De smartphone is niet meer weg te denken uit ons leven, en dat geldt ook voor de spreekkamer. Er zijn niet alleen talloze apps die het werk van de medicus veraangenamen, maar ook patiënten maken meer en meer gebruik van de smartphone, in het bijzonder van de camerafunctie.
Tan et al. laten met hun kwalitatieve onderzoek zien hoe Australische huisartsen worden geconfronteerd met en gebruikmaken van smartphone-opnames. Deze laat de patiënt meestal zien ter verduidelijking, bijvoorbeeld na een auto-ongeluk: ‘Kijk, zo zag de auto eruit.’ Of een foto van een medicijnflesje: ‘Deze medicijnen kreeg ik van uw collega.’ Vooral veranderende en tijdelijke huiduitslag werden veel getoond, net als filmpjes van snurkende kinderen en onwillekeurige bewegingen.
Het merendeel van de geïnterviewde huisartsen vond het zien van de opnamen nuttig, met name om het beloop van afwijkingen te zien. Hoewel foto’s of filmpjes niet altijd noodzakelijk zijn voor de diagnose, hebben de huisartsen wel het idee dat de patiënt zich beter gehoord voelt als ze naar de afbeeldingen kijken. De patiënt, op zijn beurt, krijgt daardoor het gevoel deel van het team te zijn.
De bezwaren beperken zich veelal tot vragen van praktische aard: hoe krijg je een foto in het EPD en hoe borg je de privacy van de patiënt? Totdat er goede richtlijnen voorhanden zijn, lossen de Australische huisartsen deze problemen op door de patiënt eigenaar van de foto te maken.
Jurgen Damen
Literatuur
- 1.Tan L, et al. Patient-initiated camera phone images in general practice: a qualitative study of illustrated narratives. Br J Gen Pract 2014;64:e290-4.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
