Nieuws

Prikken in dikke billen

Gepubliceerd
20 mei 2006

Intramusculaire injecties in de bil bereiken bij een belangrijk deel van de patiënten de spier niet. De standaard groene en blauwe naalden zijn niet altijd lang genoeg. In onze populatie waarin overgewicht toeneemt, leidt dit mogelijk tot minder effectieve intramusculaire gluteale injecties. Dit concludeert Nisbet in een retrospectief onderzoek waarin hij 100 volwassenen onderzocht bij wie een CT-scan van het bekken was gemaakt.1 Met behulp van deze CT-scans bepaalde hij de afstand van het huidoppervlak tot de rand van de spier voor zowel de ventrogluteale als dorsogluteale injectieplaats (ventrale deel van m. gluteus tussen trochanter major en spina iliaca anterior superior,2 respectievelijk bovenste-buitenste kwadrant van de bil). Vetweefsel aan de ventrogluteale zijde bleek gemiddeld 19,0 mm diep (range 2,5-62,6 mm). Bij 12 patiënten was de diepte meer dan 35 mm: de lengte van een groene naald. Dorsogluteaal was de diepte gemiddeld 32 mm (range 7,5-59,8 mm). Bij 43 patiënten was de diepte meer dan 35 mm. Hierdoor zal dus 12% van de patiënten in feite een subcutane injectie krijgen bij een ventrogluteale prik en 43% bij een dorsogluteale. Voor blauwe naalden (25 mm) zijn deze percentages 26% respectievelijk 72%. Helaas beschrijft de auteur noch de reden van de bekkenscan, noch de BMI van de betrokken patiënten, zodat onduidelijk blijft in hoeverre deze populatie representatief is. Desondanks adviseert de auteur om intramusculaire injecties via de bil waar mogelijk te vermijden. Indien een alternatieve route, bijvoorbeeld prikken in de schouder, niet mogelijk is, dient men bij patiënt met een gewicht tot 90 kilo een naald van 5-7,5 cm te gebruiken en boven de 90 kilo een naald van 10-15 cm.3 Of is dit de zoveelste reden om sporten verder aan te moedigen? Lekker stevige billen door meer spier en minder vet. (LF)

Literatuur

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen