De kern
- Een sterk koolhydraatarm of ketogeen dieet kan het LDL-cholesterol verhogen, soms tot extreem hoge waarden.
- Vooral slanke, fitte mensen die een ketogeen dieet volgen, ervaren deze extreme LDL-cholesterolwaarden.
- Mogelijke verklaringen voor de stijging zijn de hogere inname van verzadigd vet, de lagere inname van voedingsvezels en de verhoogde vetverbranding die meer LDL-cholesterol produceert.
- Het is nog onduidelijk wat de stijging van LDL-cholesterol bij een koolhydraatarm dieet betekent voor het cardiovasculaire risico.
- Bij een koolhydraatarme voeding is het belangrijk dat het voedingspatroon voldoende in belangrijke voedingsstoffen voorziet, en de geldende voedingsrichtlijnen in acht worden genomen. Daarom is begeleiding van een diëtist aan te raden.
Leefstijlmaatregelen zijn belangrijk bij de behandeling van overgewicht en het verlagen van het cardiovasculair risico. De NHG-Standaarden Obesitas en Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM) bevelen gezonde voeding aan volgens de Richtlijnen Goede Voeding, maar een koolhydraatarm dieet is momenteel de populairste methode om af te vallen.1-3 Hoewel het beperken van de koolhydraatinname op de korte termijn tot gewichtsverlies leidt, zijn de langetermijneffecten en de balans tussen voor- en nadelen onduidelijk.4 Wetenschappelijke publicaties melden opvallende stijgingen van LDL-cholesterol bij een koolhydraatarm dieet.5
Casus | Vrouw met gestegen LDL-cholesterol
Een 62-jarige vrouw met atherosclerotisch vaatlijden en een BMI van 25,4 komt op het spreekuur. Vanwege doorgemaakte hart- en herseninfarcten valt ze in de risicocategorie ‘zeer hoog’.1 Ze had bij gebruik van rosuvastatine 40 mg en ezetimibe 10 mg een LDL-cholesterol tussen de 1,8 en 2,3 mmol/l. Nu is mevrouw op eigen initiatief gestopt met haar medicatie, vanwege de overtuiging dat cholesterolverlagende medicatie niet goed voor haar is. Het LDL-cholesterol is daarmee gestegen naar > 10 mmol/l. Genetische of secundaire oorzaken van deze stijging worden niet gevonden. Na doorvragen blijkt dat mevrouw is gestart met een ketogeen dieet. Kan het dieet de oorzaak zijn van de opvallende LDL-stijging?
Effecten van een koolhydraatarm dieet
Een koolhydraatarm dieet bestaat uit minder koolhydraten dan wat iemand doorgaans zou eten. In Nederland is dat gemiddeld 230 gram koolhydraten per dag. Bij een inname van 130 tot 230 gram per dag spreekt men van een matige koolhydraatbeperking en bij 50 tot 130 gram per dag wordt in de literatuur vaak over koolhydraatarm gesproken. Ketogene diëten bevatten nog maar 20 tot 50 gram koolhydraten per dag. Deze diëten worden ketogeen genoemd, omdat het lichaam bij zo’n lage koolhydraatinname vetzuren afbreekt om aan de energiebehoefte te voldoen. Door de ketonen die bij dit proces vrijkomen, komt het lichaam in staat van ketose.
Door het verminderen van de koolhydraten in de voeding, is het lichaam meer afhankelijk van vetverbranding. Vetdeeltjes die als triglyceriden, cholesterol en cholesterolesters in de voeding zitten, worden opgenomen in de dunne darm en ingepakt in chylomicronen.6 Deze chylomicronen transporteren het vet vanuit de darm via de lymfe en het bloed naar de rest van het lichaam. Naarmate de chylomicronen langer in de bloedbaan zijn, geven ze steeds meer triglyceriden af. Wat overblijft van de chylomicronen wordt vervolgens opgenomen door de lever en vormt substraat voor de productie van very-low-density lipoprotein (VLDL). Met het VLDL worden triglyceriden weer in het lichaam afgegeven en zo neemt de dichtheid van het deeltje toe. Het VLDL verandert in low-density lipoprotein (LDL), dat via de LDL-receptor weer door de lever kan worden opgenomen [figuur 1].
Figuur 1
In het geval van een koolhydraatarm dieet ligt de omzet van dit hele proces hoger. Het VLDL geeft meer triglyceriden af en verandert daardoor sneller in LDL. Dat betekent dat veel cholesterol zich in LDL-deeltjes bevindt en dus in het bloed te meten is. De hoge LDL-cholesterolwaarde die bij sommige patiënten wordt gemeten, is op die manier mogelijk te verklaren. 7 , 8
Vetten worden in de dunne darm opgenomen als triglyceriden, cholesterol en cholesterolesters, waarna ze in enterocyten worden verpakt in chylomicronen, die triglyceriden afgeven aan lichaamscellen. Wat overblijft van de chylomicronen wordt in de lever omgezet in very low density lipoprotein (VLDL). De VLDL-deeltjes geven weer triglyceriden af in het lichaam, waardoor de dichtheid van het deeltje en de concentratie van cholesterol erin, toeneemt. Zo wordt het VLDL-deeltje een low density lipoprotein (LDL) deeltje, dat via de LDL-receptor weer door de lever kan worden opgenomen.
Mate van koolhydraatbeperking en BMI
Wanneer onderzoeken naar koolhydraatarme diëten met elkaar worden vergeleken, is niet altijd een extreme stijging in LDL-cholesterolwaarden zichtbaar. De mate van koolhydraatbeperking speelt een belangrijke rol. Hoe minder koolhydraten er via de voeding binnenkomen, hoe afhankelijker het lichaam wordt van de vetverbranding en hoe meer VLDL naar LDL verandert. Hoewel er veel variatie in onderzoeken is, lijkt de sterkte van de koolhydraatbeperking samen te hangen met de stijging in LDL-cholesterol. LDL-stijgingen worden vaker gevonden bij ketogene diëten met < 50 gram koolhydraten per dag dan bij koolhydraatarme diëten met 50 tot 130 gram per dag.9
Daarnaast speelt de BMI een grote rol. Een recente meta-analyse vond een sterke associatie tussen BMI en de verandering in LDL-cholesterol in trials met koolhydraatbeperkte diëten (< 130g/d). Bij mensen met een BMI < 25 werd gemiddeld een stijging in LDL van 1,0 mmol/l gevonden terwijl bij mensen met een BMI > 35 juist een LDL-daling van 0,17 mmol/l werd gevonden. Trials bij mensen met een BMI tussen de 25 en 35 laten wisselende resultaten zien.10
De grootste stijgingen in LDL-cholesterol lijken vooral voor te komen bij slanke, fitte mensen. Dit fenomeen wordt ook wel beschreven als het Lean Mass Hyper-Responder- (LMHR) effect.5 Door de lagere vetmassa en hoge fysieke activiteit blijkt de lipolyse in het lichaam nog sterker gestimuleerd te worden. In sommige onderzoeken lijkt het effect van koolhydraatarme diëten op het LDL-cholesterol sterker bij mannen dan bij vrouwen, mogelijk ook omdat zij een lagere vetmassa hebben.11
Uiteraard heeft ook de rest van het voedingspatroon een effect op het LDL-cholesterol. Als de inname van koolhydraten wordt beperkt, stijgt doorgaans het aandeel vetten in de voeding. Zo eten mensen tijdens een koolhydraatarm dieet vaak veel vlees, volle zuivel, vetten en oliën. Met name een hoge inname van het verzadigd vet is geassocieerd met een verhoogd LDL-cholesterol.12 De hoeveelheid verzadigd vet die wordt geconsumeerd bij een koolhydraatbeperkt dieet houdt direct verband met de stijging van LDL-cholesterol, hoewel dit effect kleiner is dan de invloed van BMI.10 Verder bestaat een koolhydraatarm dieet vaak uit een lagere hoeveelheid voedingsvezel: behalve suiker, worden ook brood, aardappelen, pasta, rijst en peulvruchten vermeden. Dat is ongunstig, omdat voedingsvezels bijdragen aan een lager LDL-cholesterol.13
Koolhydraatbeperking en cardiovasculair risico
LDL-cholesterol is een belangrijke factor in het ontstaan van atherosclerose en hierdoor hebben mensen met een hoog LDL-cholesterol een hoger risico op het krijgen van hart- en vaatziekten.14 De LDL-streefwaarde is niet voor niets vastgesteld op < 2,6 mmol/l of zelfs < 1,8 mmol/l bij mensen van ≤ 70 jaar met een doorgemaakte hart- en/of vaatziekte.2 Toch is er steeds meer onderzoek dat suggereert dat niet alleen de concentratie LDL-cholesterol van belang is als het gaat om het risico op hart- en vaatziekten, maar dat ook de grootte van de LDL-deeltjes een voorspeller is voor atherogeniciteit.15
Beperkt onderzoek laat zien dat bij een ketogeen dieet vaak een daling in het small-dense LDL-cholesterol (sdLDL-c) optreedt.5 , 16 , 17 Deze sdLDL-deeltjes hebben een lagere affiniteit voor de LDL-receptor, waardoor ze langer in de bloedbaan blijven circuleren. Omdat deze LDL-deeltjes kleiner zijn, kunnen ze makkelijker in de vaatwand terechtkomen en daar schade aanrichten.15 Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de onderzoeken sterk van elkaar verschillen in uitkomst en opzet. Op dit moment is er geen enkel onderzoek dat bewijst dat een totale LDL-verhoging het cardiovasculaire risico niet zou verhogen. Daarbij zijn de extreem hoge LDL-waarden die soms worden gevonden bij ketogene diëten vergelijkbaar met de waarden die we zien bij mensen met familiaire hypercholesterolemie, voor wie het cardiovasculair risico zeer hoog is.
Leefstijladviezen
Iemands cardiovasculair risico wordt niet enkel bepaald door het LDL-cholesterol. Ook andere risicofactoren zijn van belang. In veel onderzoeken naar koolhydraatarme diëten wordt een verbetering gezien in bijvoorbeeld bloeddruk en gewicht, ook al stijgt het LDL-cholesterol of blijft het onveranderd.18 Langetermijnonderzoek waarin de link tussen koolhydraatinname en de incidentie van hart- en vaatziekten wordt onderzocht is schaars. Enkele Amerikaanse en Europese cohorten laten een ongunstige associatie zien tussen koolhydraatbeperking en hart- en vaatziekten, terwijl Aziatisch onderzoek juist een gunstig verband toont.19 - 21
De vraag hoe koolhydraatarme of ketogene diëten het cardiovasculair risico beïnvloeden, is dus nog niet goed te beantwoorden. Het kan in ieder geval raadzaam zijn om bij het vinden van erg hoge LDL-cholesterolwaarden te vragen hoe iemands voedingspatroon eruitziet en specifiek of iemand een ketogeen of koolhydraatarm dieet volgt. Het verklaren van de LDL-cholesterolstijging door een ketogeen of koolhydraatbeperkt dieet, eventueel met gebruik van bekende LDL-cholesterolwaarden van voor het starten met het dieet, kan bijvoorbeeld voorkomen dat er onnodig DNA-diagnostiek naar familiaire hypercholesterolemie wordt gedaan, verwezen wordt naar de internist of dat er cholesterolverlagende medicatie wordt gestart. Het kan het gesprek en de behandeling richten op de oorzaak: het voedingspatroon.
Omdat we uit eerder onderzoek weten dat een hoog LDL-cholesterol ook door inname van te veel verzadigd vet kan komen, is het in ieder geval aan te raden de hoeveelheid verzadigd vet te beperken. Dat betekent met name het vervangen van boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine, vloeibaar bak- en braadvet en plantaardige oliën. Daarnaast is het belangrijk om erop te letten dat het voedingspatroon voldoende in belangrijke voedingsstoffen voorziet en de algemeen geldende voedingsadviezen op te volgen: voldoende groenten, fruit, vezels, noten, vis en weinig verzadigd vet, transvet, zout, suikerhoudende dranken, rood vlees en alcohol. Om mensen daarbij te helpen, kan begeleiding van een diëtist aan te raden zijn.
Beschouwing
De hoge LDL-cholesterolwaarde van >10 mmol/l bij mevrouw hangt mogelijkerwijs samen met haar ketogene dieet. Onderzoeken laten immers zien dat een ketogeen dieet vooral bij mensen met een BMI < 25 voor een verhoging in LDL-cholesterol kan zorgen, en haar BMI van 25,4 ligt daarmee net op die grens. Bovendien toonde een diëtistische analyse van het voedingspatroon van mevrouw aan dat slechts 5% van haar energie-inname uit koolhydraten kwam en gemiddeld 35% uit verzadigd vet. Hoewel het op basis van de literatuur moeilijk te zeggen is hoe de stijging in LDL haar cardiovasculair risico beïnvloedt, is de flinke hoeveelheid verzadigd vet in de voeding wel reden tot zorg. De casus onderschrijft het belang van de adviezen zoals die ook in de NHG-Standaard staan omschreven: vraag naar iemands leefstijl en ga samen met de patiënt na te gaan op welke leefstijlfactor(en) de grootste winst te behalen is.
Conclusie
Een koolhydraatarm dieet kan bij sommige mensen leiden tot een significante stijging van het LDL-cholesterol, met name bij slanke, fitte mensen. Dit kan deels verklaard worden door een verhoogde vetverbranding en hogere inname van verzadigd vet. Het is nog onduidelijk wat deze stijging van LDL-cholesterol betekent voor het cardiovasculair risico. Het is belangrijk om samen met de patiënt aandacht te besteden aan het totale voedingspatroon. Niet alleen om een gebalanceerde voeding te waarborgen, maar ook om onnodige (medicamenteuze) interventies te voorkomen.
Literatuur
- 1.↲↲NHG-werkgroep Cardiovasculair risicomanagement. NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement. Utrecht: NHG, 2024.
- 2.↲NHG-werkgroep Obesitas. NHG-Standaard Obesitas (in herziening). Utrecht: NHG, 2020.
- 3.↲Kloosterman R, Akkermans M, Reep C, Tummers – van der Aa M. (On)gezonde leefstijl 2022: opvattingen, motieven en gedragingen. Centraal Bureau voor de Statistiek; 2023.
- 4.↲Silverii GA, Cosentino C, Santagiuliana F, Rotella F, Benvenuti F, Mannucci E, et al. Effectiveness of low‐carbohydrate diets for long‐term weight loss in obese individuals: A meta‐analysis of randomized controlled trials. Diabetes Obes Metab 2022;24(8):1458-68.
- 5.↲↲Norwitz NG, Feldman D, Soto-Mota A, Kalayjian T, Ludwig DS. Elevated LDL cholesterol with a carbohydrate-restricted diet: evidence for a “lean mass hyper-responder” phenotype. Curr Dev Nutr 2021;6(1):nzab144. DOI: 10.1093/cdn/nzab144
- 6.↲Sanllorente A, Lassale C, Soria-Florido MT, Castañer O, Fitó M, Hernáez Á. Modification of high-density lipoprotein functions by diet and other lifestyle changes: A systematic review of randomized controlled trials. J Clin Med 2021;10(24):5897. DOI: 10.3390/jcm10245897.
- 7.↲Anekwe CV, Chandrasekaran P, Stanford FC. Ketogenic diet-induced elevated cholesterol, elevated liver enzymes and potential non-alcoholic fatty liver disease. Cureus 2020;12(1):e6605. DOI: 10.7759/cureus.6605.
- 8.↲Noain JS, Minupuri A, Kulkarni A, Zheng S. Significant impact of the ketogenic diet on low-density lipoprotein cholesterol levels. Cureus 2020;12(7). DOI:10.7759/cureus.9418.
- 9.↲Falkenhain K, Roach LA, McCreary S, McArthur E, Weiss EJ, Francois ME, et al. Effect of carbohydrate-restricted dietary interventions on LDL particle size and number in adults in the context of weight loss or weight maintenance: a systematic review and meta-analysis. The American Journal of Clinical Nutrition. 2021;114(4):1455-66.
- 10.↲↲Soto-Mota A, Flores-Jurado Y, Norwitz NG, Feldman D, Pereira MA, Danaei G, et al. Increased low-density lipoprotein cholesterol on a low-carbohydrate diet in adults with normal but not high body weight: A meta-analysis. Am J Clin Nutr 2021;114(4):1455-66. DOI: 10.1093/ajcn/nqab212.
- 11.↲Tay J, Brinkworth GD, Noakes M, Keogh JB, Clifton PM. Metabolic effects of weight loss on a very-low-carbohydrate diet compared with an isocaloric high-carbohydrate diet in abdominally obese subjects. J Am Coll Cardiol 2008;51(1):59-67. DOI: 10.1016/j.jacc.2007.08.050.
- 12.↲Mensink RP, Katan MB. Effect of dietary fatty acids on serum lipids and lipoproteins. A meta-analysis of 27 trials. Arteriosclerosis and thrombosis: a journal of vascular biology. Arterioscler Thromb 1992;12(8):911-9. DOI: 10.1161/01.atv.12.8.911.
- 13.↲Danuyanti IGAN, Fahrurrozi ZSA. Dietary fiber and dyslipidemia. Dietary Fibers: IntechOpen; 2022.
- 14.↲Peng K, Li X, Wang Z, Li M, Yang Y. Association of low-density lipoprotein cholesterol levels with the risk of mortality and cardiovascular events: A meta-analysis of cohort studies with 1,232,694 participants. Medicine 2022;101(48):e32003. DOI: 10.1097/MD.0000000000032003.
- 15.↲↲Rizvi AA, Stoian AP, Janez A, Rizzo M. Lipoproteins and cardiovascular disease: an update on the clinical significance of atherogenic small, dense LDL and new therapeutical options. Biomedicines. 2021;9(11):1579. DOI: 10.3390/biomedicines9111579.
- 16.↲Stoernell CK, Tangney CC, Rockway SW. Short-term changes in lipoprotein subclasses and C-reactive protein levels of hypertriglyceridemic adults on low-carbohydrate and low-fat diets. Nutr Res 2008;28(7):443-9.
- 17.↲Sharman MJ, Gómez AL, Kraemer WJ, Volek JS. Very low-carbohydrate and low-fat diets affect fasting lipids and postprandial lipemia differently in overweight men. J Nutr 2004;134(4):880-5. DOI: 10.1093/jn/134.4.880.
- 18.↲Santos FL, Esteves SS, da Costa Pereira A, Yancy Jr WS, Nunes JP. Systematic review and meta‐analysis of clinical trials of the effects of low carbohydrate diets on cardiovascular risk factors. Obes Rev 2012;13(11):1048-66. DOI: 10.1111/j.1467-789X.2012.01021.x.
- 19.↲Mazidi M, Katsiki N, Mikhailidis DP, Sattar N, Banach M. Lower carbohydrate diets and all-cause and cause-specific mortality: a population-based cohort study and pooling of prospective studies. Eur Heart J. 2019;40(34):2870-9.
- 20.↲Trichopoulou A, Psaltopoulou T, Orfanos P, Hsieh C, Trichopoulos D. Low-carbohydrate–high-protein diet and long-term survival in a general population cohort. Eur J Clin Nutr 2007;61(5):575-81. DOI: 10.1038/sj.ejcn.1602557.
- 21.↲Nakamura Y, Okuda N, Okamura T, Kadota A, Miyagawa N, Hayakawa T, et al. Low-carbohydrate diets and cardiovascular and total mortality in Japanese: a 29-year follow-up of NIPPON DATA80. Br J Nutr 2014;112(6):916-24. DOI: 10.1017/S0007114514001627.
Reacties (8)
LDL en ketodieet
- Login om te reageren
Een goede koperstatus en koper-zink-balans zijn van belang in de preventie van atherosclerose. Zowel een te lage als een te hoge koperstatus verhoogt het risico op hart- en vaatziekten.
Uit dierexperimenteel onderzoek is bekend dat een koperdeficiëntie kan leiden tot een verhoogd LDL-cholesterol en een verhoogde vatbaarheid van de oxidatie van LDL-cholesterol.
Een westerse voeding en een ketogeen dieet bevatten minder koper dan een gezonde voeding.
Is er gekeken naar de koperstatus van deze patiënt?
Manon Verheul, diëtist
- Login om te reageren
Beste Manon
Dit lijkt me geen onderdeel van de moderne wetenschappelijke geneeskunde in de eerste lijn?
Waar komt deze informatie en dat advies (voor de huisartsenpraktijk) vandaan.
Als je dit aan patiënten adviseert komen ze namelijk daarom vragen bij hun huisarts, dat wordt dan ingewikkeld.
MvG
BJ Kole, Huisarts
- Login om te reageren
Beste Bastiaan,
Bij een ketogeen dieet is extra aandacht voor de inname van voldoende voedingsvezels en microvoedingsstoffen (zoals thiamine (vitamine B1), kalium, koper en jodium) nodig. Een diëtist besteedt hieraan aandacht in het voedingsadvies.
In de casusbeschrijving wordt een verklaring gezocht voor de stijging van het LDL-cholesterol. In mijn reactie heb ik hiervoor een mogelijke verklaring gegeven.
Met vriendelijke groet,
Manon Verheul, diëtist
- Login om te reageren
Beste Manon,
Er wordt letterlijk gezegd : "Is er gekeken naar de koperstatus van deze patiënt"
Antwoord is nee, koper wordt nooit bepaald door huisartsen of specialisten in deze context.
Die aanbeveling staat ook in geen enkele richtlijn of aanbeveling.
Dierexperimenteel onderzoek is dan ook niet relevant voor aanbevelingen aan patiënten.
We mogen denk ik aannemen dat patienten ook niet geadviseerd wordt, dat hun 'koperstatus' beoordeeld zou moet worden?
Dat wordt dan namelijk een heel lastig gesprek bij de huisarts, endocrinoloog of cardioloog
Wellicht iets om wetenschappelijk onderzoek naar te doen in een academische setting?
MvG
- Login om te reageren
Reactie namens Iris van Damme:
Beste Manon en Bastiaan,
Bedankt voor jullie reacties. Er is bij deze patiënt niet gekeken naar de koperstatus. Dat maakt geen onderdeel uit van het standaardonderzoek dat is uitgevoerd. De hoeveelheid koper in de voeding kon wel worden bepaald op basis van de dagvoeding (24hr recall). Hieruit bleek geen afwijkende koperinname. Het is onduidelijk hoe de koperstatus precies verband houdt met hart- en vaatziekten. De gedane onderzoeken zijn observationeel van aard en dat betekent dat er geen causaal verband is aangetoond. Het enige dat we kunnen stellen is dat we inderdaad meer onderzoek moeten doen om te begrijpen wat de consequenties zijn van een ketogeen dieet voor het risico op hart- en vaatziekten.
Met vriendelijke groet,
Iris van Damme
- Login om te reageren
Ingezonden reactie:
In een recent artikel in Huisarts & Wetenschap onderzoeken Van Damme et al. de invloed van een LDL-cholesterolstijging door een koolhydraatarm dieet op het cardiovasculaire risico. Ze belichten het fenomeen van de lean mass hyper-responder (LMHR), waarbij een laag koolhydraatdieet resulteert in een aanzienlijke stijging van LDL-cholesterol (LDL-C). De auteurs concluderen dat de betekenis van deze LDL-C-stijging voor het cardiovasculaire risico onduidelijk is.
Bij deze conclusie zijn echter enkele belangrijke kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste bestaat LDL-C uit verschillende deeltjes, waarbij kleine, dichte LDL-deeltjes sterk geassocieerd zijn met het risico op hart- en vaatziekten, terwijl grote, lichtgewicht LDL-deeltjes dat niet zijn. Geoxideerd LDL-C en lipoproteïne(a) zijn betrouwbaardere voorspellers van atherosclerose en hart- en vaatziekten. Een eenvoudige LDL-cholesterolmeting kan niet vaststellen welke deeltjes bij de patiënt betrokken zijn. De ratio tussen triglyceriden en HDL biedt meer inzicht, waarbij een waarde <2 wijst op afwezigheid van insulineresistentie en >2 op insulineresistentie, wat gepaard gaat met een verhoogd cardiovasculair risico. Door deze ratio te bepalen, hadden de auteurs meer inzicht kunnen verkrijgen in het cardiovasculaire risico gerelateerd aan de LDL-C-stijging in hun casus.
Een tweede belangrijke en in het artikel niet besproken observatie ten aanzien van het cardiovasculaire risico bij het LMHR-effect komt uit de KETO-trial. Uit deze trial blijkt dat bij 80 personen (gemiddelde leeftijd 55,5 jaar) met een laag koolhydraat (ketogeen) dieet en LDL-C ≥4,9 mmol/L (gemiddeld 7,0 mmol/L) na een follow-up van 4,7 jaar geen significante verschillen in coronaire plaquebelasting werden gevonden vergeleken met een gematchte controlegroep met lagere LDL-C (gemiddeld 3,2 mmol/L). Zowel de calciumscore als de totale plaquescore op CT-angiografie waren vergelijkbaar, en er was geen correlatie tussen LDL-C-niveaus en coronaire plaques. Gelet op de sterk voorspellende waarde van kalkscores ten aanzien van het cardiovasculaire risico suggereren deze geruststellende bevindingen dat het LMHR-fenomeen bij metabool gezonde individuen niet leidt tot een verhoogd cardiovasculair risico.
Tot slot gaan de auteurs voorbij aan de metabool gunstige effecten van het koolhydraatarme dieet, zoals verbetering van chronische inflammatie, verlaging van triglyceriden, verbetering van bloeddruk, gewicht en insulineresistentie. Deze factoren zijn waarschijnlijk relevanter voor het cardiovasculaire risico dan het LDL-C.
Met vriendelijke groet,
Folkert van Bruggen, huisarts en promovendus
- Login om te reageren
Reactie namens Iris van Damme:
Beste Folkert,
Bedankt voor uw reactie. Het doel van ons artikel was vooral om de mogelijke stijging van LDL-cholesterol bij een sterk koolhydraatarm, ketogeen, dieet te belichten. Op basis van ons onderzoek kunnen we niet concluderen of de stijging in het LDL-cholesterol bij deze patiënt samenhangt met een verhoogd cardiovasculair risico. Maar het is belangrijk om aan te geven dat er overvloedig bewijs is dat LDL-cholesterol een zeer sterke causale risicofactor voor hart- en vaatziekten. In het algemeen is er overtuigend bewijs dat mensen met een hoger LDL-cholesterol, een hoger cardiovasculair risico hebben. Dat betekent dat er zeer overtuigend bewijs nodig is om aan te nemen dat een verhoogd LDL-cholesterol in bepaalde situaties of omstandigheden niet zou samenhangen met een verhoogd cardiovasculair risico. Hoewel het beperken van de koolhydraatinname inderdaad mogelijk andere metabole of cardiovasculaire voordelen kan hebben, blijft het belangrijk om de gevolgen van de stijging in LDL-cholesterol nader te onderzoeken.
Zoals u terecht aangeeft, geeft LDL-cholesterol alléén niet genoeg inzicht. Bij deze patiënt zijn (onder andere) ook HDL en triglyceriden bepaald. Hoewel deze lipidenfracties geen behandeldoelen zijn in de huidige richtlijnen, werden geen afwijkende waarden gevonden en was de ratio <2. Haar voorgeschiedenis gaf echter wel een verhoogd cardiovasculair risico aan. Dit onderstreept dat het belangrijk is om meerdere klinische parameters mee te nemen om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Het onderzoek dat u aanhaalt is daar een mooi voorbeeld van. Daar is, naast het LDL-cholesterol, ook naar kalkscores gekeken die een goede indicatie geven van cardiovasculair risico. In de KETO-trial bleek geen verhoogd cardiovasculair risico bij een ketogeen dieet bij metabool gezonde individuen. Onze patiënt had een uitgebreid verleden met atherosclerotisch vaatlijden en dat plaatst haar in een andere risicocategorie dan de deelnemers van de trial. We weten niet goed wat het verhoogde LDL-cholesterol voor haar betekent. Bij patiënten met bestaand vaatlijden dient men voorzichtig te zijn met voedingsinterventies die mogelijk het lipidenprofiel beïnvloeden, zoals een ketogeen dieet. Daarnaast is het belangrijk om te vermelden dat het sterk beperken van koolhydraten, zeker bij een ketogeen dieet, ook risico’s met zich meebrengt, zoals mogelijke tekorten aan bepaalde nutriënten. Een persoonsgerichte aanpak is daarom essentieel om te bepalen welk voedingspatroon het beste past bij de individuele situatie en behoeften. We pleiten er daarom voor om (samen met de patiënt) aandacht te besteden aan zoveel mogelijk relevante factoren.
Met vriendelijke groet,
Iris van Damme
- Login om te reageren