Wetenschap

Statines en het metaboolsyndroom

Gepubliceerd
10 augustus 2007

Betekenis voor huisarts en patiënt

De NHG-Standaard ‘Cardiovasculair risicomanagement’ maakt geen onderscheid tussen patiënten met of zonder het metaboolsyndroom. De risicoschatting is gebaseerd op de cardiovasculaire mortaliteit en niet op de morbiditeit. De resultaten van deze dubbelblinde, prospectieve studie laten zien dat patiënten met HVZ en het metaboolsyndroom een duidelijk verminderde morbiditeit hebben bij behandeling met hoge dosis statine. De totale mortaliteit is echter niet verlaagd. Deze resultaten ondersteunen het beleid van de NHG-Standaard, waarin overigens simvastatine 40mg of atorvastine 40 mg geadviseerd wordt.

Vraagstelling

Wordt de cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met HVZ en het metaboo syndroom effectiever verlaagd met een hoge dosis atorvastatine?

Korte beschrijving

Inleiding De term ‘metaboolsyndroom’ wordt gebruikt om aan te geven dat er vaak sprake is van een clustering van risicofactoren voor HVZ, hetgeen gepaard gaat met een verhoogde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Het doel van dit onderzoek is het analyseren van het cardiovasculaire risico van patiënten met HVZ én het metaboolsyndroom indien men behandeld wordt met een lage dosis atorvastatine (10mg) vergeleken met een hoge dosis atorvastatine (40mg). Onderzoeksopzet De Treating to New Targets (TNT) studie is een dubbelblind, prospectief met een mediane follow-up van 4,9 jaar.1 10.001 patiënten tussen de 35-75 jaar met HVZ werden geïncludeerd. De subanalyse werd verricht bij 5584 patiënten met het metaboolsyndroom. Het ‘metaboolsyndroom’ werd gedefinieerd als de aanwezigheid van 3 of meer van de volgende risicofactoren; BMI>28, triglyceridegehalte > 1,7 mmol/l , HDL &lt 1,0 mmol/l (mannen) of &lt 1,3 mmol/l (vrouwen), bloeddruk > 130/85, nuchter serumglucosegehalte > 6,1. Alle patiënten werden de eerste 8 weken behandeld met 10 mg atorvastatine. Na randomisatie werden 2820 patiënten met 10 mg atorvastatine behandeld en 2764 patiënten met 80 mg atorvastatine. De analyse vond plaats volgens het intention-to-treatprincipe. Primaire uitkomstmaat De primaire uitkomstmaat is de tijd tot nieuwe manifestaties van een cardiovasculair accident, gedefinieerd als dood door coronair lijden, myocardinfarct, reanimatie bij hartstilstand of dodelijk/niet-dodelijk CVA. Resultaten De gemiddelde LDL-waarde na 3 maanden behandeling was in de 10mg atorvastatine-groep 2,6 mmol/l en in de 80 mg atorvastatine-groep 1,9 mmol/l (p &lt 0,0001). Na 4,9 jaar had 9,5% van de patiënten in de atorvastatine groep met 80mg een nieuwe manifestatie van HVZ en 13% van de patiënten in de groep met 10 mg (hazard ratio 0,71; 95%-BI: 0,61-0,84). Er was geen significant verschil tussen de behandelingsgroepen ten aanzien van de totale mortaliteit. In de 10 mg atorvastatine-groep moest 5,4% van de patiënten stoppen met de behandeling in verband met bijwerkingen en in de 80 mg groep 6.4%. Conclusie van de onderzoekers Patiënten met een cardiovasculaire voorgeschiedenis én het metaboolsyndroom hebben baat bij behandeling met hoge dosis atorvastatine, hetgeen zich uit in verlaging van het LDL en minder cardiovasculaire morbiditeit. Bewijskracht Gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (1b).2

Janneke van der Kaay en Arie Knuistingh Neven

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen