Nieuws

Psychologie en de chronisch zieken

Gepubliceerd
10 september 2005

De auteurs, vier Groningse psychologen, willen met dit handboek de kwaliteit en de toegankelijkheid van psychosociale hulp voor mensen met een chronische lichamelijke ziekte verbeteren. Het boek richt zich op twee doelgroepen. Enerzijds klinisch psychologen en psychotherapeuten, en anderzijds artsen, paramedici en iedereen die te maken heeft met de aanpassingsproblemen waar chronisch zieken mee kampen. Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel (63 pagina’s) is een verkenning van ontwikkelingen in en visies op psychosociale zorg, met een inventarisatie van Nederlandse richtlijnen. De auteurs concluderen dat de meeste richtlijnen specifiek voor één ziekte ontwikkeld zijn, terwijl de basisprincipes voor alle chronische ziekten opgaan. Zij pleiten voor een ziekte-generiek basisprogramma voor psychosociale zorg, aangevuld met ziektespecifieke toevoegingen. Het tweede, ziekte-generieke deel (433 pagina’s) vormt de kern van het boek. Hier beschrijven ze de adaptieve opgaven waar elke chronisch zieke mee te maken heeft: fysiek (omgaan met pijn, moeheid en fysieke beperkingen), psychisch (omgaan met emoties rond verlies en afhankelijkheid, reële betekenis geven aan de ziekte), sociaal (invloed op relaties, werk, seksualiteit) en existentieel (herordenen van levensverhaal en toekomstperspectief). Voor iedere adaptieve opgave beschrijven ze welke psychologische interventies kunnen helpen. De nadruk ligt op cognitief-gedragstherapeutische technieken, maar ook psychoanalytische, cliëntgerichte, systeemgerichte en existentiële benaderingen komen aan bod, evenals lotgenotencontact, bewegingservaring, creatieve therapie en bibliotherapie. Bij elke interventie staat een schema met indicatie, doelstelling, contra-indicaties, therapeutische interventiestappen, frequentie en gemiddeld aantal zittingen. Het derde deel (230 pagina’s) is ziektespecifiek: van tien voorbeeldziekten beschrijven ze de symptomen met de adaptieve opgaven die daaruit voortvloeien. In uitgebreide casuïstiek komen de interventies die in deel twee droog beschreven werden, tot leven. Voor huisartsen is het tweede deel het meest relevant. Het overzicht van problemen waar elke chronisch zieke tegenaan loopt kan de huisarts als checklist gebruiken bij de begeleiding. Het palet van psychologische therapieën geeft de huisarts een beeld van verwijsmogelijkheden. Een minpunt van het boek vind ik dat de rol van de huisarts in de psychosociale begeleiding erg summier aan bod komt, waarbij de taak van de huisarts beperkt lijkt tot het geven van voorlichting over medicijngebruik en zelfzorg. Voor cognitieve, emotionele, sociale of existentiële problemen noemen ze de huisarts alleen als verwijzer. Hier wreekt zich dat de redactie uit louter psychologen bestaat. Ook omdat het boek vrij duur is, concludeer ik dat dit handboek leuk is om eens uit de bibliotheek te lenen, maar niet in de praktijk hoeft te staan. Nettie Blankenstein

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen