Wetenschap

Huisarts en zorg voor de jeugd

Gepubliceerd
10 december 2008

Hebben we als huisartsen de boot gemist? De Werkgroep NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg en jeugd geeft in zijn Standpunt aan dat het gezin van vandaag vraagt om een vernieuw(en)de gezinsarts.12 Tegelijkertijd worden er in het hele land Centra voor Jeugd en Gezin opgericht en dat valt grotendeels buiten de invloedssfeer van huisartsen. Ook is een Verwijsindex Risicojongeren ontwikkeld die niet door huisartsen gebruikt gaat worden. Kan het NHG-Standpunt dit tij nog keren? Wat kan de huisarts betekenen voor kinderen, jongeren en hun ouders?

Ik deel de mening van de werkgroep dat de huisarts een belangrijke rol kan spelen in de (preventieve) jeugdzorg. Ook de parttime, niet-verloskundig actieve huisarts. De vraag is of de huisarts van nu de kennis die hij heeft, kan en wil benutten om een belangrijke rol te spelen bij het signaleren van gedragsproblemen en opvoedings- en gezinsproblematiek. De nadruk die momenteel ligt op het protocolleren van zorg en op de kwaliteitsmeting van zorg door middel van indicatoren lijkt deze doelstelling niet te bevorderen. Het leveren van goede gezinszorg is niet gemakkelijk te vangen in streefwaardes. Toch ligt daar een belangrijke taak voor onderzoekers: hoe te meten wat de kwaliteit van jeugdzorg door de huisarts is? Zodra kwaliteit meetbaar wordt, krijg je ook mogelijkheden om deze kwaliteit te verbeteren.

Het ambitieniveau in het Standpunt zoals door de werkgroep is gepresenteerd, ligt hoog. Ik denk dat het belangrijk is behandel- en preventiestrategieën te prioriteren, en daarbij niet de huisarts maar het kind centraal te stellen. Wat is in het belang van het kind, waar voorzien andere hulpverleners of instanties al op een goede manier in en in welk deel van de zorg kan de huisarts excelleren? Door zijn regiefunctie en de kennis van het gehele gezin kan de huisarts zeer goed een signalerende rol spelen. Om deze regiefunctie goed te kunnen vervullen, is informatie-uitwisseling van vitaal belang. Het schrijnende gebrek aan informatie vanuit Bureau is de Jeugdzorg is een bron van veel zorg en ergernis bij huisartsen. Informatie over aanmelding, diagnose en behandeling van het Bureau Jeugdzorg heb ik als huisarts de afgelopen vier jaar nog niet mogen ontvangen - ondanks de grote hoeveelheid tijd die deze hulpverleners in hun administratie moeten investeren. Mijn persoonlijke ervaring is dat de communicatie met jeugdartsen verbetert. Recente situaties waarbij ik ben gebeld door een jeugdarts over een puber met anorexia en een basisschoolkind met overgewicht, stemmen mij voorzichtig positief. Wel moet ik bekennen dat ik zelf ook niet snel de telefoon pak om een jeugdarts te bellen. De aanbeveling van de werkgroep om een gegevensset te ontwikkelen voor de onderlinge gegevensuitwisseling tussen huisartsen en jeugdartsen vind ik zeer waardevol. Zo’n gegevensset zou ook goed gebruikt kunnen worden in de communicatie met de Bureaus Jeugdzorg.

In ons gezondheidscentrum in een vinexwijk loopt momenteel een project met een psychosociaal team. In dit team komen de huisarts, de algemeen maatschappelijk werker, de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige (vanuit de GGZ in de praktijk gedetacheerd), de eerstelijnspsycholoog en de jeugdwerker een aantal keren per jaar samen om probleempatiënten en -gezinnen te bespreken. Dit team bevordert de kennisuitwisseling en zorgt ervoor dat de hulpverleners elkaar ook buiten dit team sneller weten te vinden.

Ik daag de Nederlandse huisarts uit om met zijn jeugdzorgpartners in de wijk actief op zoek te gaan naar de beste manier om met elkaar te communiceren. Het NHG en de LHV daag ik uit om proactief het Standpunt Huisartsenzorg en jeugd uit te dragen en te implementeren. Als de huisarts goed geïnformeerd wordt en zich goed laat informeren, mag je met recht spreken van een vernieuwde gezinsarts!

Literatuur

  • 1.NHG-Stantpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg en jeugd. Utrecht: NGH, 2008.
  • 2.Bergen M, Gercama A, Van Halteren M, Hogendorp J, Kramer A, Lobo C et al. De ideale huisarts voor de jeugd: een betrokken gezinsarts. Huisarts Wet 2008;51(13):669-73.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen