Praktijk

Risicogroepen en daders

Gepubliceerd
10 juni 2006

Samenvatting

Het is een misvatting dat huiselijk geweld alleen bij laagopgeleide allochtone vrouwen voorkomt; het kan iedereen treffen. In het medisch consult wordt niet routinematig op huiselijk geweld gescreend, terwijl dat bij gezondheidsrisico’s die minder vaak voorkomen wél zo is. Barrières voor de arts zijn onder meer gebrek aan richtlijnen, een ongemakkelijk gevoel bij het ter sprake brengen van dit onderwerp en gebrek aan mogelijkheden om in te grijpen. Vanwege de misvattingen over wie ‘typische’ slachtoffers zijn, wordt in deze tweede aflevering van de serie over huiselijk geweld ingegaan op de risicogroepen.

Slechte schoolprestaties

Caroline Seegers bezoekt u met haar 6-jarige zoontje Wing, die aan het fragiele-X-syndroom lijdt. Ze maakt zich zorgen omdat hij slecht eet, met name ’s nachts veel huilt, op school slechte prestaties levert en weinig tot geen contact maakt met klasgenootjes. U ziet een timide jongen die terneergeslagen wegkijkt. Als u hem vragen stelt, valt op dat de moeder de antwoorden geeft. Neemt u bij de differentiële diagnostiek in overweging of dit kind mogelijk slachtoffer is van een vorm van mishandeling, thuis of op school?

Risicogroepen

In het algemeen hebben chronisch zieken en mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap een groter risico om mishandeld te worden. Overmatig alcoholgebruik verhoogt de kans op huiselijk geweld aanzienlijk, evenals antisociale persoonlijkheidstrekken, depressiviteit en financiële stress. Ook wordt door jonge en kinderloze ouderparen meer geweld gebruikt.

  • Kinderen: Kinderen hebben een ongeveer zesmaal groter risico slachtoffer te worden van huiselijk geweld als de ouders daar in hun jeugd zelf slachtoffer van zijn geweest. Risicovol zijn verder éénoudergezinnen - waarbij de moeder vaak de enige ouder is - zéker als er frequente partnerwisselingen zijn. Niet zelden is er binnen deze gezinnen sprake van een laag opleidingsniveau, financiële problematiek en/of overmatig alcohol- en drugsgebruik. Opvallend is ook de neiging naar sociale isolatie, waardoor er nauwelijks steun is vanuit de omgeving. Ongeveer de helft van de mannen en vrouwen die hun partner mishandelen, mishandelt ook hun kinderen. Geestelijk of lichamelijk gehandicapte kinderen lopen een groter risico op mishandeling.
  • Vrouwen: Vrouwen die gescheiden zijn of een net verbroken relatie hebben, worden vaker slachtoffer van huiselijk geweld (bij een op de vijf vrouwen gaat het geweld na de scheiding gewoon door), evenals vrouwen die in een eerdere relatie al zijn mishandeld. Verder vormen bij vrouwen werkloosheid, leeftijd (
  • Mannen: Voor mannen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld is het lastiger om ervoor uit te komen. Als er kinderen in het spel zijn, gaan vrouwen er vaker van uit dat ze minder kwetsbaar zijn dan mannen. Mishandeling door vrouwen is vaak een reactie op verbale agressie, vanuit zelfverdediging, om controle te krijgen op de relatie of om gehoord te worden. Opvallend is dat vrouwen bij mishandeling vaker naar een voorwerp grijpen dan mannen.
  • Ouderen: Met het toenemen van de leeftijd en afnemen van de gezondheid worden de afhankelijkheid en zorgvraag groter. Mantelzorg wordt vaak verleend door onkundige bekenden van het slachtoffer. Met name dán is er sprake van een verhoogd risico op mishandeling. Verder hebben dementerenden en ouderen met een verworven hersenafwijking een grotere kans mishandeld te worden, evenals ouderen met vreemd of aggressief gedrag.
  • Homoseksuelen: Het geweld in homoseksuele relaties verschilt in vorm en frequentie niet van heteroseksuele relaties. Van de homoseksuele mannen en vrouwen is 10 tot 15 procent slachtoffer van huiselijk geweld; ongeveer de helft in de vorm van lichamelijk of psychisch geweld. Onzekerheid over vermeende homoseksualiteit en HIV-positiviteit blijken een verhoogd risico op mishandeling te geven.

Daders

Tachtig procent van het huiselijk geweld wordt gepleegd door een mannelijke dader. De ‘huisvriend’ is ‘slechts’ incidenteel verantwoordelijk. In het algemeen geldt: hoe hechter de relatie tussen dader en slachtoffer, hoe heviger het huiselijk geweld. Niet alleen ouders zijn verantwoordelijk voor mishandeling van kinderen; daders zijn ook vaak verzorgers of anderen met wie het kind een afhankelijkheidsrelatie heeft. In ongeveer een kwart van de gevallen is de moeder of vader de dader en in zo’n 30 procent van de gevallen zijn ze medepleger. Bij ouderen staat de dader meestal in een professionele of persoonlijke relatie tot het slachtoffer. Gezins- en familieleden zijn vaker verbaal agressief tegen het slachtoffer. In geval van fysieke mishandeling gaat het meestal om een van de (aangetrouwde) kinderen of de partner zelf. Bij mishandeling om financiële redenen is de dader vaak een aan alcohol of drugs verslaafde vriend, kennis of hulpverlener.

Babette C. Drijber,aios en arts GGD Amsterdam, afdeling Forensische Geneeskunde (bcbabs@hotmail.com) Dr. Udo J.L. Reijnders, forensisch geneeskundige GGD Amsterdam

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen