Nieuws

Insuline glargine

Gepubliceerd
10 januari 2005

In zijn journaalbericht (H&W 2004;47:547) zegt Zaat dat ondanks het feit dat met insuline glargine geen verbetering in metabole controle wordt bereikt het gebruik toch stijgt. Hij stelt dat ‘reclame dus blijkbaar beter werkt dan evidence’. Het betreft hier een persoonlijke mening die bepaald niet op evidence is gebaseerd, hetgeen hij zelf bevestigd in zijn voorlaatste zin: ‘Of al die patiënten ook werkelijk veel last hadden van nachtelijke hypoglykemieën is natuurlijk niet bekend. Mij lijkt dat onwaarschijnlijk’. Acht gerandomiseerde onderzoeken met glargine bij patiënten met diabetes type 1, en 6 gerandomiseerde onderzoeken bij patiënten met diabetes type 2 hebben inderdaad (nog) niet unaniem een verbetering van de metabole controle getoond, maar wel een sterke afname van het aantal hypoglykemieën. Dat een dergelijke bevinding niet even gepasseerd mag worden, zoals Zaat in zijn stukje doet, moge duidelijk zijn. Hypoglykemie is een ernstig fenomeen, met grote gevolgen voor het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven. Het is bekend dat (ook nachtelijke) hypoglykemie tot unawareness voor hypoglykemie tijdens daarop volgende dagen leidt. Daarmee is er een grotere kans op ernstige hypoglykemie gedurende de dagen na een hypo. Angst voor hypoglykemie vormt in de dagelijkse praktijk de grootste belemmering om tot goede metabole regulatie te komen. De DCCT en de UKPDS toonden een zeer sterke associatie tussen verbetering van metabole controle en het aantal en de ernst van hypoglykemische reacties. Het aardige van glargine is nu juist dat men door de lagere intra-individuele variatie van plasma insulinespiegels kan streven naar lagere bloedglucose concentraties zonder de sterke toename van hypo's. Een ander voordeel van glargine is dat er beduidend minder gewichtstoename is ten opzichte van NPH-insuline. Bovendien is aangetoond dat gebruik van glargine tot toename van levenskwaliteit leidt. Het is zelfs zo dat in een onderzoek patiënten unaniem aangaven niet meer terug te willen naar hun oude NPH-schema nadat ze kennis hadden gemaakt met glargine. Samenvattend lijkt de conclusie van collega Zaat niet gestoeld op evidence maar betreft het een persoonlijke mening. Het is derhalve niet verwonderlijk dat de toepassing van glargine een hoge vlucht neemt. T. Veneman, internist Mogelijke belangenverstrengeling: TV heeft een onbetaalde, adviserende functie bij Sanofi-Aventis.

Antwoord

Mijn stukje is gebaseerd op een Technology Report van het CCOHTA. Zij rekenden precies uit hoeveel hypoglykemieën er in een jaar waren bij insuline glargine (1,3 keer) en bij NPH-insluine (2,5 keer). De vraag is of dat een klinisch relevant verschil is. De evidence based aanbeveling van dit rapport en van het Engelse NICE, is dat alleen voor mensen met ernstige nachtelijke hypoglykemieën insuline glargine aan te bevelen is. Ik kan me niet voorstellen dat de 12 tot 24% van de volwassen diabetespatiënten die in juli 2004 insuline glargine kreeg voorgeschreven dergelijke klachten heeft. Dat is wat er in mijn laatste zin staat. Venema maakt nergens duidelijk dat dit probleem een dergelijke omvang heeft, zodat ik blijf denken dat reclame beter werkt dan evidence. Joost Zaat

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen