Nieuws

Steeds meer nurse practitioners op de HAP

Gepubliceerd
21 juni 2018
Dossier
Om de toenemende zorgvraag op te vangen, maken huisartsenposten steeds vaker gebruik van nurse practitioners (NP’s). Wanneer NP’s huisartsen vervangen, neemt het aantal consulten per uur af en nemen de wachttijden en het aantal verwijzingen naar de SEH toe. Dat blijkt uit twee recente onderzoeken. Daarnaast hebben de volgende punten invloed op de samenwerking: duidelijkheid over de rol van de NP, gebruikmaken van elkaars bekwaamheid, communicatie en vertrouwen.
0 reacties

Van der Biezen et al. deden kwantitatief en kwalitatief onderzoek bij een huisartsenpost van een middelgrote stad. Zij wilden inzicht krijgen in het effect van de inzet van NP’s op de zorg en op factoren die van invloed zijn op de samenwerking tussen huisartsen en NP’s.

In een quasi-experimenteel onderzoek van een jaar werden drie teams samengesteld met respectievelijk vier huisartsen (team 1), drie huisartsen en een NP (team 2) en twee huisartsen en twee NP’s (team 3). Elk team was 35 weekenddagen actief. In totaal waren er 9503 patiëntencontacten. De triagiste wist niet bij wie ze de afspraak inplande, zodat er vooraf geen selectie plaatsvond. 

Het gemiddelde aantal consulten per dienst (de primaire uitkomstmaat) was lager in teams met NP’s (team 1: 93,9; team 3: 87,1; p < 0,001). Gemiddeld konden NP’s per uur 9% (SD 6,7) van de hulpvraag niet beantwoorden (maximum 40%). Het percentage patiënten waarbij de streeftijd om te worden gezien niet werd gehaald, was hoger in teams met NP’s (team 1: 3,5%; team 2: 5,2%; team 3: 8,3% (p < 0,01)). Team 3 verwees meer patiënten naar de SEH (14,7%) dan team 1 (12,0%; p = 0,028). In teams met NP’s zagen de huisartsen meer urgente patiënten (team 1: 13,2%; team 2: 16,3%; team 3: 21,4%; p < 0,01) en meer patiënten met maag-darmklachten (team 1: 11,1%; team 2: 11,8%; team 3: 16,7%; p < 0,01). Gedurende het jaar van het onderzoek werd geen enkele calamiteit gemeld. 

Het kwalitatieve onderzoek (semigestructureerde interviews en 2 focusgroepen) vond plaats op dezelfde HAP bij in totaal 38 huisartsen, NP’s en ondersteunend personeel. Alle genodigde personen waren bereid te participeren.

Vier thema’s bleken van invloed op de samenwerking in de ‘zorg buiten kantooruren’: 1) duidelijkheid over de rol van de NP en de regelgeving; 2) delen van de gezamenlijke caseload en gebruikmaken van elkaars bekwaamheid; 3) communicatie over professionele rollen; 4) vertrouwen in en ondersteunen van het werk van de NP.

De resultaten van deze onderzoeken zijn verplichte stof tot nadenken indien (verdere) transitie wordt overwogen naar teams op de HAP die bestaan uit huisartsen en NP’s.

Lees de onderzoeken hier en hier

Literatuur

  • Van der Biezen M, et al. Towards an optimal composition of general practitioners and nurse practitioners in out-of-hours primary care teams: a quasi-experimental study. BMJ Open 2017;7:e015509.
  • Van der Biezen M, et al. Collaboration in teams with nurse practitioners and general practitioners during out-of-hours and implications for patient care: a qualitative study. BMC Health Serv Res 2017;17:589.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen