Nieuws

Toekomstvoorspelling eerstelijnszorg

Gepubliceerd
10 september 2005

Altijd zie ik de merkwaardige ringbaard van Chriet Titulaer voor me als het over toekomstvoorspellingen gaat. Zo ook deze keer. Maar, toegegeven, dit rapport over de toekomst van de eerstelijnszorg is wel genuanceerder dan de wilde voorspellingen over ruimtereizen en huizen van de toekomst die deze presentator in de jaren zeventig vol overtuiging op tv deed. De onderzoekers van dit rapport houden vele slagen om de arm. In het eerste deel van het rapport beschrijven ze de trends in zorggebruik, de toe- en afname van verschillende klachten en de ontwikkelingen in het aantal hulpverleners. Dit deel is voor een belangrijk deel gebaseerd op cijfers uit de CMR en NS2. Het is nuttig om al die gegevens bij elkaar te hebben. In het tweede deel beschrijven de onderzoekers de mogelijkheden voor vernieuwing. Ze spraken vooral met beleidsmakers van allerlei koepelorganisaties. Uitgangspunt is dat de vraag naar zorg door de demografische ontwikkelingen toeneemt, terwijl er hoe dan ook een tekort aan hulpverleners zal ontstaan. Daar moet wat op verzonnen worden: vermindering van de zorgbehoefte en zorggebruik, aanpassingen in de in- en uitstroom van de verschillende hulpverleners, taakherschikking, beter samenwerken en verandering van financiering. Zoals te verwachten is, hebben deze voorspellingen wel een hoog onzekerheidsgehalte. Hoewel ze er zelf wel een beetje aan lijken te twijfelen, gaan de onderzoekers ervan uit dat door preventie sterfte te voorkomen is. Wel treden er volgens hen dan vaak vervangende ziekten op. Volgens mij is dat altijd zo. Of er nu zorggebruik moet worden ingepland voor diabetes of dementie; bij een toenemend aantal 85-plussers is er meer zorg nodig. En in het onverhoopte geval dat elke oudere gezond 85 wordt, het eeuwige leven hebben ze niet. Het aardige van het rapport is dat het duidelijk maakt dat we heel veel niet weten van de effecten van taakherschikking, preventie, in- en uitstroom. Voor beleidsmakers is het een aardig rapport – dat overigens tot nu toe weinig stof heeft doen opwaaien –, maar gewone huisartsen zullen er niet veel van hun gading in vinden. Toch een beetje te veel Titulaer. Joost Zaat

Reacties

Er zijn nog geen reacties.