts Delafontaine verschuift wat ongemakkelijk in zijn stoel. Hij had gehoopt in zijn rustige plattelandspraktijk nooit met dit soort problematiek te maken te krijgen. Een beetje vaag mompelt hij iets over ‘maar eens langs laten komen op de praktijk’, ook wel wetend dat je als ouder een kerngezonde, dwarse tiener echt niet naar de dokter kunt sturen. Delafontaine noteert het voorval. Bij het maken van zijn persoonlijk leerplan bespreekt hij met zijn collega dat hij meer wil weten over (het signaleren van) drugsgebruik en welke lokale instanties ouders en kinderen kunnen helpen bij deze problematiek. Concreet komt dit erop neer dat hij informatie zal inwinnen bij het CAD in de naburige stad en actief literatuur over dit onderwerp zal opsporen en doornemen. Bovendien neemt hij zich voor om wat goede folders over drugsgebruik in zijn wachtkamer te leggen. Delafontaine geeft het onderwerp een hoge prioriteit, zodat hij snel zijn halfslachtige houding ten opzichte van Tim en zijn moeder kan rechtzetten…

Veel kleins of weinig groots

Het persoonlijk leerplan hoeft niet alleen maar ‘grote’ onderwerpen te omvatten, waar complete cursussen, nascholingsbijeenkomsten en vaardigheidstrainingen mee gemoeid zijn. Het gaat erom dat lacunes niet blijven liggen, maar dat er daadwerkelijk iets mee wordt gedaan. Daarom kan het tweejarig persoonlijk leerplan van de een wel twintig punten tellen, terwijl een ander slechts twee of drie onderwerpen kan aanpakken. Waar mogelijk is het wel goed om de onderwerpen te spreiden. Probeer én aan een aspect van communicatie en attitude aandacht te schenken, én aan klinische vaardigheden, én aan een praktijkvoeringsaspect. Zo krijgen alle onderdelen van uw dagelijkse werk de nodige aandacht en een kwaliteitsverbeterende impuls.

Altijd alles samen

De meest gestelde vraag over het persoonlijk leerplan is waarom dat nou samen met een collega moet. Nou moet er natuurlijk helemaal niets, maar het heeft wel erg veel voordelen om het gezelschap van een collega te zoeken. Doorpratend over punten uit de eigen inventarisaties komen altijd weer nieuwe invalshoeken tevoorschijn. Mede daarom is het goed om een collega te kiezen die u niet zo goed kent of van wie u weet dat hij anders denkt dan u over een aantal dingen. Ook kan een collega helpen de ‘blinde vlekken’ over uw eigen tekortkomingen te signaleren. Maar bovenal heeft u gezorgd voor een maatje die weet waar u mee bezig bent en met wie u af en toe kunt uitwisselen hoe het ervoor staat. En vice versa. Overigens geldt dit principe niet alleen voor het opstellen van het persoonlijk leerplan. Het is ook goed om bij meeromvattende nascholingsonderdelen gezelschap te zoeken. Samen met een collega naar een cursus is niet alleen leuker en gezelliger, al nafilosoferend geeft het ook meer rendement. En het is zelfs niet ondenkbaar dat u nascholing voor uw hele hagro organiseert, als meer van uw collega's met dezelfde lacunes worstelen. En tot slot: denk ook eens aan uw assistente! Zij kan heel goed samen met een collega uit uw eigen (of nabijgelegen) praktijk haar eigen persoonlijke leerplan opstellen, op precies dezelfde manier waarop u dat heeft gedaan. (AS)

Voor dit artikel is informatie geput uit het materiaal bij twee WONCA-voordrachten:

  • ‘Your personal learning plan’ van Lisbeth Errebo-Knudsen en Jonna Thomsen (Denemarken);
  • ‘Making your own learning agenda’ van Sandrina Schol, Jan Heyrman en Luis Felipe Gomez (België)

Literatuur

  • 0.In ’t Veld CJ. Een persoonlijk leerplan: Het Deense model. Huisarts Wet 2002;45(6):332.
  • 0.In ’t Veld CJ, Stalenhoef A. Persoonlijk leerplan en de GGZ: Een prima huwelijk. Huisarts Wet 2003:46(9):526-7.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen