Nieuws

Intermezzo

Gepubliceerd
10 april 2002

De faam van Jan Arends berust grotendeels op zijn leven. Zijn bizarre hang naar het huisknechtschap bracht hem talloze malen in aanraking met struise meesteressen voor wie hij met het allergrootste plezier door het stof kroop. Hij schreef hierover de monoloog Keefman (‘Ik heb hier in huis nog nooit een boterham gegeten waar geen snot op zat. En dat noem jij therapie’) en poëzie. Een kort fragment:

Ik benAls ik
een pleisterhem losmaak
om mijn leven.schreeuwt mijn verleden
 van pijn.

Ook de typografie maakt de eenzaamheid zichtbaar: korte regels in een witte zee van grotendeels blanco pagina's. Poëzie als een boom, even lang en mager als de auteur. Waardig maar kaal.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen