Nieuws

Oestrogenen bij vrouwen met urine-incontinentie

Gepubliceerd
10 september 2003

Moehrer B, Hextall A, Jackson S. Oestrogens for urinary incontinence in women (Cochrane Review). In: The Cochrane Library, Issue 2, 2003. Oxford: Update Software.

Achtergrond De afname van de oestrogenen na de overgang speelt mogelijk een rol bij het ontstaan van urine-incontinentie. Doel De effectiviteit vaststellen van een behandeling met oestrogenen bij urineincontinentie. Zoekstrategie Het register met trials van de Cochrane Incontinentie Groep en de daarin vermelde referenties tot 1-12- 2002. Insluiting Alle (quasi-) RCT’s waarbij ten minste aan één groep van de onderzoekspopulatie oestrogenen werd voorschreven. Het gaat om vrouwen met een symptomatische of urodynamisch vastgestelde diagnose van stress-, urge- of gemengde incontinentie. Resultaten Er werden 20 trials ingesloten met in totaal 2926 vrouwen. Er werden diverse soorten oestrogenen gebruikt met verschillende dosis, duur en follow-up; de uitkomstmaten waren niet uniform. Voor alle trials samen lijkt het dat ongeveer de helft van de behandelde vrouwen verbeterde of continent werd tegenover 25% van de placebogroep. Het effect lijkt groter bij urge-incontinentie dan bij stressincontinentie. Er werd geen verschil gevonden in klachten zoals frequente mictie, aandrang of nycturie. Conclusie Behandeling met oestrogenen kan de incontinentie verbeteren, vooral bij urge-incontinentie. Bij een combinatie van oestrogenen met progestagenen is het effect weer geringer. Er zijn geen onderzoeken naar de gewenste dosis of duur van het gebruik noch naar het effect als met de oestrogenen wordt gestopt.

Commentaar

Het is jammer dat de meeste onderzoeken naar de effectiviteit van behandelingen bij urine-incontinentie maar zo’n korte follow-up hebben. Het belang van een behandeling is nu juist dat de bereikte continente toestand blijft bestaan. Bij het gebruik van oestrogenen klemt dit des te meer omdat bij langdurig gebruik de kans op een endometriumcarcinoom (bij gebruik van alleen oestrogenen) en op een mammacarcinoom (vooral bij gebruik van oestrogenen en progestagenen) aanzienlijk toeneemt. Bovendien krijgt gemiddeld 1 op de vrouwen last van vaginale bloedingen en 1 op de 5 vrouwen van pijnlijke borsten. Voor het eerst wordt duidelijk gesteld dat de gebruikelijke combinatie van oestrogenen en progestagenen bij vrouwen met een uterus ongunstig is voor de incontinentie. Dit beperkt het indicatiegebied van een hormonale behandeling van incontinentie enorm. Gelukkig hoeven vrouwen met incontinentie de risico’s van behandeling met oestrogenen niet te lopen, omdat de behandeling met bekkenbodemspieroefeningen en blaastraining veel effectiever blijkt. Concluderend: de indicaties om oestrogenen voor te schrijven zijn uiterst beperkt en gelden vooral urge-incontinentie en dan alleen bij vrouwen zonder uterus. Oestrogenen met progestagenen lijken minder effectief en kan men gezien het risico op mammacarcinoom beter niet langer dan 3 tot 6 maanden voorschrijven. Als uit onderzoek zou blijken dat de incontinentie na het stoppen recidiveert, heeft het voorschrijven van oestrogenen bij incontinentie een nog kleiner indicatiegebied.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen