Nieuws

Hommage aan Herbert Cohen Overwegingen in de spreekkamer

Gepubliceerd
1 juli 2016
Op 6 april 2016 overleed op 85-jarige leeftijd Herbert Cohen, oud-huisarts te Capelle aan den IJssel.
Hij was een van de moedige pioniers uit de begintijd van de euthanasie die op intelligente en onnavolgbare wijze de zachte dood op verzoek uitvoerde en invoerde. Het Openbaar Ministerie vervolgde hem daarvoor. De geruchtmakende rechtszaak die volgde, eindigde in vrijspraak.
Heel trots was hij op Nederland toen hij vervolgens tot lid van het Medisch Tuchtcollege in Den Haag werd benoemd. Als voorzitter van de Rotterdamse Huisartsen Vereniging en als voorzitter van de Stichting Trombosedienst en Artsenlaboratorium Rotterdam had hij toen al zijn bestuurlijke sporen verdiend.
Herbert was een non-conformist en wars van alle gewichtigdoenerij. Hij had een ongelofelijk gevoel voor humor en gevoel voor relativering die een wezenlijke functie in zijn leven vervulde. Daarvan getuigt zijn onderstaande observatie als patiënt van een consult bij zijn dokter.
In de laatste jaren van zijn leven had hij een schrijfclubje van mannen op leeftijd. Zij schreven korte beschouwelijke stukjes en lazen die aan elkaar voor. Tijdens de indrukwekkende afscheidsplechtigheid las een van hen het stukje voor dat Herbert enkele maanden voor zijn dood had geschreven. Het ging over zijn nierinsufficiëntie, aan de gevolgen waarvan hij kwam te overlijden.
Hans van der Linde, huisarts, namens de Stichting Capelse Huisartsen
Maandag heb ik, voor de halfjaarlijkse controle, mijn internist bezocht. Een vast ritueel wordt dan afgedraaid: zij tuurt geconcentreerd op het computerscherm, terwijl mijn verbeelding door haar appetijtelijke uiterlijk beheerst wordt. Het idee met haar en een glas witte wijn op een zonnig terras te zitten, kan me best wel bekoren. Een glas róde wijn in de pauze van een licht klassiek concert zou ook wel smaken. Dan kijkt ze op, glimlacht geroutineerd vriendelijk, en zegt: ‘Ik zie dat het eigenlijk wel goed met u gaat’. Wie ben ik om haar teleur te stellen; een hele lijst met ongemakken had ik voorbereid, maar is die het waard om onze mooie harmonie te verstoren?
‘Uw nierfunctie is wel flink achteruit gegaan’, hoor ik in de verte. Ja, ja, gewogen en te licht bevonden… ‘We moesten maar eens een echo maken en wat extra laboratoriumonderzoek laten doen. Wellicht komt u in aanmerking voor twee maal per week dialyse.’
Een heilzame uitvinding voor de mensheid, die kunstnier, en ook nog oorspronkelijk Nederlands fabricaat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft dokter Pim Kolff in Kampen het eerste exemplaar in elkaar geknutseld, met behulp van een stofzuigermotor en twintig meter varkensdarm. Dat laatste overigens kreeg hij op een koopje; er was toch geen vlees meer om ze mee te vullen. Hij is er later wereldberoemd mee geworden.
‘…tenminste, als u daar nog aan wilt beginnen.’ Wat een opmerking! Die vraagt echt om bezinning. Vroeger ging je met problemen naar de dokter en kreeg antwoorden. Nu word je naar huis gestuurd met vragen waarop alleen uitgebreid onderzoek antwoord kan geven. En zelfs dat lang niet altijd. Stel dat dialyse mij tien extra levensjaren verschaft, wat is dan de kwaliteit van die jaren? In ieder geval zal de ouderdom haar sloopwerk onverminderd kunnen voortzetten. Gelijk met het poolijs smelt je weerstand en een hele rits ziektes krijgen hun kans. En ten slotte mag je dan, intens vermoeid, uitblazen. De laatste adem bedoel ik.
Laat ik het maar eens op papier zetten, soms helpt dat.
Herbert Cohen

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen