Nieuws

HPV-vaccinatie: hoe eerder, hoe beter?

Gepubliceerd
25 juni 2009

Infectie met het Humaan Papillomavirus (HPV) kan de kans op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker vergroten. Om deze reden werd begin dit jaar het HPV-vaccin opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma voor twaalfjarige meisjes. De virussen die tot baarmoederhalskanker kunnen leiden worden vooral via seksueel contact overgebracht. Verreweg de meeste meiden van 12 jaar zijn nog niet seksueel actief. Vaccinatie op latere leeftijd lijkt dan ook weinig zinvol. HPV kan echter ook op andere manieren worden overgedragen, bijvoorbeeld tijdens de bevalling. Over de aanwezigheid van HPV bij meisjes jonger dan 12 jaar is weinig bekend. Oostenrijkse onderzoekers wilden meer inzicht krijgen in de prevalentie van HPV bij meisjes onder de 12 jaar. Zij testten 114 meisjes tussen 4 en 15 jaar op de aanwezigheid van anogenitaal HPV. Alle onderzochte meisjes waren nog niet seksueel actief. Bij 20 meisjes (18,2%) konden de onderzoekers verschillende HPV-varianten aantonen. Van deze meisjes hadden 15 de varianten die verantwoordelijk zijn voor baarmoederhalskanker. Een jaar na de screening werden alle besmette meisjes opgeroepen voor een nieuwe test. Twee kinderen hadden nog steeds de gevaarlijke HPV-variant. Op basis van deze resultaten concludeerden de onderzoekers dat HPV ook voorkomt bij meisjes die nog niet seksueel actief zijn. Bovendien blijken sommige kinderen de besmetting voor langere tijd bij zich te dragen. Deze kinderen kunnen een groter risico hebben op het krijgen van baarmoederhalskanker. Betekent dit dat we nu moeten starten met vaccineren direct na de geboorte of al gedurende de vroege kinderjaren? Het Oostenrijkse onderzoek heeft te veel haken en ogen om hier een antwoord op te kunnen geven. HPV lijkt inderdaad voor te komen bij kinderen die niet seksueel actief zijn, maar we moeten kritisch kijken naar de gevonden prevalentiecijfers. Alle onderzochte meisjes waren namelijk patiënten van de afdeling gynaecologie en vormden dus geen representatieve steekproef uit de algehele bevolking. In het jaar na de eerste test werd slechts een minderheid van de besmette meisjes opnieuw getest. Hierdoor kan weinig zinvols worden gezegd over het aanhouden van de besmetting. De onderzoekers adviseerden terecht dat meer onderzoek nodig is bij grote groepen jonge meisjes. Tot die tijd kunnen wij lekker verder blijven kibbelen over de voors en tegens van het huidige vaccinatieadvies. (EB)

De berichten, commentaren en reacties in het Journaal richten zich op de wetenschappelijke en inhoudelijke kanten van het vak. Bijdragen van lezers zijn welkom (redactie@nhg.org). De bijdragen in deze aflevering zijn van Erik Bisshoff, Ben Ponsioen, Gerard Hurenkamp, Henk Schers, Henk van Weert, Tjerk Wiersma en Hans van der Wouden.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen