Nieuws

Oefenen in het voorschrijven

Gepubliceerd
10 oktober 2002

Dit boek is bedoeld voor medische studenten in de laatste fase van hun klinische opleiding. Het heeft als doel de kennis van de pathofysiologie en de klinische farmacotherapie te laten samenkomen in een concreet therapeutisch beleid. Het boek is opgebouwd uit vragen bij casuï-stiek waarbij de antwoorden steeds op de volgende bladzijde worden vermeld. In deze fase van de artsenstudie is iedere onderwijsvorm die op de praktijk van alledag is gericht erg welkom. Ook nu gaat het hart van menigeen wat sneller kloppen als kennis in de vorm van een casus wordt aangeboden. Met enthousiasme en plezier heb ik een aantal vragen doorgewerkt. In de uitwerking van de vragen is er met name aandacht besteed aan de werking en de bijwerkingen van geneesmiddelen. Het boek zal een welkome aanvulling op de leerboeken zijn, maar ik heb echter ook enige punten van kritiek. Zoals de auteurs in de inleiding stellen, is het diagnostisch proces overgeslagen en is het voor de co-assistent in het midden gelaten of de behandeling in de eerste of tweede lijn plaatsvindt. Dit maakt de casuïstiek soms onlogisch en onrealistisch. Zo wordt er in een casus over een oudere dame met een urineweginfectie gesteld dat bij mictieklachten (onder andere dysurie) het achterwege laten van aanvullende diagnostiek, zoals een nitriettest of een sediment, te verdedigen valt. Gezien de lage voorspellende waarde van klachten lijkt mij dit niet terecht. Bij de casus over hartfalen wordt op basis van het klinisch beeld, een ECG en een thoraxfoto wel erg voortvarend gestart met een ACE-remmer, een bètablokker en spironolacton. Het lijkt mij juist voor een co-assistent van belang te weten wat de beperkingen en mogelijkheden zijn van de diagnostiek en behandeling in de eerste en tweede lijn. Een huisarts past in de praktijk wel eens een proefbehandeling (bijvoorbeeld een diureticum bij hartfalen) toe. Daarentegen zal er in de tweede lijn vaker aanvullende diagnostiek worden gedaan alvorens te starten met medicatie die bijvoorbeeld bij bepaalde vormen van hartfalen haar nut heeft bewezen, die de nodige bijwerkingen kan geven en soms levenslang moet worden gebruikt. Verder ontbreken in de antwoorden de bronvermeldingen en het gebruik van richtlijnen. Hierdoor is de onderbouwing van sommige beweringen moeilijk terug te vinden. Van vrijwel elke casus is er een richtlijn van het CBO of het NHG beschikbaar. Dit boek zou de co-assistent een mooie gelegenheid bieden al vroeg kennis te nemen van richtlijnen. Al met al denk ik dat er voor dit boek naast de leerboeken in de artsenopleiding zeker een plaats is, maar een aantal verbeteringen zouden de waarde ervan vergroten. Voor huisartsen-in-opleiding en huisartsen wordt het dan mogelijk ook een interessant oefenboek.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen