Nieuws

Palliatieve zorg 2

Gepubliceerd
10 mei 2003

De twee recente artikelen over huisartsen en palliatieve zorg in H&W 2003(2) zijn een verheugend teken voor de groeiende aandacht voor dit onderdeel van de geneeskunde.12 De conclusie van Van den Muijsenbergh dat palliatieve zorg thuishoort bij elke huisarts, ondersteun ik van harte en wordt ook in een onlangs verschenen review bevestigd.3 Toch wil ik een kritische kanttekening plaatsen bij haar conclusie dat de persoonlijke inzet en aandacht van de huisarts meer cruciaal zijn voor een goede zorg dan specifieke kennis en vaardigheid. Deze conclusie wordt gedaan door de toetsing van de kwaliteit van zorg vanuit een patiëntenperspectief en nauwelijks vanuit een professioneel perspectief. Goede toetsing van het professioneel handelen vereist meer dan in het onderzoek is verricht. Ten eerste is het niet duidelijk wat nu de gouden standaard van toetsing is. Kijkend vanuit een professioneel perspectief, wordt in onderzoek van Dorrepaal en De Wit aangetoond dat pijn vaak onderbehandeld wordt.45 Ten tweede geldt dat binnen de palliatieve zorg niet alleen de behandeling van symptomen centraal wordt gesteld, maar ook het vroegtijdig signaleren en voorkomen van symptomen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard. Deze aspecten, in totaliteit deel uitmakend van de WHO-definitie van palliatieve zorg, zijn niet getoetst. Gezien de soms complexe problemen van zowel lichamelijke, emotionele en organisatorische aard, zijn huisartsen gebaat bij mogelijkheden voor ondersteuning en consultatie van lokale palliatieve consultatieteams.3 Dit wordt wel door de politiek onderkend, maar niet gefinancierd.6 Palliatieve zorg behoort tot het takenpakket van nagenoeg elke behandelend arts. Van een subspecialisatie binnen de huisartsengeneeskunde is geen sprake. Dat neemt niet weg dat een groeiende groep artsen van diverse specialismen wel behoefte heeft aan een verdere bundeling en verdieping van onze onvolkomen kennis op het gebied van lijdensverlichting in fysieke en mentale zin. Zij willen consultatief beschikbaar zijn. Daar zijn niet alleen patiënten, maar zeker ook de huisartsen mee gebaat. Jaap Schuurmans, huisarts en voorzitter van de Nederlandse Associatie Palliatief arts Consulenten (NAPC)

Antwoord

Vanzelfsprekend moet elke huisarts zich inzetten voor een optimale behandeling van lichamelijke klachten – al dan niet met een subcutaan infuus – en valt er voor huisartsen ook op dit gebied nog veel te leren. Het is fijn en nuttig dat deskundige collega's als Schuit en Schuurmans bij vragen geconsulteerd kunnen worden. In hoeverre huisartsen de bestrijding van symptomen zouden kunnen verbeteren heb ik niet onderzocht, evenmin als de door Schuurmans genoemde onderzoekers. Deze toonden slechts aan dat, ondanks behandeling, veel (pijn)klachten niet overgaan. Met Schuit vertolken zij de vigerende opvatting dat het frequent vóórkomen van klachten wel moet betekenen dat deze klachten heel belangrijk zijn voor de patiënten en tevens dat de behandeling ervan tekortschiet. De gedachte dat patiënten soms klachten prefereren boven bijwerkingen van behandeling, of dat voor sommige klachten geen remedie bestaat, lijkt niet mogelijk. Ook de door mij geïnterviewde patiënten hadden veel klachten – evenveel als de patiënten van Schuit: 65% had last van pijn (27% heftig), 46% van misselijkheid, 27% van eetlustgebrek en 35% van dyspnoe. Desondanks noemden zij allen -ook diegenen die ik kort voor hun overlijden sprak en die heftige, onbehandelbare lichamelijke klachten hadden – de persoonlijke aandacht het meest belangrijk. Nabestaanden van een heel andere groep patiënten die wij in verband met mogelijke selectiebias benaderden via de polikliniek oncologie, benadrukten eveneens het belang van deze aandacht. Frappant was dat de patiënten die klaagden over een gebrek aan persoonlijke aandacht, tevens niet tevreden waren over de behandeling van hun klachten. Om klachten adequaat te behandelen is kennelijk de aandacht van de dokter essentieel. Deze opvatting wordt door ander onderzoek bevestigd.1 Het is dus niet zo vreemd dat patiënten in de palliatieve fase, ook degenen met heftige lichamelijke klachten, de persoonlijke aandacht van hun dokter het meest belangrijk vinden. Maria van den Muijsenbergh

Literatuur

  • 1.Van den Muijsenbergh M. Palliatieve zorg: de persoonlijke specialiteit van elke huisarts. Huisarts Wet 2003;46:80-5.
  • 2.De Wit NJ, Van den Broek MW, Thomeer I, Stalman WAB. Terminale zorg aan de oncologische patiënten in de huisartsenpraktijk; frequentie, inhoud en ervaren belasting. Huisarts Wet 2003;46:86-90.
  • 3.Mitchell GK. How well do general practitioners deliver palliative care? A systematic review. Palliat Med 2002;16:457-64.
  • 4.De Wit R. Cancer pain and how to relieve it [Proefschrift]. Universiteit Maastricht, 1999.
  • 5.Dorrepaal KL. Pijn bij patiënten met kanker [Proefschrift]. Amsterdam: Vrije Universiteit, 1989.
  • 6.Clemence Ross-van Dorp. Voortgang en verdere verbetering van de palliatieve zorg. Brief aan de Tweede Kamer 21-11-2002.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen